Cake met verse gember en gecondenseerde melk

Cake met verse gember en gecondenseerde melk

Een deel van ons huishouden is dol op Britse detectives en de Tatort krimi serie die zich in Münster afspeelt. Niet altijd de detectives uit de Scandinavische landen. Want zo, daar kan je flink somber van worden als je daar een uurtje naar kijkt.

Die Tatort uit Münster heeft zelfs leuke humor! Er worden helaas maar 2 afleveringen per jaar gemaakt, behalve in 2021 (1) en 2022 (3), vast door corona. Maar wel inmiddels al ruim 20 jaar lang met dezelfde acteurs, die duidelijk lol aan de serie beleven.

Tijdens 1 van die Britse detectiveafleveringen zat een politiemedewerkster aan een bureau cake te eten. Toen daar wat van werd gezegd meldde ze simpel: “I am on a cake break“. Oren meteen gespitst, want ik was zelf met andere dingen bezig.

Met die zin was op de TV de kous meteen af, men ging verder met politiewerk. Bij mij was het juist de reden om even te vragen of de digitale opname een stukje kon worden teruggespoeld. Dat mocht, want het ging over eten. En ze zei het echt, “I am on a cake break“. Inspiratie 1. Hoe lang die break duurde werd niet duidelijk: 1 plak cake, of een hele lunchtijd, of tot de cake op was … .

Inspiratie 2 was de Jamaican Ginger Cake, die niet in Jamaica is uitgevonden, maar in Engeland. Inspiratie 3 was een ietwat vreemd verzoek van rondlopende kinderen.

Lees Meer Lees Meer

Surinaamse kip met gemengde gember

Surinaamse kip met gemengde gember

Ik zat nieuwsgierig te wachten toen ik de kip met gemengde gember had besteld. In Nederland at ik het alleen uit mijn eigen keuken. In een restaurant ben ik het nog niet tegengekomen.

Er zijn grofweg twee verschillende recepten, eigenlijk een snelle en eentje waar je wat meer tijd voor nodig hebt. Beiden recepten zijn even makkelijk. Heb je de tijd, dan laat je de kip (heel, in stukken of alleen het vlees) een dagje marineren in knoflook, gember, oestersaus, vijfkruidenpoeder en sojasaus. In de snelle versie staat het gerecht in een half uur op je tafel.

Mijn recept is de snelle versie, zoals er meer op internet te vinden zijn. Er zijn wat kleine variaties, met ketjap in plaats van oestersaus bijvoorbeeld, maar de meeste recepten lijken verdacht veel op elkaar. Ergens zal er waarschijnlijk een ‘moederrecept’ zijn. Maar nu dus in Suriname. Of dat nu de oorspronkelijke herkomst is van dit gerecht weet ik niet, de Chinese invloeden zijn er overduidelijk.

Te beginnen met de fabrikant: Mee Chun. Vroeger was het ingelegde zoetzuur alleen verkrijgbaar in blikjes, maar tegenwoordig ook in glazen potten van 250 of 475 gram. Het bevat stukjes gember, sjalot, papaya, komkommer en wortel ingelegd in azijn, suiker en zout. De gembersmaak overheerst, met name in het vocht. Je kunt het fijnsnijden, maar zelf vind ik juist die grotere stukken zo lekker in het eten.

Een eigen toevoeging is soms wat extra stemgember. Nadeel van kant-en-klare potjes pickles is namelijk dat je geen controle hebt over de inhoud. En soms valt het aantal stukjes gember wat tegen. Nu is stemgember qua smaak anders dan ingemaakte gember uit de potjes, toch is het een smakelijke aanvulling.

Lees Meer Lees Meer

Cacio e pepe is simpel te maken, toch?

Cacio e pepe is simpel te maken, toch?

Op TV zie je wel chefs die cacio e pepe maken door simpelweg geraspte kaas te laten smelten in de nog gloeiend hete pasta. Maar dan krijg je pasta met gesmolten kaas (en peper). Ook lekker, maar niet de echte cacio e pepe. De kaas moet namelijk eerst een soort van emulsie worden in warm water, vóórdat het bij de pasta gaat. En dat levert echt een andere smaak en textuur op.

Cacio e pepe, een recept met maar 4 ingrediënten. Dat ontelbare keren ook goed wordt uitgelegd. Dat er gemakkelijk iets fout kan gaan wordt echter niet vaak gemeld. Waar je speciaal op moet letten ook niet. Want simpel en lukt daarom altijd, toch?

Nou, nee, niet in de praktijk. Het probleem is namelijk de kaassaus. Oftewel, hoe krijg je een romige kaassaus van alleen kaas en water? Door 2 makkelijk te maken fouten te vermijden!

De eerste keer dat ik zelf cacio e pepe maakte, werd de verwarmde Pecorino Romano klonterig en vormde lange strengen. Die waren met geen mogelijk meer om te toveren tot een smeuïge en zijdezachte kaassaus. De fout: kokend pastawater bij de kaas gedaan. Maar kaas in kokend water, dat laat al z’n verbindingen los. Je weet het wel en toch doe je het. De dichte structuur van eiwitten, vet en water gaan schiften. Het resultaat is klonten ex-kaas in water.

Cacio e pepe maken, absoluut het zetmeelrijke pastawater eerst wat laten afkoelen. Dan denk je, waarom neem je niet warm water uit kraan? Omdat dat water geen zetmeel bevat, daarom. En zetmeel beperkt naar verluidt onder andere de bewegingsvrijheid van vet.

De 2e keer die eerste fout niet gemaakt, want ezel, maar wel meteen een 2e fout geïntroduceerd. Het nu wel mooie kaaspapje in de nog te hete pan, bij net gekookte pasta gedaan. Dan gaat dat papje kaas alsnog schiften. Weer werden klontjes gevormd, kleine klontjes weliswaar, prachtig gemixed met stukjes zwarte peper, maar nog steeds klontjes.

Vanaf de 3e keer lukte het wel. Hoewel het soms nog steeds niet helemaal perfect is. Elke Pecorino Romano batch is waarschijnlijk net iets anders, afhankelijk van de producent, de rijpingstijd van de kaas en de geschatte temperatuur van het iets afgekoelde pastawater.

In Italië ook wel eens cacio e pepe in een leuk restaurant gegeten, waar je zou denken dat ze het maken van de kaassaus beheersen. Maar toen was het niet eens zo’n bijzonder gerechtje, beetje waterig zelfs. Heel erg beroemd, maar die keer niet spannend. Later een keer gegeten bij een echte Italiaans mama: wauw, dat was lekker. Waarom was er een verschil?

Eerst maken, dan verklaren?

Lees Meer Lees Meer

Surinaamse Tjap Tjoy

Surinaamse Tjap Tjoy

Een van de leuke dingen in het buitenland is het ontdekken van de lokale keuken. Dit keer kon ik in Suriname daar wel heel letterlijk gevolg aan geven door een uitnodiging om bij iemand thuis samen te komen koken. 

Buitenlandse werkreizen zijn nooit een straf, want ik vermaak mij altijd prima, zeker als het gaat om eten. Doorgaans worden zoveel mogelijk verschillende lokale restaurants bezocht, zowel voor lunch als het avondeten. Is een restaurant of lunchzaak een succes, dan keren we terug. (Combe Bazaar, onthoudt die naam als je in Paramaribo bent en zin hebt in een broodje, waarover een andere keer meer). Hotelmaaltijden zijn echt een uitzondering, tenzij het hotel ook of uitsluitend lokale gerechten serveert. Dat was bijvoorbeeld in India enkele malen het geval. Dat zorgde wel voor uitdagingen bij het ontbijt.

In het hotel in Suriname hadden ze een prima keuken overigens. Ik at er graag een saoto zonder rijst als verlate lunch. De herheri, met cassave, zoete aardappel, bakkeljauw en ei was ook voortreffelijk. Die gaan we hier nog wel eens terugzien.

De Surinaamse keuken staat bekend om het gebruik van Maggi-blokjes. Speur het internet maar af, 2 of 3 blokjes zijn geen uitzondering. En dat is best gek, want wie het allereerste Surinaamse kookboekje Wat de Surinaamse pot schaft uit 1939 doorbladert, komt geen enkel maggiblokje tegen. Nul. Het gebruik van veel zout wordt zelfs ontmoedigd. Ergens in de tijd is er dus een hele slimme fabrikant geweest.

Het boekje met 60 recepten is samengesteld door Hendrina Seppen – De Wekker, de eerste directrice van de Surinaamse huishoudschool te Paramaribo. De recepten waren afkomstig van diverse dames en heren uit de Surinaamse samenleving en leerlingen van de huishoudschool. Ingrediënten van lokale bodem stonden daarbij centraal. Het kookboekje zou de voorloper worden van het Groot Surinaams Kookboek.

Dit recept voor tjap tjoy komt in dat eerste kookboek overigens niet in voor. Het is afkomstig van de Chinese contractarbeiders die vanuit Indonesië naar Suriname kwamen.

Lees Meer Lees Meer

Betsy-Retsies broodjes uit Sunset Magazine, 1933

Betsy-Retsies broodjes uit Sunset Magazine, 1933

Onweerstaanbaar, vergeten recepten uit de vorige eeuwen. Er zijn er daarom al wel een aantal langsgekomen op Reutel, via kookboeken als Mrs. Wilson’s Cook Book uit 1920, het Boston Cook Book uit 1884, het Canadian Home Cook Book uit 1877, Mrs Beeton’s Book of Household Management uit 1861, Lo Scalco alla Moderna uit 1692, Cucina Teorico Pratica uit 1839, Forme of Cury uit 1390. Koocboec oft Familieren Keukenboec uit 1612, … . En natuurlijk Apicius. Voor het gros der mensheid vergeten recepten uit de vorige eeuwen. Laten we het een hobby noemen, want dan mag vrijwel alles.

Maar ook in vintage tijdschriften en kranten kom je vergeten recepten tegen. Zo is het voor een broodlunch met gasten altijd leuk om de broodjes in verschillende vormen en met verschillende smaken te presenteren. En dan speur ik weer mijn eigen vintage kookboeken en het internet na. Zo kwam ik Parker House Rolls een keer tegen als apart gevormde broodjes. En deze keer Betsy-Retsies, ook apart vormgegeven broodjes. Althans de helft ervan. Waar Parker House Rolls nog steeds gemaakt worden, zijn Betsy-Retsies echter al snel in de vergetelheid geraakt.

Het recept verscheen voor het eerst in Sunset Magazine, in juli 1933. In The Kitchen Cabinet, een geïllustreerde recepten sectie van het tijdschrift. Recepten van lezers, bedoeld om uit te knippen en te bewaren. De naam Betsy komt niet van de indiener, dat was Mrs. E.F. uit Los Angeles, California. Mogelijk komt het van het merk Betsy Ross Bread dat flink adverteerde in die tijd. De oorsprong van de term Retsies is onbekend. De meest logische connectie lijkt mij het rood van Sunset, zonsondergang. Retsies in plaats van Redsies voor een beter soort van middenrijm op schrift. Op verzoek van de lezers werden de recepten later in gebundelde vorm uitgeven in 3 boekwerkjes. Het Betsy-Retsies recept is te vinden in Sunset’s Kitchen Cabinet Recipes, Volume 1, gepubliceerd in mei 1944.

In het tijdschrift is het een onderdeel van een voorgesteld diner: kalfskoteletten gegaard in melk, sperziebonen, bruine rijst, zoete augurk relish, Betsy-Retsies, youngberry jam, abrikozengelei dessert, krokante chocoladekoekjes en koffie. Youngberry is een hybride tussen frambozen, bramen en dauwbramen, gecreëerd door Byrnes M. Young in 1905, uit een eerdere hybride van frambozen en bramen gekweekt door Luther Burbank. Youngberries zijn zoet en sappig. Naar verluidt zeer geschikt om jam mee te maken.

Het recept geeft zelfs 2 verschillende manieren om Betsy-Retsies te maken, die echter totaal niet op elkaar lijken. Gestapeld deeg wordt 1 Betsy-Retsies broodje. Het broodje ziet er wat vreemd uit. Leuk genoeg om te maken en te presenteren. De 2e versie is niet gestapeld maar van een lepel in een muffinblik gevallen deeg. Dat wordt een soort van ‘muffinbroodje’.

Volgens Mrs. E.F. waren de broodjes uit het muffinblik niet zo aantrekkelijk als de broodjes gemaakt van uitgesneden deeg. Beide methoden hier gevolgd om dat te toetsen.

Lees Meer Lees Meer

Brownies met cacao, gember en pistachenoten

Brownies met cacao, gember en pistachenoten

Lekkere gerechtjes nog lekkerder maken. Brownies bijvoorbeeld. Nog lekkerder maken door met beleid nog meer smaken toe te voegen.

Brownies van het Engelse platteland. Ik denk dan ik ze wel elke week hier zou kunnen maken. Ik verwacht geen enkel protest. Doen we echter niet, hoezeer ze het ook zouden willen. Lekker, maar in groten getale natuurlijk niet zo gezond door de hoeveelheid suiker. Dus niet elke week, maar af en toe maken, als er veel mensen in het huis rondlopen.

Pistachenoten gekozen omdat het een mooie groene tint geeft op donkere brownies. En ze smaken natuurlijk ook nog eens prima. De lekkerste pistachenoten schijnen in Sicilië te groeien. Pistacchio verde di Bronte, de groene pistachenoten van de stad Bronte. De kans dat je ze hier in je super of notenbar kunt kopen is echter gering. Niet alleen vormen die pistachenoten maar ongeveer 1% van de wereldproductie, ze zijn ook nog eens erg duur. Zelfs als je er rekening mee houdt dat pistachenoten uit Iran en VS, de grootste producenten, ook niet echt goedkoop zijn. Ik zou die Pistacchio verde di Bronte ook niet gebruiken in brownies, maar ze lekker apart opeten.

In deze brownies laten we de pistachenoten wel heel. Vorige keer ze wel grof gehakt. Elke pistachenoot doormidden, dat was het idee. Qua structuur was dat prima, maar de brownie-smaak overheerste de notensmaak teveel. Bij hele pistachenoten is dat veel beter in de brownies.

Gemberwortel ligt standaard in onze voorraadkast. Hier zorgt de gember voor een wat onbepaalde, maar wel lekkere smaak. Niemand raadde dat er gember in zat namelijk.

Lees Meer Lees Meer

Doorgedraaide million-dollar spaghetti casserole

Doorgedraaide million-dollar spaghetti casserole

Het is halverwege de herfst, de temperaturen dalen, de regenkracht neemt toe, evenals de windsnelheden. Zomerjas eindelijk vervangen door de winterjas. Vullende ovenmaaltijden raken weer in trek. En daar is heel veel variatie in mogelijk.

De uitdrukking look/feel like a million dollars wordt in de VS gebruikt om aan te geven dat iets goed voelt of dat men gelukkig is, en dan vaak in de overtreffende trap. Een gerecht dat zelfverklaard in de titel million dollar heeft moet dan wel extreem goed smaken.

Voor zover ik kan nagaan is het bedacht – met deze titel – voor de keuken van Betty Crocker, een in 1921 opgericht fictief persoon, nog steeds naamgever van een kook- en ingrediënten imperium. Daarvoor waren er al recepten met million dollar spaghetti als titel. Door het woord casserole toe te voegen kan je iets nieuws claimen. Zo simpel is het. Het recept komt waarschijnlijk van Tieghan Gerard, midden 2014 aan de reviews te zien, en is eigenlijk gewoon een million dollar spaghetti recept. Wie de uitgebreidere titel heeft bedacht is daarmee onbekend, gezien de aanwezigheid van marketing teams. Gerard – en haar team denk ik dan – wordt inmiddels gezien als een veel geprezen maar ook wel bekritiseerde food influencer. Dat laatste is ook niet zo moeilijk, hoe meer volgers er zijn hoe groter de kans dat iemand iets van je vindt.

Pas ruim 2 jaar later werd het recept opgenomen op haar eigen website, die ze startte in 2012. Zal wel iets met rechten te maken hebben. Nog een jaar later, in december 2017, weer geüpdatet op de Betty Crocker website. Maar het blijft gewoon een casserole, gemaakt met voor iedereen al bekende ingrediënten. Gerard gebruikt sowieso veel ingrediënten in haar recepten die voor iedereen al bekend zijn. Niet echt geschikt voor diëten ook. De echte oorsprong, in wat voor een variant dan ook, zal nog veel eerder in de tijd liggen.

Million-dollar spaghetti casserole past wel in het minder verfijnde deel van de VS-keuken: het comfort food deel. Niets mis mee. En daarmee ongekend populair. De VS is er mee aan de haal gegaan. Er zijn nu waarschijnlijk miljoenen varianten. Ook varianten die teruggrijpen op alleen het gebruik van gehakt. Zo ook op de Betty Crocker website. En dan lijkt het ineens op een Reutel variatie doordat het gehakt niet door de spaghetti wordt gemengd, maar erbovenop wordt gelegd: onze deegloze spaghetti bolognese pie. Als je blijft variëren, kan iedereen wel een deel van het succes claimen.

Beide Amerikaanse recepten gebruiken cottage cheese. Het kan, maar is wel wat ongewoon. Cottage cheese past beter bij broodjes en (lauw-warme) salades vinden wij. Wat verdere aanpassingen aan de recepten gemaakt. Even doordraaien zoals dat in ons huis heet.

Cottage cheese vervangen door ricotta. De 4 eieren die beide recepten gebruiken om rauw door de spaghetti te mengen hier weggelaten. De spaghettilaag zal wel losser blijven daardoor. Geen probleem, straks gewoon voorzichtiger een stuk uit de ovenschaal halen. Het gehakt en de worst hier gecombineerd. Geen Italiaanse worst, maar braadworst, zonder velletje. En zelf marinara spaghetti tomatensaus gemaakt, in plaats van een kant-en-klare saus uit blik of pak. En die ietwat smakeloze geraspte low-moisture stukjes mozzarella, ongekend populair als pizza topping in de VS, vervangen door belegen Cheddar kaas. En last but not least, een groentelaag toegevoegd!

Flink doorgedraaid zei een huisgenoot toen ik desgevraagd meldde hoe ik de oorspronkelijke ingrediënten had aangepast. Beetje veel minder Amerikaans geworden. En zo is het.

Lees Meer Lees Meer

En men kiest rookworst, wafels en Goudse

En men kiest rookworst, wafels en Goudse

Net als de rookworst-in-tortilla’s maaltijd, het heeft wel wat, deze rookworst-wafel. Maar als je wat lichter geraakt bent over wat je met voedsel wel of niet mag doen, dan moet je deze misschien maar overslaan. Hoewel een beroemde kok daar anders over denkt.

De rookworst-wafel bleek desgevraagd geïnspireerd te zijn op de cheesy bacon waffles with tomato soup van de beroemde Britse chef James Martin. Verrassend op 2 fronten. Ten eerste kijken ze blijkbaar nog wat meer dan Netflix en games. En ten tweede, een echte chef die zich bezighoudt met deze manier van comfort-food bereiden.

Ik geef het toe, de referentie naar James Martin intrigeerde het meest. James Martin, dat is die chef die zijn liefde voor echte boter niet onder stoelen of banken steekt. Het lijkt wel of veel van zijn recepten een extra klontje boter bevatten.

Dus het inspiratie-recept opgezocht. Het is uit de serie James Martin’s American Adventure (2018). Dat verklaarde de comfort-food gedachte die meteen bij me opkwam na het horen van de naam van het gerecht. In het recept van Martin worden de gebakken stukjes bacon, met dat klontje boter, door het wafelbeslag gemengd en niet pas later bovenop de wafel worden gelegd. Door dat klontje boter blijven de wafels zacht(er).

Hier dat idee van bacon door het beslag ook toegepast. Maar dan met de keuze van Gelderse rookworst. De echte. Score voor hen.

Lees Meer Lees Meer

Bonenschotel met chorizo en gerookt buikspek

Bonenschotel met chorizo en gerookt buikspek

Ja hoor, de temperatuur is nog niet beneden de 15 graden en er wordt al geroepen om een winterse schotel. Nou, dat kan hoor!

Geïnspireerd door de Spaanse bonenschotel met bloedworst besloot ik een bonenschotel te maken. Lekker voedzaam, in positieve zin, en nog heel smakelijk ook. Het toeval wilde dat ik twee stukken gerookt buikspek in huis had. Een vriend was in Duitsland en appte mij of ik nog iets wilde van de Kaufland. Nu is de Kaufland voor menigeen een bekend fenomeen, maar voor mij nieuw. Blijkbaar is het een hypermarktconcern, een soort super supermarkt. Dat intrigeert wel eerlijk gezegd. Want blijkbaar kun je er allerlei lekkere dingen krijgen, zoals dus gerookt buikspek. Zo kwam er ook nog Krakauer mee, Poolse worst. Gemaakt van mager varkensvlees met verschillende specerijen. Heel smakelijk, ook voor een stoofpot, maar dat is voor een andere keer. Dit keer een pittige chorizo die ik nog had liggen.

En heb je geen gerookt buikspek, dan kun je zuurkoolspek gebruiken. Dat is uiteraard niet helemaal hetzelfde, maar ook heel smaakvol.

Het mooie van stoofpotjes is dat die zelf al het werk doen. Een beetje voorbereiding en dan een tijdje op het vuur. De bonen voeg je er pas aan het eind aan toe, anders koken ze kapot. Winterwortelen doen het goed in stoofpotten. Lekkerder dan die waterwortels die vooral gegeten worden, geen idee waarom. Winterwortels kosten ook nog eens bijna niks. Terwijl groenten er over het algemeen niet goedkoper op worden. Ondergewaardeerd die winterpeen. Volgende keer misschien maar een wortelcurry. Ook zo lekker.

Lees Meer Lees Meer

Passendale met farfalle en Filet d’Ardenne

Passendale met farfalle en Filet d’Ardenne

De meeste mensen denken waarschijnlijk bij speciale kaasjes eerder aan die uit Frankrijk, Spanje en Italië, dan die uit België. Terwijl ze daar (inmiddels) wel heel wat bijzondere kaasjes produceren. Maar blijkbaar nauwelijks exporteren.

Passendale is kaas uit het Belgische dorp met dezelfde naam. Dat dorpje ligt op de Midden-West-Vlaamse Heuvelrug. In de omgeving is nog veel te zien van de Eerste Wereldoorlog. De Slag bij Passendale (ook bekend als De Derde Slag om Ieper), in 1917, heeft zijn sporen nagelaten. Een bezoek, ook aan het museum in Zonnebeke, is informatief, maar erg vrolijk kom je er niet vandaan.

Passendale is tegenwoordig positiever in het nieuws, door dat kaasje. Wel ontstaan omdat er die wereldoorlog was. Naar verluidt verhuisden de latere kaasmakers tijdens de Eerste Wereldoorlog tijdelijk naar Normandië, waar ze kaas leerden maken. Vanaf 1926 (of 1932, dat is onduidelijk) maakten ze kaas in Passendale, vanaf 1978 de kaas die nu Passendale heet.

De wrongel wordt niet geperst, maar in linnen opgehangen. Net zoals je hangop van yoghurt maakt. Kaas maken op deze manier kost meer tijd, 24 uur bij Passendale, maar het resultaat mag er zijn. Want na een verdere rijping van 4 maanden heb je een kaasje met een typische gaatjestextuur en een milde en romige smaak. Passendale Classic is een halfharde, authentieke kaas, soms in de vorm van een boerenbrood. Daar is het makkelijk platte plakken van afsnijden. Er is ook een iets pittigere versie, de Passendale Caractère die nog duidelijker een nootachtige smaak heeft.

De kaas wordt gemaakt van 100% Belgische melk. Men meldt dat die melk opgehaald wordt bij boerderijen die zich op maximaal 50 kilometer van de kaasmakerij bevinden. Dat levert een cirkel met een diameter van 100 kilometer. Dat is een best een groot gebied. De restrictie dat ze alleen Belgische melk gebruiken beperkt het bruikbare oppervlak van die cirkel een beetje. Zo ligt Passendale maar op zo’n 34 kilometer van de Noordzee, op 14 kilometer van de Franse grens en op 48 kilometer van Zeeuws Vlaanderen. Alleen naar het (noord)oosten halen ze de eigen 50 kilometer limiet, en dan kom je uit tot Gent.

Zijn we toch in België aan het shoppen, dan kan je ham scoren voor in dezelfde maaltijd. Afgezien van Ardense ham (speciaal is Ardense hesp) bij ons beter bekend als Ardennerham, denk ik bij hammen niet meteen aan België. Italië met zijn Prosciutto di Parma, en Duitsland, met Cobuger ham en Schwarzwalderham, en Spanje met zijn Iberico en Serrano hammen, die komen eerder in mij op. Maar bij een gerecht met Belgische Passendale kaas hoort een Belgische ham.

Lees Meer Lees Meer