Catillus ornatus is een laganum in repen

Catillus ornatus is een laganum in repen

In het boek Deipnosophistae van Athenaeus [1], gedateerd op de 3e eeuw, staan niet alleen cheesecake recepten. Er staat ook een recept in voor wat de Romeinen catillus ornatus noemen. De ingrediënten worden gegeven, maar over de vorm waarin het geserveerd moet worden laat het recept niets los. De naam helpt ook niet echt. Catillus betekent niets anders dan houder van voedsel zoals een bord of kom, en ornatus betekent zoiets als versierd, opgesmukt. Catillus ornatus wordt wel aan laganum gelinkt. Maar wat is dan laganum?

Het Romeinse Rijk heeft ruim 1200 jaar bestaan, maar informatie over laganum is zeer schaars [2]. In de 2e eeuw BC schrijft Cato [3] helemaal niets over laganum. Pas in de 1e eeuw BC kunnen we iets over laganum lezen. Keizer Cicero meldt dan dat hij dol is op laganum. Horatius noemt in diezelfde eeuw laganum juist alledaags voedsel en refereert naar een gerecht met laganum, porrum (prei) en cicer (kikkererwten). Het boek Deipnosophistae meldt dat het een licht maar weinig voedzaam brood is, dat werd gebakken. In Apicius staat hoe je laganum gebruikt [4]. Er staat echter geen recept. Isidorus Hispalensis (ook bekend als Isidore van Sevilla) meldt dat laganum eerst werd gekookt (pasta?!) en dan werd gebakken in olie.

We hebben wel een etymologische hint. Laganum komt van het Griekse woord laganon. En dat refereert naar een ongerezen platbrood die werd gebakken op een hete plaat, of brede stroken deeg die in olie werden gebakken. Het werd in ieder geval van stevig deeg gemaakt. Dat lijkt een andere moderne vertaling van laganum als een soort pannenkoeken, zoals door bijvoorbeeld Joseph Dommers Vehling in 1936 [5] en Patrick Faas in 2003 [6] is gedaan, uit te sluiten. Pannenkoeken worden van nat beslag gebakken. Het meest aannemelijk is echter dat in de loop van die 1200 jaar laganum verschillende betekenissen heeft gehad, en meer algemeen duidde op een dunne deeglap die werd gebakken.

Laganum werd niet alleen door keizers gegeten, maar ook door het arme deel van de bevolking. Suggesties voor de ingrediënten voor laganum variëren: meel, bloem, water, wijn, peper, melk, olijfolie en vet zijn mogelijkheden. Een minimalistische aanpak lijkt het meest logisch om mee te beginnen.

Als eerste laganum als ongerezen platbrood gemaakt, zoals het mogelijk ooit begon, als nagemaakte Griekse laganon. Daarna de catillus ornatus, gemaakt: een laganum in repen. De oude Grieken bakten repen laganon ook al in olijfolie. De afwijkende naam van de oud Romeinen kan duiden op andere ingrediënten voor catillus ornatus ten opzichte van die voor laganon.

Lees Meer Lees Meer

Knoflookkip met komkommer

Knoflookkip met komkommer

Ik was verrast toen ik er achter kwam dat de komkommer oorspronkelijk uit India afkomstig is. Weliswaar gaat het dan om zo’n 3.000 jaar geleden en heeft de komkommer intussen de wereld veroverd, maar toch. Ik kon mij in eerste instantie ook niet herinneren dat ik in India komkommer heb gegeten of zelfs maar gezien. Wat op zich niet vreemd is, aangezien ik om hygiënische redenen vers gesneden fruit en rauwe groente zorgvuldig heb gemeden. Voor zover dat gaat uiteraard. Ik sluit echter niet uit dat ik mogelijk wel komkommer heb gegeten in een van de verschillende pickles die ik geproefd zal hebben. Maar warm bereid heb ik in ieder geval geen komkommer gezien.

In Europa werd de komkommer waarschijnlijk geïntroduceerd door de Grieken of de Romeinen. Dat is niet zo vreemd, aangezien Griekse en Romeinse handelaren al vroeg in India te vinden waren en andersom. Lees Asterix in Indus-land er maar op na!

Volgens Plinius de Oudere had keizer Tiberius, die leefde rond de start van onze jaartelling, de komkommer zowel ’s zomers als ’s winters dagelijks op zijn tafel staan. De komkommer die Plinius beschreef, is echter klein van stuk, mogelijk een augurk of wat ze in India een Perzische komkommer noemen [1]. Wij zouden de laatste overigens gewoon een kleine komkommer noemen. Wie echter wel eens kleine komkommers uit de Turkse winkel heeft geproefd, zal beamen dat die toch echt anders smaken dan de gemiddelde waterbom uit de supermarkt.

In de eeuwen die volgden veroverde de komkommer Europa en dankzij de Spanjaarden uiteindelijk ook de Amerika’s. In Nederland kennen we eigenlijk maar één soort komkommer. Tenminste dat denken we. De kleine komkommers die in Turkse en Marokkaanse winkels liggen zijn doorgaans een andere variëteit. En dan zijn er nog augurken (of cornichons).

In India kennen ze nog veel meer variatie onder de komkommers. Die deels worden ingedeeld naar gebruikswijze. Verse komkommers worden schijf- of snijkomkommers genoemd. Ze bestaan in verschillende groottes, kleuren en dikte van de schil. Komkommers worden in India vooral koud gegeten of als pickles.

Het Engelse taalgebied kent ook nog burpless komkommers. Deze zijn zoeter en hebben een dunnere schil dan andere komkommervariëteiten. Ook zijn ze vrijwel zaadloos. De naam komt omdat de zaden en schil van andere komkommervariëteiten sommige mensen winderig zouden laten boeren. Of erger…

Komkommer is lekker op een broodje brie, maar rauw eet ik het weinig. Behalve dan in een heerlijke Chinese komkommersalade. Een succes bij elke zomerse maaltijd. Dankzij de Chinezen eet ik vooral graag warme komkommer. Sommige mensen gruwen bij de gedachte, maar als ze het niet weten, smullen ze van gebakken rijst met komkommer. Of van gebakken en gevulde komkommer met gehakt. Jaren geleden pikte ik al eens een lekker kiprecept op van Ken Hom. Te combineren met rijst of met noedels. En restjes de volgende dag koud op een lekker broodje.

Lees Meer Lees Meer

Gebakken schijfjes Gourmandine aardappelen

Gebakken schijfjes Gourmandine aardappelen

Lunchgerechtje voor 1 persoon. Want gisteren hebben we een klassieker gegeten. Gekookte witte asperges met gebakken ham, hardgekookt ei en stevige aardappelen. En in zo’n maaltijd moet de aardappel wel veel smaak hebben om overeind te blijven. Gourmandine dus. We hielden van die klassieke maaltijd wat aardappels over. Goed laten afkoelen en in een bakje in de koelkast gelegd. Tot nu.

Aardappels. In de studententijd kochten we vooral goedkope aardappels. Van het daardoor overgehouden geld konden we het duurdere en lekkere bier in de beugelflessen van Grolsch medefinancieren. Beugels in een krat. Krat op z’n kant, zwart-wit TV-tje erop. En de avond kon beginnen.

Nu zoeken we de aardappels bewust uit op de culinaire eigenschappen. Aardappelrassen zijn wel seizoensgebonden. Je hebt vroege en late rassen, en van alles ertussenin. Sommige rassen liggen maar voor een korte tijd in de winkels. 1 van onze favorieten is de Opperdoezer Ronde, een ware delicatesse. Dat seizoen loopt regelmatig van eind mei tot en met eind oktober. Mooi lang. Een andere favoriet is de Gourmandine. Een middenvroeg culinair ras, die lang te bewaren is voordat de aardappel de winkel bereikt.

Gourmandine aardappels groeiden aanvankelijk vooral in het land van oorsprong, Frankrijk, en België. Zeker vanaf 2009 werd het ras in Nederland gepromoot zodat ze ook hier werden, en nu worden, verbouwd. Je kunt ze nu ook gewoon als pootaardappelen in Nederland kopen. 2009 is ook het jaar dat de Gourmandine in de categorie aardappelen, groenten en fruit voor de eerste keer de Franse prijs Saveur de l’Année won, Smaak van het Jaar. (Inmiddels staat die teller naar verluidt op 4 keer winst.)

Een Gourmandine is mooi geel van kleur, iets kruimig maar toch stevig, met een volle en licht nootachtige smaak. Kortom, lekker. Dat de smaak bijzonder was, vond ook Paul van Staveren, eigenaar en chef-kok van het helaas verdwenen 1-sterren restaurant Sonoy. Het moet daar zijn geweest dat ik voor het eerst de Gourmandine hebben geproefd, ergens in de periode 2010-2013. Wel er toen een heel stuk voor moeten omrijden op de terugweg, vanuit een familiebezoek in het hoge noorden. Maar meer dan de moeite waard gebleken.

1-sterrenrestaurants: gewoon de chef een 8-gangen maaltijd laten verzorgen, zonder dat je van te voren weet wat je te eten krijgt. Hele kleine porties op de borden en dan aan het eind toch vol zitten. Genieten!

Volgens de Fransen is de Gourmandine zeer geschikt voor gratins en kook- en stoofgerechten. Nou, dat gaan we dus niet doen. We gaan deze keer de al gekookte aardappels bakken, in schijfjes. En dan niet in te dunne plakken snijden. Dan kan je net zo goed direct chips eten. Dikke plakken, bakken tot de buitenkant knapperig en mooi bruin is geworden.

Lees Meer Lees Meer

Eenvoudige wortelsoep op z’n Indiaas

Eenvoudige wortelsoep op z’n Indiaas

Ik had voor een wortelcurry nog flink wat winterwortel overgehouden. Bovendien was ik inspiratieloos. Ik wilde vooral iets lekkers en graag iets gezonds. Het is maar al te makkelijk om dan te kiezen voor een snelle en vette hap, hoe aanlokkelijk ook. Beter is het dan restjes in de vriezer of koelkast op te maken. Meestal doe ik dan maar wat en val terug op de gebruikelijke combinaties van kruiden en specerijen. Voor India is dat al snel ui, knoflook en gember. Voeg daar kurkuma en garam masala aan toe en je hebt een smakelijke maaltijd. Afhankelijk van het hoofdbestanddeel kun je variëren met de hoeveelheden. Of het nu linzen zijn of een willekeurige groente. Het smaakt altijd. Altijd.

Dit keer werd het een soep. Alles in een pan en na een tijdje kijken of het goed gaat. Ideaal voor een inspiratieloze dag. En voor deze soep heb je geen bouillon nodig of een bouillonblokje. Laat de kruiden en specerijen hun werk maar doen.

Lees Meer Lees Meer

Dé koekjes met noten, naar Duits recept

Dé koekjes met noten, naar Duits recept

Duitse notenkoekjes. Oftewel Nussecken, notenhoeken. Hoewel het ook wel als gebak wordt geclassificeerd bij onze buren.

Het recept opgestuurd gekregen van Duitse vrienden. Ze zeiden dat het een klassiek Duits koekje is. We gaan ze op hun woord geloven. Opgestuurd omdat zij de koekjes meenemen op wat langere wandelingen in de kou, wat wij ook regelmatig doen.

Nussecken dus. Je kunt ze veelal in de Duitse konditoreien vinden. Ze vallen ook op. Ze zijn meestal driehoekig van vorm, met 1 rechte hoek, van 90° dus. Dat verraad hoe ze worden gemaakt.

Deeg met noten in een bakblik draperen. Bakken in de oven. Dan heb je een grote Nussecke. Maar niet het record, bij lange na niet.

Zo’n beetje iedereen schrijft dat het wereldrecord staat op een 450 kilo wegende Nussecke. Bijna een rechthoek want de lengte was 9 meter, maar de korte zijden respectievelijk 5,57 meter en 5,67 meter. Die enorm grote lap koek liep blijkbaar iets taps toe. Naar verluidt was de hoogte 3,5 centimeter. De foto’s van die gebeurtenis. laten ook een hele grote, maar lage koek zien. Wat zeker is, is dat de Nussecke werd gemaakt bij de Deutschen Eck in Koblenz, in 2010. Die grootte past niet in een etalage. Ze hebben er heel veel kleine Nussecken van gesneden en vervolgens verkocht, voor een goed doel.

Hier doen we het wat bescheidener. Met hulp van een brownieblik met binnenmaten van ongeveer 17 x 26 centimeter.

Onze Nussecke, hier toch wat kleiner dan het wereldrecord, wordt na het bakken ook eerst in stroken gesneden. Waarna die stroken in rechthoeken of vierkanten worden gesneden. Elke rechthoek of vierkant diagonaal doormidden snijden levert elke keer 2 Nussecken op, met elk 2 scherpe en 1 rechte hoek. Je maakt dus altijd een even aantal koekjes.

In de winkels worden ze vaak versierd met vloeibare chocolade. Streepjes chocolade over het hele koekje en/of de 2 scherpe punten in chocolade gedipt. Of ook wel alleen de drie randen voorzien van een laagje chocolade. Voor dat gebruik van chocolade bij Nussecken, daar is in Duitsland geen harde afspraak over gemaakt.

Ook vrij standaard is dat je onder de notenlaag een laagje jam aantreft; standaard is abrikozenjam. Of de jam wordt er los bij geserveerd. Gaan we hier niet doen.

Geen chocolade, geen jam en minder suiker. Ik volg het gekregen recept daarmee niet helemaal op. Entschuldigung, meine Freunde.

Lees Meer Lees Meer

Surinaamse petjel pasteitjes

Surinaamse petjel pasteitjes

Voor mijn werk zit ik regelmatig op locatie. Zelden eet ik dan in het hotel of er moet echt geen andere mogelijkheid zijn. Hoteleten is in Nederland doorgaans niet aan mij besteed. Liever eet ik in een restaurant en dan bij voorkeur eentje uit de Aziatische hoek. Afgelopen week at ik Surinaamse broodjes en hapjes als lunch en at ik ’s avonds in respectievelijk een Indiaas, een Chinees-Indische (cultureel erfgoed!) en een Indonesisch restaurant. Een pindasaus zul je in het Indiase restaurant niet snel tegenkomen, maar bij de andere eetgelegenheden wel. Die bij het Chinees-Indische restaurant kun je beter mijden naar mijn bescheiden mening, want het feit dat dit bij alle restaurants hetzelfde smaakt zegt eigenlijk al genoeg. Voor de rest kunnen ze geweldig koken, maar pindasaus is niet bedacht door Chinezen, dat is wel duidelijk. In het Indonesische restaurant at ik grappig genoeg geen pindasaus, maar andere lekkere dingen zoals rendang en smoor terong, waarover een volgende keer meer. In de Surinaamse keuken is pindasaus een bekend gegeven, met dank aan de Javaanse contractarbeiders die eind twintigste eeuw naar Suriname trokken, niet geheel vrijwillig overigens. De Surinaamse pindasauzen smaken vaak net iets anders dan de oorspronkelijke Indonesische versies. Niet in de laatste plaats is dat te danken aan het gebruik van de Madame Jeanette, náást de rode peper.

Petjel is een van die gerechten die met de Javaanse arbeiders de oversteek naar Suriname hebben gemaakt. Petjel bestaat net zoals gado-gado uit verschillende groenten met pindasaus. Een belangrijk verschil wel dat bij petjel de saus wat pittiger is. Typisch voor petjel is ook het gebruik van kentjoer, een familielid van gember. Een unieke smaak die doet denken aan peper en gember. Er wordt van gezegd dat je het eigenlijk niet kan vervangen. Het maakt deze pindasaus ook net wat frisser.

Nu ben ik normaal gesproken niet zo van de zakjes, maar voor de de petjel maak ik een uitzondering. Ik heb namelijk nog geen fatsoenlijk recept kunnen vinden voor de juiste verhoudingen en eigen probeersels hebben nog niet tot het gewenste resultaat geleid. Bovendien kun je bij de meeste toko’s en vaak ook Turkse supermarktjes Surinaamse pindasaus voor petjel vinden, uit Suriname. Niet duur en heel lekker.

Pejtel kun je met verschillende groenten eten, ik doe het met kool, kousenband en een beetje taugé. Voor het deeg van de pasteitjes gebruik ik bladerdeeg of deeg voor hartige taart. Beide uit de vriezer, in pakjes van 10 vellen. Persoonlijk geef ik de voorkeur aan de deegvellen voor hartige taart, je krijgt er een lekkere harde pasteitjes van. Maar bladerdeeg kan dus ook.

Lees Meer Lees Meer

Spaghetti met koffie in de tomatensaus

Spaghetti met koffie in de tomatensaus

In het vorige artikel op Reutel, over bangers and mash, meldde de medeblogger dat ik een lichte voorsprong heb met betrekking tot het aantal op dit blog gepubliceerde Britse recepten. Hij telde, met vorige week mee, een stand van 35 – 2, in mijn voordeel. Vanaf nu dus 36 – 2. Al denk ik zomaar dat het verschil flink groter is, en dan in het voordeel van de medeblogger, als we de Aziatische keuken als uitgangspunt nemen.

De Britse keuken is zeker boeiend, ook al omdat ze al eeuwenlang uit voormalige koloniën en de Gemenebest specerijen, kruiden en anderen ingrediënten voor exotische recepten haalden. Zowel uit de Oost (India) als de West (Jamaica). Veel meer dan in de Nederlanden zijn die toen exotische gerechten onderdeel van de Britse smaak geworden. Dat merkten wij meteen toen we in Engeland gingen wonen. Bovendien houden ze, ook veel meer dan wij, hun ‘oorspronkelijke’ keuken in ere. Boeiend.

Tegenwoordig heb je ook in Nederland hele grote supermarkten vol etenswaren. Maar toen wij naar Engeland vertrokken was dat nog niet zo. Er waren wel supermarkten, maar niet extreem groot, tenminste niet waar wij opgroeiden. De eerste keer boodschappen doen in een supermarkt in Engeland leverde een aangename verrassing op. De Engelse supermarkten waren toendertijd niet alleen heel veel groter, maar hadden ook een heel veel groter assortiment. Met spullen die je op het continent niet kon kopen. Je waande je er in luilekkerland. Zoveel keuzes om te maken, elke keer weer. Het waren vrijwel nooit korte bezoekjes, die eten kopen sessies.

Naast bezoekjes aan de toen nog vele kleine winkeltjes, propvol tot aan het plafond, gingen we meestal naar Sainsbury’s en Tesco. Niet zo gek, die hebben ook verreweg de meeste supermarkten. Tesco heeft ook nu nog ruim het grootste marktaandeel. Sainsbury’s is 2e, maar op gepaste afstand. Die supermarkten waren vaak gelegen aan de randen van dorpen en steden. Immens grote supermarkten met immens grote parkeerplaatsen. Als er nu een nieuwtje in de kranten staat over Sainsbury’s of Tesco, dan check ik meestal even waar het over gaat. Zal wel een uiting van nostalgie zijn. Naar een tijd die nu ook in Engeland niet meer bestaat.

Dit keer het hele artikel gelezen – en bewaard – want het ging over eten. Als onderdeel van hun Little Twists marketing campaign, publiceerde Sainsbury’s in 2015 namelijk een recept voor ‘Spag bol with a coffee twist‘. Oftewel, spaghetti bolognese met een koffiedraai. Een andere twist was een recept voor chocolade in chili con carne. Buiten bestaande kaders denken is dat. Leuk.

De reacties op de Little Twists campagne waren ietwat gemengd. Sainsbury’s werd in Britse kranten beschuldigd van het verpesten van lekker eten. Op social media lieten vooral de tegenstanders zich in felle bewoordingen uit over wat er met Sainsbury’s zou moeten gebeuren. Digitaal schelden, helaas ook gemeengoed tegenwoordig als het niet over eten gaat.

Toen mensen het spag bol recept echt gingen proberen sloeg de stemming om. Koffie als specerij. Het bleek te werken. Ook financieel, want Sainsbury’s meldde een stijging van de verkoop van 8% aan oploskoffie en 17% aan spaghetti na de campagne. Van schelden naar liefhebben.

Nu is dat niet zo uniek als het misschien lijkt, koffie in eten. Vooral in toetjes wordt koffie regelmatig toegevoegd. Tiramisu, affogato en mokkataart zijn 3 sprekende voorbeelden. Mokka-ijs en Irish Coffee 2 andere. Maar ook in hoofdmaaltijden wordt het al langer gebruikt. In gebieden waar cowboys rondtrokken bijvoorbeeld, is het gebruikt van koffie in warme maaltijden nog steeds vrij normaal. Zoals in een authentieke Texaanse chili con carne.

Koffie in een warme maaltijd, waarom niet een keer zelf proberen? In weer een variant van spaghetti bolognese.

Lees Meer Lees Meer

Bangers and mash – Brits arbeidersvoedsel

Bangers and mash – Brits arbeidersvoedsel

Over het algemeen ben ik niet heel bijzonder onder de indruk van de Britse keuken. Van de 35 recepten op dit blog is er dan ook slechts eentje van mijn hand: mulligatawny, de Britse soep uit India. Wel heb ik menig baksel van de medeblogger mogen proeven. Ik laat de Britse keuken dan ook graag aan hem over, bovendien heeft hij een band met Groot-Brittannië, terwijl ik er maar amper een keer ben geweest. Toch zou ik graag nog eens bijvoorbeeld haggis eten, want boeren- en arbeidersmaaltijden hebben een zekere aantrekkingskracht. Getuige ook mijn voorliefde voor de keuken van Sichuan, maar bijvoorbeeld ook fabada asturiana, een Spaanse bonenschotel. Smakelijk en voedzaam.

Zo viel mijn oog op bangers and mash, veel Britser en eenvoudiger gaat een maaltijd niet worden zou je denken. Echter kennen de Duitsers Bratwurst in Zwiebelsauce, al komt daar regelmatig bier of wijn aan te pas. Bangers and mash is niets anders dan aardappelpuree met dopererwten en een braadworst met een uienjus. Vooral die uienjus intrigeerde mij mateloos. Ik ben dol op uien. Uien zijn geweldige smaakmakers, maar kunnen ook zelfstandig een maaltijd vervolmaken zoals in de vorm van gekaramelliseerde uien.

Braadworst, verse worst of saucijsjes. Verschillende namen voor hetzelfde product. Al is de ene verse worst niet als de andere. Gebruikte kruiden en specerijen, maar ook de grofheid van het vlees verschillen per slager en per regio zelfs. En dus ook zeker per land. In Nederland doorgaans met varkensvlees, met uitzonder van de runderworst uiteraard. Voor wie het niet weet, met verse worst wordt de opgerolde variant bedoeld en met saucijsjes en braadworst de korte, rechte varianten. De naam braadworst zegt vooral iets over hoe de worst bereid wordt. Er is nog wel variant: de fijne worst, waarin de inhoud van de worst heel fijn gemalen is. De herkomst van het woord “bangers” wordt toegeschreven aan het feit dat in de Eerste Wereldoorlog, Britse worsten zoveel water bevatten dat ze uit elkaar knalden als ze werden verhit. Geen idee of het waar is, maar wel een goed verhaal. In Groot-Brittannië worden overigens voor de bangers en mash allerlei worsten gebruikt, zowel lams-, varkens en runderworst. Wat je dus lekker vindt! Britten eten graag worst heb ik begrepen. Toad in the hole is ook al zo’n klassiek Brits recept met worst en een uienjus.

Lees Meer Lees Meer

Harriott’s chocolate & coconut ice cream sandwich

Harriott’s chocolate & coconut ice cream sandwich

Een deel van ons huishouden bestaat uit mensen die zoete desserts en koekjes erg lekker vinden. Als in, je kunt me er ’s nachts voor wakker maken. Een ander deel van het huishouden laat ze liever links liggen. Dat leidt vaak tot polderen bij de samenstelling van menu’s voor meergangen maaltijden, zeker als het door de hele familie moet worden genuttigd. Maar dit keer niet. We hebben het namelijk niet zelfbedacht, dus gebruik in de familiediners is sowieso uitgesloten.

We hebben dat lekkere niet-zelfbedachte natuurlijk wel nagemaakt en opgepeuzeld. Want het valt niet te ontkennen. Regelmatig kijk ik op rustige tijden – net als de medeblogger – met een schuin oog naar (foute) kookprogramma’s. Dan zijn de anderen met heel andere dingen bezig.

De namaak-oorzaak was weer eens een herhaling van een kookprogramma. Dit keer van Ainsley Harriott, die op TV immer aanstekelijk vrolijke kok, en geen fout kookprogramma presenteerd overigens. Wel met een duidelijk voorkeur voor exotischere gerechten dan die van de traditioneel Noord-Europese keuken. Er gaan wel vaak heel pittige pepertjes in zijn maaltijden. Dat gaat ‘m 1-op-1 niet worden in ons huis. Maar vervang je ze door milde pepertjes of zelfs chipotle sauce, dan blijken dat vaak ook zeer lekkere maaltijden op te leveren. Zonder de dominante pittigheid, maar misschien proef je juist daardoor wel meer verschillende smaken.

De anderen waren dus met iets anders bezig. Tot dit keer Harriott op TV de woorden ‘ice cream‘ hardop uitsprak. De anderen kwamen ineens aanlopen en bleven al staande kijken naar de uitzending, met nogal wat opmerkingen. 1 van de huisgenoten meldde na afloop zelfs dat dit het eerste recept van Harriott was dat ze helemaal had uitgekeken. Mogelijk omdat er geen pittige pepertjes inzaten, wie weet. Maar wel ijs, dus.

We doen de zoetekauwen in ons huishouden een plezier: een sandwich van koekjes met chocoladeschilfers en kokos erin, en daartussen roomijs.

Lees Meer Lees Meer

Hobak buchimgae – Koreaanse pannenkoek met courgette

Hobak buchimgae – Koreaanse pannenkoek met courgette

De Koreanen hebben verschillende soorten (gevulde) pannenkoek. De meest rudimentaire vorm is wel de baechujeon, een pannenkoek met Chinese kool. Hoewel je nauwelijks van een pannenkoek kunt spreken, zoals de medeblogger verbaasd opmerkte. Maar met een beslag, net als onze pannenkoeken en wie lust die nou niet? Ieder kind groeit er mee op. Op zaterdag bakte onze moeder een flinke stapel pannenkoeken met spek en als het beslag bijna op was voor ieder een pannenkoek met kaas. Schenkstroop bestond nog niet. Er stond een kartonnen beker van Van Gilse op tafel en met een mes lepelde je daar de stroop uit.

Een enkele keer waren er ook pannenkoeken met rozijnen, maar die werden vooral door onze moeder zelf gegeten. Misschien een herinnering aan haar eigen jeugd. Ik vond het niks. Overigens hou ik nog steeds niet van te zoet eten. Reden dat je hier weinig desserts van mijn hand zult vinden.

Pannenkoeken leerde ik bakken op de middelbare school tijdens de kooklessen in de brugklas. Gek genoeg waren die lessen er in de latere jaren niet meer tegen de tijd dat je ze nodig ging hebben. Die kooklessen waren in de fabriekshallen van de voormalige Stegeman fabriek. Tja, een hoge hal en pannenkoeken… De kunst was de pannenkoek zo hoog mogelijk te gooien en weer in de pan te krijgen. Het plafond haalde echter niemand, dat was echt te hoog.

Het flippen van pannenkoeken is vooral handig met Nederlandse pannenkoeken. En dan moeten ze vooral niet te groot zijn. Ook voor de okonomiyaki is het niet aan te raden. Het omdraaien daarvan moet met enig beleid. Net zoals bij de Koreaanse buchimgae. Ik gebruik daarvoor een platte deksel die even groot is als de koekenpan. Toegegeven, dat doe ik voor mijn Nederlandse pannenkoeken ook. Tenzij ik kleuterpubliek heb. Die willen altijd geflipte pannenkoeken.

Maar buchimgae? Ja, een pannenkoek gevuld met bijvoorbeeld kimchi of courgette. Bij voorkeur te eten met stokjes. Hij doet in eerste instantie wellicht wat denken aan de okonomiyaki, maar dat is het niet. Zo wordt de buchimgae niet extravagant belegd. Deze buchimgae lijken vooral erg op de Turkse courgettepannenkoekjes (mücver) die ik – freestyle – regelmatig maak. Maar in plaats van lenteui wordt gewone ui gebruikt en voor de knisperigheid wordt maizena toegevoegd aan de bloem. Wat het extra lekker maakt is het sausje waar je de pannenkoekjes in dipt.

Lees Meer Lees Meer