Garnalen met noedels, de lekkerste troostmaaltijd

Garnalen met noedels, de lekkerste troostmaaltijd

Er zijn dagen dat ik niet geïnspireerd ben. Soms zijn andere dingen belangrijker dan met eten bezig zijn. Al wil het soms ook wel een goeie afleiding zijn. Maar op dat soort momenten is een lekkere maaltijd een rustpunt. Comfortfood of troosteten wordt het vaak genoemd. Eten waarvan je tot rust komt. Waar je je even in kan verliezen.

Voor mij zijn dat noedels met garnalen en paksoi. Snel en eenvoudig te bereiken. En met ingrediënten die ik altijd wel in huis heb. Ook de paksoi, dat zeker eens in de week hier op het menu staat. Net zoals er altijd garnalen in de vriezer liggen. Terwijl de voorraadkast zeker 6 soorten noedels telt, van dun tot dik, van tarwe tot rijstnoedels. Altijd noedels in huis waar ik op dat moment maar zin in kan krijgen.

En restjes? Opgebakken tarwe noedels worden alleen overtroffen door opgebakken rijst. Allebei lekker als ze een beetje een knapperig korstje krijgen. Maar met deze variant is de kans klein dat er iets overblijft.

Lees Meer Lees Meer

Kokosmakron: koekje van eiwit en kokos

Kokosmakron: koekje van eiwit en kokos

Ik weet zeker dat we in ons ouderlijk huis en bij onze grootouders een kokosmakroon kregen aangeboden. Maar officieel wordt het toch echt met slechts één o geschreven: kokosmakron. Dat maakt de uitspraak anders. Wat wel weer grappig is, tenminste als je etymologie interessant vindt, dat ze in het Engels macaroon heten, wel met 2 o’s dus.

Van oudsher zijn amandelen de basis van makronen. Later is daar eiwit bijgekomen. Nu zijn er al langer eieren en noten op de wereld dan de menselijke soort op aarde is. Dus diezelfde mensheid zal ze vast vanaf het begin los van elkaar hebben gegeten. Wie laat nu bijvoorbeeld beukennoten aan zich voorbij gaan?

De combinatie van ei en noten in een samengesteld koekje is van een andere orde. Dat is niet meer eten om te overleven, maar eten omdat het lekker is. Men moet de tijd hebben gehad om koekjes te maken. Op 1 plek gaan wonen, zoals in de Neolithische tijd gebeurde is waarschijnlijk niet genoeg. Op 1 plek landbouw bedrijven is gewoon de hele dag hard werken.

Wat ze bij Stonehenge ook mogen beweren of suggereren, bewerkt eten maken, mince pies in dat geval, we weten simpelweg niet wanneer dat precies is begonnen. En door alleen het eiwit te gebruiken in een koekje en niet het eigeel, maakt het waarschijnlijk dat de dooiers konden worden bewaard. Eten gooi je niet weg.

Het eerste samengestelde koekje zal in een dorp of stad zijn uitgevonden, toen mensen verschillende beroepen hadden en tijd over. Of aan een hof, waar ze beschikking hadden over ijskelders. Maar waar precies en wanneer?

Kokosmakronen. We weten niet echt zeker waarom ze zo heten en wanneer ze precies zijn ontstaan. Maar gelukkig zijn ze er. Ze zijn namelijk superlekker en ook nog eens heel simpel te maken.

Lees Meer Lees Meer

De oneindigheid van zelfgemaakte finuchjetti

De oneindigheid van zelfgemaakte finuchjetti

Finuchjetti zijn heerlijke, knapperige en rustieke snacks gemaakt van bloem, gist, water en anijszaden. Het is een specialiteit van Corsica, en dan speciaal in en rond Ajaccio, de grootste stad op het Franse eiland. Daar zien ze er mooier uit dan de versies die ik maak. Meer oefening baart betere kunst, zeker weten.

In een finuchjetti is het wiskundige symbool voor oneindig te herkennen: ∞. Dat symbool is in 1665 bedacht door de Engelsman John Wallis. Het begrip oneindig is zonder meer lastig, ook (of juist ook) voor wiskundigen. Paradoxen liggen op de loer.

‘Delen door nul is flauwekul’ zeggen we in de klas, maar we bedoelen, delen door 0 is niet gedefinieerd in middelbare school wiskunde. Er zijn intussen wel manieren bedacht waarop delen door 0 wel kan, door de introductie van het begrip unsigned infinity [1], een oneindig zonder positief of negatief teken, een nieuw iets in de wiskunde. Maar dat is voor een foodblog misschien net te ver weg.

Want oneindig is nog veel lastiger dan nul. Wat is bijvoorbeeld ∞ + ∞? De jonge jeugd op bezoek wist er wel raad mee: die lezen het als 2 platliggende 8-en door het papier een kwart slag te draaien en opgeteld leveren die een platliggende 16 als antwoord! Simpel.

Wiskundigen hebben daar wat meer moeite mee. En met reden. Een mooi voorbeeld, uit 1924, komt van de beroemde Duitse wiskundige David Hilbert en heet officieel ‘Hilbert’s paradox van het Grand Hotel’. Dat vond iedereen wat lang en daarom is het nu bekend als ‘Hilberts hotel’. Het is ook geen echte paradox.

Stel je een hotel voor met oneindig veel kamers, waarbij elke kamer een uniek nummer heeft. Bijvoorbeeld 1, 2, 3, 4 en zo verder, het houdt niet op. Stel nu dat in alle kamers een gast zit: het hotel zit vol. Als er nu een nieuwe gast komt, dan vraag je eerst aan alle gasten om 1 kamer op te schuiven. De gast in kamer 1 gaat naar kamer 2, de gast in kamer 2 gaat naar kamer 3, et cetera. Kamer 1 is nu helemaal vrij, daar kan de nieuwe gast in.

Dus ook al is het hotel vol, er kan altijd nog iemand bij. En dat kun je heel vaak herhalen! Zo vaak als je wilt, oneindig vaak zelfs. Maar het kan ook anders, zonder herhalen, in 1 keer zelfs.

Vraag alle gasten hun kamernummer met 2 te vermenigvuldigen en naar de kamer te verhuizen met dat nieuwe nummer. Er zitten nu nog steeds oneindig veel mensen in het hotel, allemaal in kamers met een even nummer. Alle kamers met oneven nummers zijn nu vrij en dat zijn er ook oneindig veel. Daar kan een oneindige hoeveelheid nieuwe gasten in 1 keer in.

Met dat verplaatsen om iets uit te leggen over het begrip oneindig, daar zullen de gasten niet blij van worden. Hadden ze maar niet moeten inchecken in een Hilberts hotel. En ze worden vast nog minder blij als wiskundigen gaan spelen met kamernummers die machten van alle oneven priemgetallen zijn. Zodat we oneindig veel verzamelingen die elk oneindig veel elementen bevatten in 1 keer kunnen huisvesten in het hotel dat toch echt vol was.

De Duitse wiskundige Cantor liet al eerder, aan het eind van de 19e eeuw, ook nog eens zien dat niet alle verzamelingen met oneindig veel elementen even groot zijn. Het duurde even voordat wiskundigen die schok te boven waren gekomen. Vol is niet vol en het ene oneindig is het andere oneindig niet. Je intuïtie staat onder druk. To Infinity and Beyond meldt Buzz Lightyear niet voor niets in de Toy Story films.

Dat oneindig symbool is ook terug te vinden in etenswaar. Met enige goede wil kan je het al herkennen in pretzels en krakelingen, maar er is een Corsicaanse lekkernij die echt de ∞ vorm heeft. Het is onder verschillende namen bekend: finuchjetti en finucchetti lijken de meest voorkomende namen te zijn. Vooral in en rond de stad Ajaccio is het een lokale specialiteit, al lijkt het nu in heel Corsica populair.

Finuchjetti zit een beetje tussen brood en koekjes in. Het bevat geen suiker, maar wel anijs. En anijskoekjes zijn populair bij ons: Fryske dúmkes! Finuchjetti zijn typisch iets als 16 centimeter lang en 6 centimeter breed. Maar ze worden met de hand gemaakt, dus er zijn veel variaties. Naar verluidt bestaan ze al in de ∞ vorm sinds de 19e eeuw.

Het productieproces is ook interessant. Eerst mag het deeg rijzen. Dan wordt het in ∞ vormen gevouwen. Dan mag het nog een keer rijzen om vervolgens eerst kort te worden gekookt en dan pas afgebakken in de oven. We gaan lekker een tijdje bezig zijn in de keuken. Leuk.

Lees Meer Lees Meer

Telor kecap – Indonesische eieren in ketjap

Telor kecap – Indonesische eieren in ketjap

Vorige week schreef ik al over het effect van tandartsbezoek op maaltijden. Dat geldt in het bijzonder als er een onfortuinlijke kies getrokken moet worden. Het kan verkeren. Gemiddeld genomen eet ik best gekruid en als ik veel mee-eters moet geloven ook pittig, al vind ik dat laatste zelf nogal meevallen. Hoe dan ook, afgelopen week deed ik wat voorzichtiger dan anders met het eten, dat wil zeggen niet te hard qua structuur en niet te kruidig. De pastasalade met tonijn was met het warme weer een prettig alternatief. Intussen mis ik wel harde broodjes, misschien dat ik daar komende week een voorzichtige poging ga wagen.

Eigenlijk had ik zin in piendang telor, maar dat was misschien nog wat gewaagd. Beter nog een paar dagen wachten voordat de pepers weer de maaltijd gaan versterken, bedacht ik mij. Dan gewoon de ketjap-variant. Ik maak het vaker, in verschillende varianten. Zoals er in Indonesië ook ontelbare varianten zijn. Ketjap-eieren doen het ook vaak goed bij kinderen in een maaltijd, lekker zoet.

Lees Meer Lees Meer

Pastamaaltijd uit de studententijd met 2 groenten!

Pastamaaltijd uit de studententijd met 2 groenten!

Mijn studentenkamer lag op de 2e verdieping van een oud en statig herenhuis aan de rand van de historische binnenstad. Best wel een grote kamer, hoog ook. In de winter alleen warm direct bij de gaskachel; de rest van de warmte zat tegen het plafond, niet op leefhoogte. Mijn 1e kamer was overigens een heel klein kamertje in een nabij gelegen dorp. Na een half jaar in dat herenhuis in de stad zelf beland. Na nog een half jaar naar 1 van de 6 grote kamers verhuisd en daar vervolgens mijn hele studententijd gebleven. Vanuit de kamer kon je op een klein parkje uitkijken. Tegen de tocht en de kou was er voor de enkel-glas ramen echter nog plastic gespannen. Dik plastic zoals je bij het kamperen onder je tent hebt liggen. Ik woonde er niet voor het uitzicht.

Een ander minpuntje was dat het gaskooktoestel maar 2 pitten had. Een keuken was er sowieso niet in het herenhuis; alles was omgebouwd tot studentenkamers.

In 1 kamer sliep je, studeerde je, kookte je, at je, las je en ontspande je je voor de kleine zwart-wit TV, die op een rechtopstaand krat met Grolsch bier – beugelfles uiteraard – stond. Met een schaar aan de sprietantennes om nog enigszins goed beeld te hebben dat niet al te veel ruiste. De digitalisering was nog heel ver weg. Internet in huis bestond nog niet. Op de universiteit begon het net, maar alleen met email. Mobieltjes bestonden alleen in science fiction series. Je moest jezelf zien te vermaken.

Nu kookte ik toendertijd zeker nog niet zo gevarieerd als nu, maar 2 pitten was toen ook wel wat weinig. Je werd er wel creatief van, maar ideaal was het zeker niet. Geen nood, in hetzelfde oude en statige herenhuis woonde een studievriend die maar 1 kookpit had. De afspraak was snel gemaakt: als het kon kookten en aten we samen in plaats van alleen. Hadden we ineens 3 pitten! En dat hebben we jarenlang volgehouden. Was 1 van ons alleen, dan waren er altijd nog de studentenverenigingen, waar je in de mensa’s ook als niet-lid een volledige maaltijd kon eten.

In dat herenhuis is deze pastamaaltijd ontstaan, oorspronkelijk gebaseerd op wat we daarvoor in onze ouderlijke huizen aten. Er waren toen wel veel minder pastasoorten te krijgen dan tegenwoordig. We maakten het met de alom vertegenwoordigde macaroni. En eerst alleen met bloemkool. Daar is pas later broccoli bij gekomen, want die is wat later in Nederland geïntroduceerd dan bloemkool.

Op een groot niet te missen bord in de supermarkt stond plots de tekst ‘lekkere nieuwe koolsoort’. (Sommige dingen vergeet je nooit.) Koolsoorten aten we in die tijd best veel, op spruitjes na. Makkelijke groenten, snel klaar, ook in stamppotten. Prima groenten voor studenten, net als bonen uit blik (chili con carne!). Daarom zullen we een keer broccoli hebben gekocht. Er was wel twijfel; broccoli, groen als boerenkool, met een krop die wel wat weg had van een bloemkool.

Dus 50%-50% gekocht: de helft van de normale hoeveelheid bloemkool gekocht, aangevuld tot 100% met broccoli. Beviel de broccoli niet, dan konden we toch allebei desgevraagd eerlijk huiswaarts melden dat we groente hadden gegeten. Daarom die eerste keer de bloemkool en broccoli zeker niet gemengd op de borden gelegd. Het beviel echter wel, die broccoli, en de combinatie van die 2 groenten is gebleven. Nu wel gemengd en ook wat minder lang gekookt dan vroeger.

Lees Meer Lees Meer

Pastasalade met tonijn of bacon

Pastasalade met tonijn of bacon

Het is warm en het is hectisch. Ingrijpend tandartsbezoek maakt het er niet makkelijker op. De medeblogger attendeerde mij al op een tandartsproofrecept, maar dat leek mij vanwege de tomaten toch net iets buiten mijn comfortzone. Hoewel ik geen groot pastaliefhebber ben (behalve in Aziatische varianten), leek mij met het warme weer een salade wel een smakelijke keuze. En ik denk dan al snel aan tonijn uit blik. Of bacon. Nu nog op zoek naar een smakelijk recept.

Wie pasta zegt, denkt natuurlijk meteen aan Italië. Volgens de Engelse wiki zouden mogelijk Joden in het Romeinse Rijk de bedenkers van pastasalade zijn, aangezien er op de Sabbath niet gekookt mag worden. Anderen beweren dat de Phoeniciers de bedenkers zijn van pastasalade. Het onderzoeken van die theorieën laat ik graag aan mij Italofiele medeblogger die beter thuis is in de oude Romeinse geschriften.

Maar pastasalades zijn vaak helemaal niet afkomstig uit de Italiaanse keuken, maar uit de Amerikaanse keuken. Weliswaar met overduidelijke invloeden door Italiaanse immigranten, maar Amerikaanse pastasalades onderscheiden zich over het algemeen van de Italiaanse versies door het overdadig gebruik van kaas en vaak vette sauzen. Dit terwijl de Italiaanse versies meestal wat eenvoudiger zijn en meer in balans. De ene salade verfrist, de ander is comfortfood in optima forma. Calorietellers kunnen het dus over het algemeen beter bij de Italiaanse versies houden.

Amerikaanse pastasalade is in tegenstelling tot de Italiaanse variant ook geen 2000 jaar oud. Over het algemeen wordt aangenomen dat het in het begin van de twintigste eeuw door Italiaanse immigranten werd geïntroduceerd en gedurende de Grote Depressie in de twintiger jaren een goedkoop en makkelijk verkrijgbaar alternatief werd voor aardappelsalade. Stemmen zeggen dat in de macaronisalade uit die jaren de Italiaanse en Duitse keuken elkaar ontmoeten. De toevoeging van mayonaise aan gerechten wordt echter toch wel vaak als een Amerikaans bedenksel gezien. Hoewel niet vies van mayonaise trekt mij dat toch niet in een pastasalade. Ik besloot freestyle te gaan.

Lees Meer Lees Meer

Pizza fugazzeta is een Argentijnse dubbele pizza

Pizza fugazzeta is een Argentijnse dubbele pizza

Voluit is het formeel fugazzeta rellena con jamón. Oftewel gevulde fugazzeta met ham. Klassieke ingrediënten van fugazzeta zijn ui en een lokale versie van mozzarella. Regelmatig wordt daar nog gekookte ham aan toegevoegd. Dus informeel heet het dan weer gewoon fugazzeta. Maar tegenwoordig, net als bij een gewone pizza, zijn de ingrediënten vrij te kiezen. (Pizza met ananas!)

Een kenmerk van pizza fugazzeta is dat bijna alle vulling tussen 2 deeglagen verborgen zit. Dat kennen we natuurlijk al van de halfronde Italiaanse calzone. Maar een fugazzeta is helemaal rond en wordt niet van 1 dubbelgevouwen deeglap gemaakt, maar van 2 op elkaar gelegde deeglappen.

De herkomst van fugazzeta is ook meer gerelateerd aan de Italiaanse foccacia en de pizza napoletana. Als soort van foccacia recept meegenomen door Italiaanse immigranten en volgens de overlevering door de zoon van een Genuaanse immigrant in de wijk La Boca van de hoofdstad Buenos Aires verandert in een echt Argentijns recept voor fugazza, een soort van luchtige pizza met uien erop. Fugazzeta is dan de dubbele-korst variant van fugazza, met nog steeds die uien erop. Omdat er op een fugazza geen tomatensaus zit is het een blanke pizza. En door de herkomst kent ook fugazzeta geen tomatensaus.

Krijg je fugazzeta met muzza dan krijg je het met een soort van mozzarella-achtige queso de barra. Er zit vaak wel veel van die  low-moisture mozzarella variant in; doble muzza. Hoe meer kaas, hoe meer de fugazzeta wordt gewaardeerd lijkt het wel. Maar dus niet die heerlijk zachte en frisse buffelmozzarella. Nee, de low-moisture mozzarella variant, die met weinig vocht. Weinig vocht moet, want dat vocht kan als onderdeel van de vulling niet ontsnappen en zou het deeg slap en klef maken. Niet lekker. Hollandse kazen werken dan niet.

Nu zijn er van low-moisture mozzarella ook weer minimaal 3 soorten. De naar Nederlandse kaassmaak toch ietwat smakeloze en vrij harde Amerikaanse mozzarella, waarvan ik niet eens weet of die wel in Europa mag worden verkocht. Een andere variant heet in Italië mozzarella per pizza. Gemaakt van koeienmelk en daardoor wat gelig. De start is nog steeds een wrongel-kaas, maar die is geperst om er zoveel mogelijk water uit te halen. Koud trouwens net zo onsmakelijk als de Amerikaans naamgenoot, maar warm wel lekker. En dus die Argentijnse muzza variant.

Fugazzeta. Een pizza met 2 deeglagen. Je kunt er je standaard hoeveelheid pizza-ingrediënten in en op doen. Maar wat als je niet meer deeg wilt eten dan anders bij een normale pizza? Vol is vol! Zelfs precies evenveel deeg als je eet bij een standaard pizza? Als je zelf pizzadeeg maakt, dan deel je je deeg in 2 gelijke delen en rolt er 2 even grote ronde deeglappen van. Makkelijk.

Maar als je opgerold deeg uit de winkel gebruikt, dan kan je nog steeds fugazzeta maken zonder 2 rollen deeg te kopen. Wiskunde en een deegroller leveren dan toch 2 even grote ronde deeglappen op. Want waarom zou je het willen gokken als je het precies goed kunt krijgen. Elke keer weer als je fugazzeta maakt, wat de grootte van je startdeeg ook is. En wel als volgt.

Lees Meer Lees Meer

Hong Shao Rou – het favoriete maal van Mao

Hong Shao Rou – het favoriete maal van Mao

Wij van Reutel houden van boeken. En we houden van eten. Boeken over eten doen het bij ons ook goed, dus niet zozeer kookboeken. Tenzij die recepten gebracht worden met een verhaal. Want laten we wel wezen, er verschijnen tegenwoordig eindeloze stapels kookboeken. Vaak niet meer dan een verzameling recepten en bijna even zo vaak een bepaald dieet volgend. De enige uitzondering die ik zelf maak is voor boeken met traditionele recepten. Ik wil namelijk graag een beetje weten van de basis.

Kookboeken zijn dus big business. Als mediapersoonlijkheid tel je volgens mij niet meer als je geen kookboek heb uitgebracht. Ik gok dat die boeken in 99% van de gevallen overigens niet zijn geschreven door de persoon in kwestie, maar door een slim marketingteam. Ons voordeel is dat we al die mediapersoonlijkheden dan weer niet kennen en daarvoor dankbaar verstoken blijven van ‘de lekkerste recepten’. Nee, boeken over eten zijn veel interessanter en leuker. Hoe eigenaardig de onderwerpen ook kunnen zijn.

Een van de curiosa in mijn eigen verzameling is Dictators’ Dinners – A bad taste guide to entertaining tyrants. Nu mag je mij van slechte smaak betichten, maar in dit geval doet de schrijver dat zelf al in de ondertitel. De favoriete recepten van mensen die verantwoordelijk zijn voor de verschrikkelijkste dingen. Een soort van macabere nieuwsgierigheid leidt dan tot een boek als dit. Een fatsoenlijke verantwoording ontbreekt echter. En niet alle favoriete recepten kunnen dus met zekerheid worden vastgesteld. Maar het was een bijzonder verjaardagskado en een mooie aanvulling voor de verzameling.

Zo kwam ik erachter dat Hong Shao Rou een van de favoriete gerechten was van Mao Zedong. Erich Honecker at graag casselerrib met zuurkool en Pol Pot een Khmer vissalade. Naar verluidt.

Hong Shao Rou is ultiem troosteten of comfortfood. Lekker in de winter, maar ook als onderdeel van een feestmaaltijd. En heel makkelijk te maken met weinig ingrediënten. Het succes zit in de smaak en de bijzondere textuur van het vlees.

Lees Meer Lees Meer

Risotto al pomodori met nog herkenbare tomaten

Risotto al pomodori met nog herkenbare tomaten

Er zijn weleens van die, hopelijk korte en sporadische, tijden waarin een expert aan iemand meldt even alleen zachte maaltijden te eten. Meestal na bezoek aan een kaakchirurg of tandarts. Verwijderen van verstandskiezen is een beruchte oorzaak. Er werd verteld dat de arts soep en pasta als voorbeelden noemde. Op zich geen straf dus. Daarom geen geroosterde pijnboompitten in deze maaltijd, hoe goed die er ook bijpassen. Want luisteren naar dringend advies moet. De mond bepaalt namelijk de textuur en smaak van het eten. Het aroma doen we met de neus. Zacht gemaakte ingrediënten dus. Startpunt is zachte en romige risotto.

Meestal komt risotto al pomodori neer op zoveel tomatensaus dat de risotto zwemt in die saus. Regelmatig op de rand van wat beter een goed gevulde tomatensoep met rijst zou kunnen heten. Doen we hier niet, ondanks het soep advies. Het gerechtje wordt ook vaak risotto al pomodoro genoemd. Risotto met tomaat. 1 tomaat? Beter is risotto al pomodori, risotto met tomaten. Meer dan 1 tomaat. Verhitten maakt tomaten zacht.

Met tomaten in Nederland is wel wat aan de hand de laatste tijd. Ze worden namelijk door selectie tijdens de kweek bewust steeds zoeter gemaakt. Mogelijk gestart met de introductie van honingtomaatjes in 2009, zien we nu veel meer en verschillende soorten kleine tomaatjes in de schappen liggen met expliciete kreten als fris zoet, volzoet en extra zoet op de verpakking. Men is doorgeschoten. Zoeter dan bijvoorbeeld de honingtomaat hoeft echt niet. Als we dat willen dan doen we wel direct wat suiker in de maaltijd. Bovendien, bij verwarmen van tomaten verdwijnt het zuurtje, en de zoetheid komt vanzelf bovendrijven.

Wat gaat er nog meer bij dit gerecht? Ook even lettend op de uiteindelijke kleuren op de borden.

Als eerste buffelmozzarella. En dat geeft meteen de mogelijkheid om nog wat extra smaak aan de risotto toe te voegen. Water in de mozzarella-verpakking heeft namelijk vaak een licht zilte en kazige smaak. Lekker. Tenminste als er echte wei inzit. Als op de verpakking staat dat het pekelwater is, dan is het gewoon water met veel zout, niet gebruiken. Als het wat wittig water is, met vaak nog wel wat extra toegevoegd zout, dan wel gewoon gebruiken.

Vervolgens pittige, bijna witte Gruyère. En natuurlijk risotto. Vialone Nano dit keer. Gecreëerd in 1967, door de kruising van de risottosoorten Vialone en Nano. Ongekend succesvol, want het wordt naar verluidt samen met soorten Carnaroli en Maratelli als de top 3 van de Italiaanse risotto’s beschouwd.

Voor het vlees, extra smaak als uitgangspunt genomen. Filet d’Ardenne. Een Ardense ham die gemaakt wordt van de ontzwoerde en ontvette bovenbil van een varken. En daardoor bijna geen vet bevat. Gedroogd met een mengsel van pekelzout, koriander, tijm en nootmuskaat. Daarna gerookt met beukenhout en jeneverbessen, en dan weer gedroogd. En dat proef je op je bord. Een hele mooie rooksmaak, door de manier van bereiden.

Basilicumblaadjes, uiteraard. Frisgroen bovenop. Donkergroen als het is gemengd door de risotto.

En dan als finishing touch én fusionelementje voor al die Italiaanse keuzes, oestersaus.

Lees Meer Lees Meer

Vietnamese kip op een stokje

Vietnamese kip op een stokje

De eerste keer dat ik Vietnamees eten at, was ergens in het Ruhrgebied. Ik weet niet meer precies waar, maar het viel me tegen. Het deed vooral aan onze Indonesisch-Chinese restaurants denken, de smaak vooral aangepast aan de West-Europese smaak. Pas later begreep ik dat er een groot verschil is tussen de Vietnamese restaurants in het voormalige West-Duitsland en die in het voormalige Oost-Duitsland. In het westen woonden vooral de vluchtelingen en in het oosten de arbeiders die in de communistische tijd als gastarbeiders werkten. De Vietnamezen in het oosten vormden hechte gemeenschappen die in hun keuken behielden. Dat kon ik uitgebreid testen tijdens een bezoek aan Berlijn vorig jaar, waar ik ook nog eens verbleef in het voormalige Oost-Berlijn, waar ik tientallen Vietnamese restaurants telde. Enkele daarvan ook daadwerkelijk bezocht. Tja, als foodblogger is research natuurlijk onvermijdelijk …

Zo kreeg ik, zonder zelf in Vietnam te zijn geweest, tenminste een aardig beeld van de Vietnamese keuken.

Zo heb ik intussen een aardig idee hoe Pho ga hoort te smaken. Niet dat het mij al goed lukt om dat te reproduceren, maar dat is een andere verhaallijn. Tijdens een van de lunches at ik een saté van kip. Zo ontzettend mals.

Die saté schoot door mijn hoofd toen ik onlangs stond te staren naar een kipfilet bij de slager. Nu rooster je saté traditioneel op kooltjes. Daar doe ik niet aan, vooral om praktische redenen. Al eerder roosterde ik een saté in de oven. Met een heel aardig resultaat, al zeg ik het zelf. Het was echter 30+ buiten en binnen niet veel lager. De oven ging dus niet aan. Kun je saté benaderen in de koekenpan? Strikt genomen heet het dan geen saté meer, immers saté betekent geroosterd vlees. Kip op een stokje dan. Niet geroosterd, maar door de wijze van bereiden heel mals. Het ziet er bovendien net zo smakelijk uit als de geroosterde variant. Experiment geslaagd en voor herhaling vatbaar. Het geeft de maaltijd een feestelijke tintje.

Lees Meer Lees Meer