
Aardappelwafels met zalm, feta en gepocheerd ei
Wafel, een woord met een interessante etymologie. Vooral ook omdat er al een woord was voor iets dat gegaard werd tussen 2 metalen platen. Dat woord is oblie. Een oud leenwoord want de Grieken maakten obelios, vaak ronde platte koeken of crackers. Voornamelijk gemaakt van meel en water, en geroosterd tussen 2 metalen platen. In de loop van de tijd werden er patronen in de metalen platen gemaakt, die dan in het platte voedsel terugkwamen.
De patronen in de ijzers werden dieper. Ergens in de tijd werden vierkanten als patroon de norm voor de dikke oublies en werden ze met een rechthoekig ijzer gemaakt, zoals te zien is op het schilderij ‘De strijd tussen Vasten en Vastenavond’, van Pieter Bruegel de Oude uit 1559. Waarschijnlijk werd in de 14e of 15e eeuw de noodzaak gevoeld om de ronde dunne oblie en de rechthoekige dikke oblie definitief van elkaar te onderscheiden. Een nieuwe naam was nodig. Het gekozen woord werd wafel, verwant aan het Hoogduitse wabe en het Oudfrans walfre, dat beiden honingraat betekent.
Dat daarna de wafel helemaal was ingeburgerd in de Nederlanden blijkt ook uit de recepten in het in 1593 verschenen ‘Eenen seer schoonen ende excellenten Cocboeck’ van Carolus Battus (Karel Baten). Geboren in de Zuidelijke Nederlanden en later stadsgeneesheer in Dordrecht, waar het kookboek verscheen als toevoegsel bij zijn ‘Med’cynboec’. In het kookboek staan 3 recepten voor ‘dikke wafelen’. En dan is er nog een recept ‘om dunne wafelen te maken oft oblyen’. In plaats van dikke en dunne oblies zijn er nu dikke en dunne wafels. Voor dunne crackers mag nog zowel wafel en oblie gebruikt worden. De taalrollen zijn omgedraaid. En dat is zo gebleven gezien onze keuze om stroopwafels zo te noemen. Wat dik zijn die stroopwafels niet. Een oublie is nu zelfs verworden tot een ronde wafel, ook met vierkant patroon erop, en soms opgerold tot een ijshoorntje.
Een wafel is dus iets eetbaars dat uit een wafelijzer komt. De ingrediënten zijn vrij. Hier wafels gemaakt op de snellere manier: geen gist, maar bakpoeder gebruikt. Ook gemaakt omdat alle ingrediënten in huis waren: 2 grote aardappelen, restant van een eergisteren nog volle zak, zalm over van de gisteren gegeten zalm-in-cheesecake, en nog een half pakje Griekse feta in de koelkast. Rucola hebben we altijd op voorraad. Plus de gedane belofte dat ik wafels zou maken.
Onvermijdelijk: aardappelwafels met zalm, feta en gepocheerd ei.
Nog niet opeten (voor 4 wafels)
Voor de wafels
- 200 gram al gegaarde, weer koud geworden aardappelen
- 1 ei
- 25 gram ongezouten roomboter
- 200 milliliter melk
- 100 gram bloem
- 10 gram maizena
- ½ theelepel bakpoeder
- vers gemalen peper
Voor de topping
- 80 gram aan plakken gerookte zalm
- 4 eieren
- verkruimelde feta, naar smaak
- rucola zonder steeltjes, naar smaak
- snufje gedroogde majoraanblaadjes
Aan het werk
Stamp de aardappels tot puree. Smelt de boter op laag vuur, zodat deze niet bruin wordt. Meng de aardappelpuree, het ei en de gesmolten boter in een kom tot er geen klontjes meer in zitten. Mix dan de melk erdoorheen.
Zeef in een andere kom de patentbloem, maizena en bakpoeder met wat gemalen peper. Daarna goed mengen.
Meng het bloemmengsel door het aardappelbeslag onder voortdurend roeren.
Aardappelwafels bakken kost typisch 7 à 8 minuten tijd, 2 minuten meer dan wafels van bloem en gist. Eieren pocheren kost 4 minuten tijd. Dat gaat dus goed samen.
Smeer het wafelijzer in met een klein beetje neutrale olie, zoals arachideolie. Verwarm daarna het wafelijzer. Breng water aan de kook in 2 kleine pannen. (We maken in het ijzer 2 wafels tegelijkertijd.)
Als het wafelijzer meldt dat het heet is, vul dan het wafelijzer met het beslag, met hulp van een soepopscheplepel, bij mij 1 volle lepel beslag per 20 vakjes. Snel gladstrijken met een houten spatel. Het wafelijzer meteen sluiten.
Nu is het tijd om de 2 eieren in 2 pannetjes in 4 minuten te pocheren volgens recept.
Bak de wafels goudbruin en stevig. Een goede indicatie dat ze klaar zijn is dat er geen stoom meer uit het apparaat komt. Laat de wafels uit het ijzer daarna wat afkoelen.
Versnipper de zalm in grove stukken, dat eet makkelijker. Leg de zalm op de nog warme wafel. Daarna bestrooien met stukjes feta en rucola. Een gepocheerd ei er midden op leggen. Op het ei wat gedroogde marjoraanblaadjes strooien.
Direct serveren, en daarna als eerste het ei doorsnijden.
Dan de volgende 2 wafels met gepocheerde eieren maken.
Resultaat
Luchtige knapperige wafels met een gevarieerd smakende topping.
Referentie
Een transcriptie van ‘Eenen seer schoonen ende excellenten Cocboeck’ is te vinden via medievalcookery.