Archief van
Auteur: BroeR

Catillus ornatus is een laganum in repen

Catillus ornatus is een laganum in repen

In het boek Deipnosophistae van Athenaeus [1], gedateerd op de 3e eeuw, staan niet alleen cheesecake recepten. Er staat ook een recept in voor wat de Romeinen catillus ornatus noemen. De ingrediënten worden gegeven, maar over de vorm waarin het geserveerd moet worden laat het recept niets los. De naam helpt ook niet echt. Catillus betekent niets anders dan houder van voedsel zoals een bord of kom, en ornatus betekent zoiets als versierd, opgesmukt. Catillus ornatus wordt wel aan laganum gelinkt. Maar wat is dan laganum?

Het Romeinse Rijk heeft ruim 1200 jaar bestaan, maar informatie over laganum is zeer schaars [2]. In de 2e eeuw BC schrijft Cato [3] helemaal niets over laganum. Pas in de 1e eeuw BC kunnen we iets over laganum lezen. Keizer Cicero meldt dan dat hij dol is op laganum. Horatius noemt in diezelfde eeuw laganum juist alledaags voedsel en refereert naar een gerecht met laganum, porrum (prei) en cicer (kikkererwten). Het boek Deipnosophistae meldt dat het een licht maar weinig voedzaam brood is, dat werd gebakken. In Apicius staat hoe je laganum gebruikt [4]. Er staat echter geen recept. Isidorus Hispalensis (ook bekend als Isidore van Sevilla) meldt dat laganum eerst werd gekookt (pasta?!) en dan werd gebakken in olie.

We hebben wel een etymologische hint. Laganum komt van het Griekse woord laganon. En dat refereert naar een ongerezen platbrood die werd gebakken op een hete plaat, of brede stroken deeg die in olie werden gebakken. Het werd in ieder geval van stevig deeg gemaakt. Dat lijkt een andere moderne vertaling van laganum als een soort pannenkoeken, zoals door bijvoorbeeld Joseph Dommers Vehling in 1936 [5] en Patrick Faas in 2003 [6] is gedaan, uit te sluiten. Pannenkoeken worden van nat beslag gebakken. Het meest aannemelijk is echter dat in de loop van die 1200 jaar laganum verschillende betekenissen heeft gehad, en meer algemeen duidde op een dunne deeglap die werd gebakken.

Laganum werd niet alleen door keizers gegeten, maar ook door het arme deel van de bevolking. Suggesties voor de ingrediënten voor laganum variëren: meel, bloem, water, wijn, peper, melk, olijfolie en vet zijn mogelijkheden. Een minimalistische aanpak lijkt het meest logisch om mee te beginnen.

Als eerste laganum als ongerezen platbrood gemaakt, zoals het mogelijk ooit begon, als nagemaakte Griekse laganon. Daarna de catillus ornatus, gemaakt: een laganum in repen. De oude Grieken bakten repen laganon ook al in olijfolie. De afwijkende naam van de oud Romeinen kan duiden op andere ingrediënten voor catillus ornatus ten opzichte van die voor laganon.

Lees Meer Lees Meer

Gebakken schijfjes Gourmandine aardappelen

Gebakken schijfjes Gourmandine aardappelen

Lunchgerechtje voor 1 persoon. Want gisteren hebben we een klassieker gegeten. Gekookte witte asperges met gebakken ham, hardgekookt ei en stevige aardappelen. En in zo’n maaltijd moet de aardappel wel veel smaak hebben om overeind te blijven. Gourmandine dus. We hielden van die klassieke maaltijd wat aardappels over. Goed laten afkoelen en in een bakje in de koelkast gelegd. Tot nu.

Aardappels. In de studententijd kochten we vooral goedkope aardappels. Van het daardoor overgehouden geld konden we het duurdere en lekkere bier in de beugelflessen van Grolsch medefinancieren. Beugels in een krat. Krat op z’n kant, zwart-wit TV-tje erop. En de avond kon beginnen.

Nu zoeken we de aardappels bewust uit op de culinaire eigenschappen. Aardappelrassen zijn wel seizoensgebonden. Je hebt vroege en late rassen, en van alles ertussenin. Sommige rassen liggen maar voor een korte tijd in de winkels. 1 van onze favorieten is de Opperdoezer Ronde, een ware delicatesse. Dat seizoen loopt regelmatig van eind mei tot en met eind oktober. Mooi lang. Een andere favoriet is de Gourmandine. Een middenvroeg culinair ras, die lang te bewaren is voordat de aardappel de winkel bereikt.

Gourmandine aardappels groeiden aanvankelijk vooral in het land van oorsprong, Frankrijk, en België. Zeker vanaf 2009 werd het ras in Nederland gepromoot zodat ze ook hier werden, en nu worden, verbouwd. Je kunt ze nu ook gewoon als pootaardappelen in Nederland kopen. 2009 is ook het jaar dat de Gourmandine in de categorie aardappelen, groenten en fruit voor de eerste keer de Franse prijs Saveur de l’Année won, Smaak van het Jaar. (Inmiddels staat die teller naar verluidt op 4 keer winst.)

Een Gourmandine is mooi geel van kleur, iets kruimig maar toch stevig, met een volle en licht nootachtige smaak. Kortom, lekker. Dat de smaak bijzonder was, vond ook Paul van Staveren, eigenaar en chef-kok van het helaas verdwenen 1-sterren restaurant Sonoy. Het moet daar zijn geweest dat ik voor het eerst de Gourmandine hebben geproefd, ergens in de periode 2010-2013. Wel er toen een heel stuk voor moeten omrijden op de terugweg, vanuit een familiebezoek in het hoge noorden. Maar meer dan de moeite waard gebleken.

1-sterrenrestaurants: gewoon de chef een 8-gangen maaltijd laten verzorgen, zonder dat je van te voren weet wat je te eten krijgt. Hele kleine porties op de borden en dan aan het eind toch vol zitten. Genieten!

Volgens de Fransen is de Gourmandine zeer geschikt voor gratins en kook- en stoofgerechten. Nou, dat gaan we dus niet doen. We gaan deze keer de al gekookte aardappels bakken, in schijfjes. En dan niet in te dunne plakken snijden. Dan kan je net zo goed direct chips eten. Dikke plakken, bakken tot de buitenkant knapperig en mooi bruin is geworden.

Lees Meer Lees Meer

Dé koekjes met noten, naar Duits recept

Dé koekjes met noten, naar Duits recept

Duitse notenkoekjes. Oftewel Nussecken, notenhoeken. Hoewel het ook wel als gebak wordt geclassificeerd bij onze buren.

Het recept opgestuurd gekregen van Duitse vrienden. Ze zeiden dat het een klassiek Duits koekje is. We gaan ze op hun woord geloven. Opgestuurd omdat zij de koekjes meenemen op wat langere wandelingen in de kou, wat wij ook regelmatig doen.

Nussecken dus. Je kunt ze veelal in de Duitse konditoreien vinden. Ze vallen ook op. Ze zijn meestal driehoekig van vorm, met 1 rechte hoek, van 90° dus. Dat verraad hoe ze worden gemaakt.

Deeg met noten in een bakblik draperen. Bakken in de oven. Dan heb je een grote Nussecke. Maar niet het record, bij lange na niet.

Zo’n beetje iedereen schrijft dat het wereldrecord staat op een 450 kilo wegende Nussecke. Bijna een rechthoek want de lengte was 9 meter, maar de korte zijden respectievelijk 5,57 meter en 5,67 meter. Die enorm grote lap koek liep blijkbaar iets taps toe. Naar verluidt was de hoogte 3,5 centimeter. De foto’s van die gebeurtenis. laten ook een hele grote, maar lage koek zien. Wat zeker is, is dat de Nussecke werd gemaakt bij de Deutschen Eck in Koblenz, in 2010. Die grootte past niet in een etalage. Ze hebben er heel veel kleine Nussecken van gesneden en vervolgens verkocht, voor een goed doel.

Hier doen we het wat bescheidener. Met hulp van een brownieblik met binnenmaten van ongeveer 17 x 26 centimeter.

Onze Nussecke, hier toch wat kleiner dan het wereldrecord, wordt na het bakken ook eerst in stroken gesneden. Waarna die stroken in rechthoeken of vierkanten worden gesneden. Elke rechthoek of vierkant diagonaal doormidden snijden levert elke keer 2 Nussecken op, met elk 2 scherpe en 1 rechte hoek. Je maakt dus altijd een even aantal koekjes.

In de winkels worden ze vaak versierd met vloeibare chocolade. Streepjes chocolade over het hele koekje en/of de 2 scherpe punten in chocolade gedipt. Of ook wel alleen de drie randen voorzien van een laagje chocolade. Voor dat gebruik van chocolade bij Nussecken, daar is in Duitsland geen harde afspraak over gemaakt.

Ook vrij standaard is dat je onder de notenlaag een laagje jam aantreft; standaard is abrikozenjam. Of de jam wordt er los bij geserveerd. Gaan we hier niet doen.

Geen chocolade, geen jam en minder suiker. Ik volg het gekregen recept daarmee niet helemaal op. Entschuldigung, meine Freunde.

Lees Meer Lees Meer

Spaghetti met koffie in de tomatensaus

Spaghetti met koffie in de tomatensaus

In het vorige artikel op Reutel, over bangers and mash, meldde de medeblogger dat ik een lichte voorsprong heb met betrekking tot het aantal op dit blog gepubliceerde Britse recepten. Hij telde, met vorige week mee, een stand van 35 – 2, in mijn voordeel. Vanaf nu dus 36 – 2. Al denk ik zomaar dat het verschil flink groter is, en dan in het voordeel van de medeblogger, als we de Aziatische keuken als uitgangspunt nemen.

De Britse keuken is zeker boeiend, ook al omdat ze al eeuwenlang uit voormalige koloniën en de Gemenebest specerijen, kruiden en anderen ingrediënten voor exotische recepten haalden. Zowel uit de Oost (India) als de West (Jamaica). Veel meer dan in de Nederlanden zijn die toen exotische gerechten onderdeel van de Britse smaak geworden. Dat merkten wij meteen toen we in Engeland gingen wonen. Bovendien houden ze, ook veel meer dan wij, hun ‘oorspronkelijke’ keuken in ere. Boeiend.

Tegenwoordig heb je ook in Nederland hele grote supermarkten vol etenswaren. Maar toen wij naar Engeland vertrokken was dat nog niet zo. Er waren wel supermarkten, maar niet extreem groot, tenminste niet waar wij opgroeiden. De eerste keer boodschappen doen in een supermarkt in Engeland leverde een aangename verrassing op. De Engelse supermarkten waren toendertijd niet alleen heel veel groter, maar hadden ook een heel veel groter assortiment. Met spullen die je op het continent niet kon kopen. Je waande je er in luilekkerland. Zoveel keuzes om te maken, elke keer weer. Het waren vrijwel nooit korte bezoekjes, die eten kopen sessies.

Naast bezoekjes aan de toen nog vele kleine winkeltjes, propvol tot aan het plafond, gingen we meestal naar Sainsbury’s en Tesco. Niet zo gek, die hebben ook verreweg de meeste supermarkten. Tesco heeft ook nu nog ruim het grootste marktaandeel. Sainsbury’s is 2e, maar op gepaste afstand. Die supermarkten waren vaak gelegen aan de randen van dorpen en steden. Immens grote supermarkten met immens grote parkeerplaatsen. Als er nu een nieuwtje in de kranten staat over Sainsbury’s of Tesco, dan check ik meestal even waar het over gaat. Zal wel een uiting van nostalgie zijn. Naar een tijd die nu ook in Engeland niet meer bestaat.

Dit keer het hele artikel gelezen – en bewaard – want het ging over eten. Als onderdeel van hun Little Twists marketing campaign, publiceerde Sainsbury’s in 2015 namelijk een recept voor ‘Spag bol with a coffee twist‘. Oftewel, spaghetti bolognese met een koffiedraai. Een andere twist was een recept voor chocolade in chili con carne. Buiten bestaande kaders denken is dat. Leuk.

De reacties op de Little Twists campagne waren ietwat gemengd. Sainsbury’s werd in Britse kranten beschuldigd van het verpesten van lekker eten. Op social media lieten vooral de tegenstanders zich in felle bewoordingen uit over wat er met Sainsbury’s zou moeten gebeuren. Digitaal schelden, helaas ook gemeengoed tegenwoordig als het niet over eten gaat.

Toen mensen het spag bol recept echt gingen proberen sloeg de stemming om. Koffie als specerij. Het bleek te werken. Ook financieel, want Sainsbury’s meldde een stijging van de verkoop van 8% aan oploskoffie en 17% aan spaghetti na de campagne. Van schelden naar liefhebben.

Nu is dat niet zo uniek als het misschien lijkt, koffie in eten. Vooral in toetjes wordt koffie regelmatig toegevoegd. Tiramisu, affogato en mokkataart zijn 3 sprekende voorbeelden. Mokka-ijs en Irish Coffee 2 andere. Maar ook in hoofdmaaltijden wordt het al langer gebruikt. In gebieden waar cowboys rondtrokken bijvoorbeeld, is het gebruikt van koffie in warme maaltijden nog steeds vrij normaal. Zoals in een authentieke Texaanse chili con carne.

Koffie in een warme maaltijd, waarom niet een keer zelf proberen? In weer een variant van spaghetti bolognese.

Lees Meer Lees Meer

Harriott’s chocolate & coconut ice cream sandwich

Harriott’s chocolate & coconut ice cream sandwich

Een deel van ons huishouden bestaat uit mensen die zoete desserts en koekjes erg lekker vinden. Als in, je kunt me er ’s nachts voor wakker maken. Een ander deel van het huishouden laat ze liever links liggen. Dat leidt vaak tot polderen bij de samenstelling van menu’s voor meergangen maaltijden, zeker als het door de hele familie moet worden genuttigd. Maar dit keer niet. We hebben het namelijk niet zelfbedacht, dus gebruik in de familiediners is sowieso uitgesloten.

We hebben dat lekkere niet-zelfbedachte natuurlijk wel nagemaakt en opgepeuzeld. Want het valt niet te ontkennen. Regelmatig kijk ik op rustige tijden – net als de medeblogger – met een schuin oog naar (foute) kookprogramma’s. Dan zijn de anderen met heel andere dingen bezig.

De namaak-oorzaak was weer eens een herhaling van een kookprogramma. Dit keer van Ainsley Harriott, die op TV immer aanstekelijk vrolijke kok, en geen fout kookprogramma presenteerd overigens. Wel met een duidelijk voorkeur voor exotischere gerechten dan die van de traditioneel Noord-Europese keuken. Er gaan wel vaak heel pittige pepertjes in zijn maaltijden. Dat gaat ‘m 1-op-1 niet worden in ons huis. Maar vervang je ze door milde pepertjes of zelfs chipotle sauce, dan blijken dat vaak ook zeer lekkere maaltijden op te leveren. Zonder de dominante pittigheid, maar misschien proef je juist daardoor wel meer verschillende smaken.

De anderen waren dus met iets anders bezig. Tot dit keer Harriott op TV de woorden ‘ice cream‘ hardop uitsprak. De anderen kwamen ineens aanlopen en bleven al staande kijken naar de uitzending, met nogal wat opmerkingen. 1 van de huisgenoten meldde na afloop zelfs dat dit het eerste recept van Harriott was dat ze helemaal had uitgekeken. Mogelijk omdat er geen pittige pepertjes inzaten, wie weet. Maar wel ijs, dus.

We doen de zoetekauwen in ons huishouden een plezier: een sandwich van koekjes met chocoladeschilfers en kokos erin, en daartussen roomijs.

Lees Meer Lees Meer

Lasagnettes pâtes d’Alsace: pasta uit de Elzas

Lasagnettes pâtes d’Alsace: pasta uit de Elzas

Dit keer viel de keuze voor de ingrediënten van de avondmaaltijd op eierpasta uit de Elzas, aangevuld met kleine tomaten uit blik, tuinerwten, kleine mozzarella bolletjes, Grana Padano, mager rundergehakt en uitgebakken hamblokjes. En ricotta, daar wordt het geheel wat romiger van. En inclusief het ondoorzichtige water waarmee de mozzarella werd aangeleverd.

Pasta uit de Elzas, apart, toch? Of toch niet? De meeste pastasoorten in de Elzas, maar misschien wel alle pastasoorten in de Elzas, worden gemaakt met 7 eieren per kilo pasta. Valfleuri produceert bijvoorbeeld pâtes d’Alsace lasagnettes, een eierpasta die door die 7 eieren, 320 gram ei per kilo pasta bevat, oftewel, 32%. Is dat nu veel of weinig eieren? Hoe zit dat?

De meest eierpasta die je in Nederland kan kopen is gelinkt aan Italië. Eierpasta wordt typisch gemaakt door per 100 gram bloem, 1 middelgroot ei toe te voegen, en soms een scheut olijfolie, zeg 10 milliliter. Een andere manier is om een ei, zonder schaal, te wegen en er dan qua gewicht 2 keer zo veel bloem bij te doen. Beide manieren komen op hetzelfde neer.

De gewichtsgrens tussen een medium en groot ei is 63 gram. Wij betrekken onze eieren via de kaasboer van een lokale kippenboer. Laten die eieren nu tussen de 62 en 63 gram wegen. Voor het rekengemak nemen we 62 gram.

Van die 62 gram is tussen de 9% en 12% het gewicht van de schaal. Dat maakt dat er per ei afgerond 56 gram bij de 100 gram bloem gaat. 100 gram bloem met 1 ei levert dan een eierpercentage op van afgerond 36%. De andere manier, verdubbelen van de bloem per ei, levert een eierpercentage op van afgerond 33%. Pâtes d’Alsace lasagnettes zit daar qua percentage ei nog iets onder zelfs. Niets bijzonders dus. Reclame gemaakt om iets te duiden wat bij andere eierpasta soorten ook zo is. Op Bauernspätzle in Duitsland na, die bevat regelmatig 2 eieren per 100 gram bloem.

Op de verpakking van 250 gram lasagnettes pâtes staat dat er 7 vrije-uitloop eieren in een kilo pasta zitten. De eieren wegen dus gemiddeld 320:7=45,7 gram. Een onontkomelijke conclusie is dat de eieren, inclusief schaal, gemiddeld net iets meer dan 50 gram zwaar zijn. Dat zijn daarmee kleine eieren, maar door er 7 te gebruiken telt het toch op tot een hoog aantal grammen.

Gebruik dus kleine eieren als je adverteert! Want 7 klinkt reclame-technisch als heel veel eieren!  Zeker als je de ‘7’ groot afdrukt op de verpakking van 250 gram pasta en ‘per kilo’ veel kleiner. Industrieel ontwerp stuurt mede onze door reclame aangestuurde aankoopbeslissingen! Ze doen het in de Elzas vast om op te boksen tegen die Italiaanse pasta’s die op grote schaal in de winkels liggen.

Lasagnettes. Kleine stukjes pasta; net kleine lasagne velletjes met golvende randjes.

Lees Meer Lees Meer

Wanneer is het een Nederlandse pannenkoek?

Wanneer is het een Nederlandse pannenkoek?

Omdat de meerderheid van de mensheid op het internet alles maar van elkaar overneemt, zonder te checken of het wel of niet klopt, vind je de tekst “Het oudste geschreven recept voor pannenkoeken is terug te vinden in een kookboek uit 1439” veel te veel terug. Zelfs op wetenschappelijke sites [1]. Zonder dat kookboek ooit te noemen, want ja, overgeschreven. Als je dat kookboek wel kent, dan hoor ik het graag. Nu zijn er wel wat kandidaten voor dat kookboek of manuscript van rond die tijd, maar enige voorzichtigheid is zeker op zijn plaats.

Opmerkelijk. Op 17 maart 2023 verscheen in De Telegraaf een bericht over pannenkoekendag [2]. Dat bericht zou eigenlijk wereldnieuws moeten zijn. Er stond namelijk in dat die 1439 versie van een pannenkoek onder ander gemaakt werd met maismeel. Hoe interessant is dat? Mais komt oorspronkelijk uit Mexico. De Amerika’s zijn door Columbus pas ontdekt in 1492. Mais kwam pas daarna via Spanje Europa binnen. Foutje van de Telegraaf? De Telegraaf zal het vast ongegeneerd over hebben genomen van een Engelstalig artikel, waar corn als ingrediënt zal zijn opgenomen. Corn refereert in het Engels naar die graansoort die dominant is in een bepaalde regio. In Engeland is dat tarwe. En zeker geen mais in 1439.

Overigens, wie maakt nog zelf pannenkoeken? Nou wij bijvoorbeeld. En de medeblogger ook, gezien zijn niet zo lang geleden verschenen betoog over zelf je vlees marineren, zelf je pannenkoekenbeslag maken en zelf je ei bakken. Ik kan er alleen maar aan toevoegen, maak ook zelf je tomatensaus. Er is ook weinig in de culinaire wereld dat makkelijker is om zelf te maken dan pannenkoeken. Ok, toegegeven, op de eerste pannenkoek na, daar is vaak iets mee mis. Niet qua smaak, die is prima, maar qua uiterlijk.

De geschiedenis van de Nederlandse pannenkoek is lastig te duiden. Tegenwoordig moet een pannenkoek gemaakt zijn van bloem, eieren, melk en boter. Dat was vroeger helemaal niet zo. Zolang iets plat was en tijdens het bakken moest worden omgedraaid, heette het blijkbaar vaak al pannenkoek.

De vaak gemaakte verwijzing naar het oud Romeinse receptenboek Apicius, en dan specifiek naar het gerecht ova sfongia ex lacte is in werkelijkheid een verwijzing naar een oud Romeinse omelet, en niet naar een pannenkoek; er zit bijvoerbeeld geen bloem in. Ook wordt wel verwezen naar een aliter dulcia recept in Apicius, een andere zoetigheid. Er staan 4 recepten met die titel in het boek, en geen van hen lijkt op pannenkoek.

In de Liber de Coquina, een uit 2 delen bestaand kookboek uit het begin van de 14e eeuw, staan recepten voor kleine, gefrituurde deegplakken, onder ander crispae geheten, en gemaakt van meel, eieren, gist en honing of suiker. Ook nog geen Nederlandse pannenkoek.

In Groot-Britannië heten ze pancakes. En die zijn anders dan onze pannenkoeken. Dikker en minder breed. Ook Elizabeth II bakte ze zelf. Onze pannenkoeken zijn dan op hun beurt weer dikker dan de Franse crêpes. Duitse pannenkoeken zijn net zo groot als die van ons, maar wel heel veel dikker. Nederlandse (en Vlaamse) pannenkoeken schijnen een afwijkende vorm te hebben ten opzichte van andere pannenkoeken in de wereld.

Terug naar 1439. In het Engelse manuscript Ashmole (nummer 1439) [3], geschreven rond het jaar 1430, komt het woord pancake voor. Het Engelse manuscript Ashmole impliceert dat pancakes, als bakproduct, ouder zijn dan 1430. En een verwarring tussen het manuscript nummer 1439 en het jaartal 1439 is natuurlijk gauw gemaakt.

In het  manuscript Ashmole staat een recept voor Towres. In dat recept staat dat je het moet vormen als een pancake. Nu weten we dat cake een broodachtig voedsel is, gemaakt van deeg, vaak zonder gist, en gebakken in kleine platte vormen, zie Tolkien’s Lembas recept. Een plat gebeuren dat je moet omdraaien tijdens het bakken. Dat begint op onze pannenkoek te lijken qua vorm en methode. Maar Towres bevat onder andere ook saffraan en varkensvlees. Dat laatste is tegenwoordig meestal plakjes ontbijtspek, geen stukken varkensvlees.

Het beroemde Franstalige kookboek Le Vivendier [4], geschreven tussen 1420 en 1440, bevat recepten voor crêpes. Dat lijkt niet op onze pannenkoeken, maar de vorm en methode zijn wel gelijk.

Er zijn nog wel meer manuscripten van kookboeken, maar ik kan er geen eerste recept voor Nederlandse pannenkoeken in vinden, helaas. Wel in het eerste (bewaard gebleven) kookboek Notabel boecxken van cokeryen, uit circa 1514. Van gegist deeg zonder ei, met raapolie. Onze huidige pannenkoeken, nog steeds niet echt.

Nederlandse pannenkoeken zoals wij die kennen, breed en dun, die bestonden zeker al in 1560. Toen schilderde Pieter Aertsen De Pannenkoekenbakkerij, nu in het bezit van museum Boijmans Van Beuningen. Op het schilderij zijn zeker 8 pannenkoeken te zien.

Lees Meer Lees Meer

Ova sfongia ex lacte is een oud-Romeinse omelet

Ova sfongia ex lacte is een oud-Romeinse omelet

Je loopt ’s ochtends de trap af en denkt al dan niet bewust na over je ontbijt. Belegd brood, een kom gedroogde vruchten en geroosterde noten in yoghurt, of toch wat anders? Had ik trek in eieren of in kleine pannenkoekjes? Op weg naar de keuken zag ik uit een ooghoek ‘De race door de laars’ liggen, verschenen in 2017. Lichtvoetig maar toch 1 van de betere Asterix en Obelix avonturen van de nieuwe auteurs. Een avontuur in Italië, in de oud-Romeinse tijd.

En toen wist ik het. Het werden eieren. En wel in de vorm van mogelijk het oudst bekende recept van een omelet, uit de Italiaanse laars. Ova sfongia ex lacte, uit de oud-Romeinse recepten compilatie Apicius. Een letterlijke vertaling is ‘sponzige eieren van melk’.

Geen pannenkoeken zoals ook wel wordt geïnterpreteerd. In pannenkoeken zit bloem. In ova sfongia ex lacte niet. Het is ook niet een moderne omelet. Daar schuif je de gare stukjes ei naar het midden zodat het vloeibare deel naar de buitenkant gaat of je laat vloeibaar ei via de zijkant onder het al gestolde deel vloeien, zodat het met de bodem van de pan in aanraking komt. Niet te hard en te lang schuiven, want dan krijg je roerei.

Ova sfongia ex lacte, uiteraard met honing, maar ook, verrassend voor ons in een zoet gerecht, peper.

Lees Meer Lees Meer

Balkenbrij, sperziebonen, aardappelpartjes en gorgonzola

Balkenbrij, sperziebonen, aardappelpartjes en gorgonzola

Het roept altijd een gevoel van weemoed op als we weten dat we de laatste balkenbrij van het seizoen gaan eten. Meestal ergens in maart, maar door sommige slagers al eerder, wordt de laatste balkenbrij gemengd, gekoeld en in blokken gesneden, voor de verkoop.

Je kunt het natuurlijk invriezen, die balkenbrij, maar dat doen we liever niet. Alleen bij bulk aankoop in het op afstand gelegen Salland, dan willen we het wel eens doen. Een deel verse balkenbrij diezelfde avond bakken, een ander deel bewaren voor later, in de vriezer. De smaak van uit-de-vriezer balkenbrij is weliswaar dezelfde als die van verse, maar de textuur, die is veel minder krokant.

De laatste balkenbrij van het seizoen. Puur compensatie gedrag is het daarom, bewust meer balkenbrij dan normaal gesproken op het bord, zodat we extra kunnen genieten van het einde van het balkenbrijseizoen.

Balkenbrij kan je op verschillende manieren behandelen. Je kunt het in grotere plakken snijden, verbrokkelen, of zoals hier, in kleinere plakjes snijden die iets dikker zijn dan normaal. Daarom de standaard 10 minuten baktijd hier met 2 minuten verlengd.

Gekozen voor sperziebonen als groente, met als extra smaakmakers stevige tomaatjes en een klein beetje gorgonzola piccante. Voor het gemak aardappelpartjes uit de oven – dat geeft rust aan het fornuis tijdens het koken, want de oven doet het werk – met als extra smaakmakers chipotle sauce en mayonaise.

En de balkenbrij dus, zonder extra smaakmakers, want het rommelkruid in de balkenbrij heeft al enorm veel smaak van zichzelf.

Lees Meer Lees Meer

Groene asperges, risotto, spek, noten en knoflook

Groene asperges, risotto, spek, noten en knoflook

De oud Romeinen waren zeer bekend met asperges.

Al rond 160 v.C. beschrijft Cato in zijn De Agri Cultura uitvoerig hoe je asperges moet planten en telen. Ook Plinius schrijft in zijn Naturalis Historia uit het jaar 79 over asperges. Hij roemde de wilde asperge, maar beschreef de opzettelijke teelt van zware exemplaren niet bepaald positief. En in Apicius, uit de 4e eeuw, staan zelfs 2 recepten voor een taart met asperges.

Zes eeuwen asperges eten, ze moeten ze erg lekker hebben gevonden. Er doen misschien daarom ook zulke mooie verhalen over asperges de ronde.

Zo wordt van Julius Caesar gemeld dat hij asperges at met gesmolten boter. Ik zou graag de bron van dit verhaal zien, gezien de afkeer van boter bij de oude Romeinen. Volgens, alweer, Plinius, was boter iets voor barbarenstammen. De oude Romeinen dichtten wel een geneeskrachtige werking aan boter toe. Julius Caesar die boter at. Dat zou uitzonderlijk zijn (geweest).

Er is ook een ander verhaal over Julius Caesar,  juist over de oud Romeinse afkeer van boter. Opgeschreven door de Griekse historicus Plutarchus. Die leefde van omstreeks 46 tot omstreeks 120, terwijl Caesar leefde van 100 tot 44 v.C. Ruim meer dan 100 jaar tussen boek en mogelijke feiten. Plutarchus staat ook niet bekend als een nauwkeurige geschiedschrijver.

Het verhaal gaat dat de toen nog gouverneur Julius, van de regio Cisalpine in Noord-Italië, werd uitgenodigd voor een etentje bij de rijke Valerio Leone. Daar zou ook verse asperges met boter zijn geserveerd; een gebruik geërfd van de Etrusken? Iemand in het gevolg van Julius zou hebben gemeld dat boter barbaars voedsel was. Waarop Julius de sfeer zou hebben gered door te melden de gustobus non disputandum est: over smaak valt niet te twisten. Het achteraf toeschrijven van een beroemde uitspraak een beroemde keizer?

Dat komt vaker voor. Als keizer Augustus (63 v.C – 14 AD) iets snel gedaan wilde hebben dan commandeerde hij velocius quam asparagi conquantur – sneller dan je asperges kunt koken. Daar is wel een oud Romeinse bron van! Maar. De uitspraak wordt aan Augustus toegeschreven door Suetonius in zijn boek De vita Caesarum (over het leven van de Caesars) en wel in deel 2, paragraaf 87. Het hele boek, geschreven in het jaar 121, behandelt het leven van twaalf opeenvolgende keizers. Het boek is dus meer dan een eeuw nadat Augustus leefde geschreven. Het is een sappig boek, vol met roddels. De bronnen van het boek? Feitelijke gebeurtenissen aangevuld met geruchten. Dat maakt het toch wel onzeker dat de toen en nu beroemde uitspraak echt door Augustus is gedaan. Maar het verhaal blijft mooi.

Geschiedenis, je kunt het in je eigen voordeel opschrijven. En dat gebeurt nog steeds. Vroeger onder andere over asperges. Tegenwoordig ook over veel serieuzere zaken.

In Nederland zijn witte asperges van oudsher populair. Rechtstreeks van de boer kopen, verser kan niet. In Nederland bijna altijd witte asperges. Groene asperges hebben we in Engeland leren eten. Groene asperges zijn daar juist veel populairder dan de witte variant.

Lees Meer Lees Meer