Archief van
Categorie: Rijst

Snelle knoflookgarnalen met gebakken rijst

Snelle knoflookgarnalen met gebakken rijst

Gebakken rijst. We doen het weer! Ik zit in een rijstperiode. Dat wil zeggen dat hier zo’n 5 dagen in de week rijst wordt gegeten. Rijst is lekker! Gestoomd al een succes, gebakken een feest. Ik moet bij gebakken rijst altijd denken aan de nasi die onze moeder bij de slager kocht en die we waarschijnlijk eens in de maand op zondag aten. Met een gegrilde kippenpoot uit de oven, met het meest knapperige vel.

In mijn oven, nog afkomstig uit de jaren zestig, zit helaas geen spit. Ik leg kippenpoten wel eens in een ovenschaal. Het resultaat is dat de kip slechts knapperig wordt aan één kant. Half perfect als het ware.

De nasi van vroeger kwam vaak van dezelfde slager, maar als die met vakantie was dan werd er uitgeweken naar een andere slager. Een goede slager moet je tegenwoordig zoeken, maar toen was er in elke wijk wel eentje te vinden. In de nasi zaten altijd kleine stukjes varkensvlees, geen idee welk deel, maar met een stevige structuur. Gebakken rijst kun je overigens prima zonder vlees eten, maar een klein beetje is wel lekker. Nasi is ontstaan uit het verwerken van restjes en restjes vlees horen daar vaak bij.

Wat weliswaar geen restje is, maar wel lekker is het toevoegen van 1 of 2 Chinese varkensworstjes Lap Cheung of de Surinaams-Chinese versie, fa chong. Een ietwat zoetig worstje. In plakjes of stukjes snijden en even stomen of meebakken. Eén worstje kan je gebakken rijst flink opleuken.

Voor gebakken rijst heb ik geen vast recept, al maak ik het vaak met paksoi. Witte kool over? In de pan. Prei over? In de pan. Sperziebonen (of slabonen, daarover een andere keer) over? In de pan! Gebakken rijst gaat echter wel om de rijst, dus overdrijf niet met de groenten door de rijst. Serveer liever groente als bijgerecht.

Wil je het nog wat feestelijker maken, serveer dan de rijst met garnalen. Die zijn lekker snel klaar en hebben weinig nodig. Bovendien … altijd lekker met knoflook!

Lees Meer Lees Meer

Surinaamse ribbetjes met gebakken rijst

Surinaamse ribbetjes met gebakken rijst

Roken, een goede manier om vlees langer te kunnen bewaren. Roken gaat meestal samen met zouten. Het roken van vis is hier veel gebruikelijker dan het roken van vlees. Hoewel je bij de slager en bij de supermarkt gewoon gerookte kipfilet kunt krijgen. Kant-en-klaar om te gebruiken. Malser dan de gemiddelde gebakken kipfilet overigens.

In de Surinaamse keuken kennen ze verschillende gerookte EN gezouten eetwaren, zoals Surinaamse krabbetjes en bakkeljauw. Beiden zul je echter eerst moeten ontzouten voor je het verder bereidt, anders is het oneetbaar. Dit doe je door vlees of vis zachtjes in water te laten koken, waarbij je het water 1 of 2 keer ververst. Hierdoor spoelt het meeste van de zouten uit.

Surinaamse krabbetjes bestaan enkel uit vlees en ‘knars’, kraakbeen. Vroeger bevatten de krabbetjes die we hier kennen naast een rib ook nog veel knars, tegenwoordig bestaan Nederlandse krabbetjes enkel uit vlees en rib. En vaak maar een karige hoeveelheid vlees, tenzij je een adresje weet. Zoeken naar goede krabbetjes loont de moeite. Surinaamse krabbetjes zijn in tegenstelling tot Nederlandse krabbetjes dus gerookt en gezouten en kun je vinden in sommige toko’s. Ook omdat de rib ontbreekt bij Surinaamse krabbetjes, zijn deze een stuk kleiner. Gebruikelijk is om ze bij bereiding nog wat kleiner te snijden, tot hapklare stukjes. En omdat ze al gerookt en gezouten zijn, hebben ze niet veel meer nodig. Met een beetje sambal, oestersaus en ui kom je al heel ver.

Surinaamse krabbetjes kun je eten bij je Surinaamse BB met R, maar zijn ook lekker met gebakken rijst. Nu heb je rijst en rijst. Niet elke rijstsoort is even geschikt om te bakken, de rijst moet namelijk goed droog zijn en uit losse korrels bestaan. Basmati is bijvoorbeeld heel geschikt om te bakken, maar ook jasmijnrijst kun je goed bakken. Je moet de rijst dan wel goed laten afkoelen na het stomen, zodat er zoveel mogelijk water verdampt. Een droge korrel bakt veel beter en neemt bovendien goed smaken op die je tijdens het bereiden toevoegt.

Lees Meer Lees Meer

Groene asperges, risotto, spek, noten en knoflook

Groene asperges, risotto, spek, noten en knoflook

De oude Romeinen waren zeer bekend met asperges.

Al rond 160 v.C. beschrijft Cato in zijn De Agri Cultura uitvoerig hoe je asperges moet planten en telen. Ook Plinius schrijft in zijn Naturalis Historia uit het jaar 79 over asperges. Hij roemde de wilde asperge, maar beschreef de opzettelijke teelt van zware exemplaren niet bepaald positief. En in Apicius, uit de 4e eeuw, staan zelfs 2 recepten voor een taart met asperges.

Zes eeuwen asperges eten, ze moeten ze erg lekker hebben gevonden. Er doen misschien daarom ook zulke mooie verhalen over asperges de ronde.

Zo wordt van Julius Caesar gemeld dat hij asperges at met gesmolten boter. Ik zou graag de bron van dit verhaal zien, gezien de afkeer van boter bij de oude Romeinen. Volgens, alweer, Plinius, was boter iets voor barbarenstammen. De oude Romeinen dichtten wel een geneeskrachtige werking aan boter toe. Julius Caesar die boter at. Dat zou uitzonderlijk zijn (geweest).

Er is ook een ander verhaal over Julius Caesar,  juist over de oud Romeinse afkeer van boter. Opgeschreven door de Griekse historicus Plutarchus. Die leefde van omstreeks 46 tot omstreeks 120, terwijl Caesar leefde van 100 tot 44 v.C. Ruim meer dan 100 jaar tussen boek en mogelijke feiten. Plutarchus staat ook niet bekend als een nauwkeurige geschiedschrijver.

Het verhaal gaat dat de toen nog gouverneur Julius, van de regio Cisalpine in Noord-Italië, werd uitgenodigd voor een etentje bij de rijke Valerio Leone. Daar zou ook verse asperges met boter zijn geserveerd; een gebruik geërfd van de Etrusken? Iemand in het gevolg van Julius zou hebben gemeld dat boter barbaars voedsel was. Waarop Julius de sfeer zou hebben gered door te melden de gustobus non disputandum est: over smaak valt niet te twisten. Het achteraf toeschrijven van een beroemde uitspraak een beroemde keizer?

Dat komt vaker voor. Als keizer Augustus (63 v.C – 14 AD) iets snel gedaan wilde hebben dan commandeerde hij velocius quam asparagi conquantur – sneller dan je asperges kunt koken. Daar is wel een oud Romeinse bron van! Maar. De uitspraak wordt aan Augustus toegeschreven door Suetonius in zijn boek De vita Caesarum (over het leven van de Caesars) en wel in deel 2, paragraaf 87. Het hele boek, geschreven in het jaar 121, behandelt het leven van twaalf opeenvolgende keizers. Het boek is dus meer dan een eeuw nadat Augustus leefde geschreven. Het is een sappig boek, vol met roddels. De bronnen van het boek? Feitelijke gebeurtenissen aangevuld met geruchten. Dat maakt het toch wel onzeker dat de toen en nu beroemde uitspraak echt door Augustus is gedaan. Maar het verhaal blijft mooi.

Geschiedenis, je kunt het in je eigen voordeel opschrijven. En dat gebeurt nog steeds. Vroeger onder andere over asperges. Tegenwoordig ook over veel serieuzere zaken.

In Nederland zijn witte asperges van oudsher populair. Rechtstreeks van de boer kopen, verser kan niet. In Nederland bijna altijd witte asperges. Groene asperges hebben we in Engeland leren eten. Groene asperges zijn daar juist veel populairder dan de witte variant.

Lees Meer Lees Meer

Haricot verts, risotto, cheddar, ui en pancetta

Haricot verts, risotto, cheddar, ui en pancetta

De haricot verts geven een lichte zoetheid aan het gerecht, net als de uien, waar zich kleine stukjes nog witte knoflook aan hebben gehecht. De extra garnering met cottage cheese zorgt voor een fris zurige smaak en korrelige textuur. De risotto is gegaard in groentebouillon en daarna is er vers geraspte pikante cheddar doorgeroerd, met enig geweld. Erbovenop liggen pancetta blokjes en geroosterde pijnboompitten. Complete maaltijd met zachte en hardere texturen, en veel verschillende smaken. Een blijvertje, zo werd meteen collectief besloten.

Die risotto, dat is dan ook een speciale: Vialone Nano. Gecreëerd in 1967, door de kruising van de risottosoorten Vialone en Nano. Ongekend succesvol, want het wordt naar verluidt samen met soorten Carnaroli en Maratelli als de top 3 van de Italiaanse risotto’s beschouwd. Carnaroli bestaat sinds 1945 en is ontstaan uit een kruising van de soorten Vialone (alweer) en Leoncino. Ik zou die pure Vialone wel eens willen proeven. Maratelli is een natuurlijke hybride, ontdekt in de natuur in 1914. Niets mis met die 3 al lang bestaande soorten. Kwaliteit blijft bovendrijven: tijdloos.

Risotto wordt romig als de korrels zetmeel afstaan aan hun omgeving. En dat doet Vialone Nano heel veel tijdens het koken. Perfect voor een lekkere rijstmaaltijd.

Lees Meer Lees Meer

Gebakken rijst want de Carmina Burana komt langs

Gebakken rijst want de Carmina Burana komt langs

Ik heb weinig tot niets met koormuziek, maar de Carmina Burana luisteren in het Concertgebouw in Amsterdam is heel erg genieten. Een speciale symfonie in een speciaal gebouw. Alleen even rekening houden met het hoe en wat van het avondeten.

De symfonie Carmina Burana heeft alles wat ik leuk vind in muziek: tempowisselingen, hard gespeelde en zacht uitgevoerde muziek, af en toe stiltes (net als in de symfonische versie van Moessorgski’s Schilderijen van een Tentoonstelling, en in de prachtige versie van Emerson, Lake & Palmer), en de muur van geluid in het opening- en sluitstuk O Fortuna. Ook al ken je de symfonie goed, het blijft spannend om te luisteren. Een kenmerk van echt goede muziek. Zelfs als je de symfonie nooit hebt geluisterd, herken je vast het opening- en sluitstuk O Fortuna. Die muziek wordt met enige regelmaat gebruikt in films en documentaires [1].

Dus toen werd aangekondigd dat dirigent Raymond Janssen op 3 december 2022 in het Amsterdamse Concertgebouw met het Oekraïense International Symphony Orchestra uit Lviv, dat vrijwel uitsluitend uit jonge mensen bestaat, en het beroemde Oekraïense nationale koor Dumka, waarvan gemeld wordt dat ze een unieke koorklank hebben, de Carmina Burana ging uitvoeren, meteen ruim van te voren de tickets gereserveerd, ondanks de voor ons flinke reistijd naar dat Concertgebouw. Met meer dan 130 musici een unieke belevenis ervaren. Encore zou ik zeggen.

Lees Meer Lees Meer

Sperziebonen met rijst, tomaat, feta en noten

Sperziebonen met rijst, tomaat, feta en noten

Aangezien we nauwelijks vers eten voor komende dagen al van te voren halen, en daardoor zo’n beetje elke dag moeten bedenken wat we ’s avonds willen eten, houden we als van zelf ‘wat zullen we vanavond eten’ sessies.

Zo’n sessie kan op elk moment ontstaan, dus wie toevallig aanwezig is op de discussieplek, die denkt hardop mee. En regelmatig heeft iemand al zitten nadenken en meldt simpelweg wat die ’s avonds voor ons gaat koken. Alleen voor belangrijke maaltijden met vaak meerdere gangen wordt de sessie van te voren aangekondigd en zo gepland dat iedereen kan komen.

Eigenlijk probeer ik altijd wel bij die ‘wat zullen we vanavond eten’ sessies te zijn. Over eten nadenken en discussiëren is hartstikke leuk. En ben ik er niet bij dan is de keuze een verrassing. Ook leuk.

Bij de sessie van deze maaltijd werd meteen verse sperziebonen gemeld. Nu ben ik bezig met een recept voor een Griekse fasolakia lathera maaltijd met sperziebonen, dus meteen verteld dat deze maaltijd anders moest worden.

Dus geen combinatie van aardappels, verse tomaten en uien. Ook geen olijfolie, laurierbladeren en knoflook.

De volgende opmerking was, nou, dan doen we het toch zonder al deze ingrediënten!

Omdenken. Geen aardappelen werd rijst. Geen verse tomaten werd zongedroogde tomaten. Wel vlees werd bacon. Wel kaas werd feta. Geen noten werd 2 soorten noten. En toen hadden we ineens een maaltijd.

Lees Meer Lees Meer

Guinness bier als extra smaak in risotto

Guinness bier als extra smaak in risotto

Koken met bier. Dat deden we vroeger niet. Bier drinken, dat deden we wel. Nu is het omgekeerd: we drinken nauwelijks bier tegenwoordig, alleen als het echt warm is buiten en dan ook nog de alcoholvrije versies. Maar er mee koken, dat doen we nu regelmatig.

Koken met bier geeft een extra smaak in en aan een maaltijd. Er zijn heel veel kookboeken die alleen maar recepten met bier beschrijven. Komt ook omdat er nogal veel verschillende soorten bier zijn. Pils, witbier, bokbier, abdijbier, radler, IPA’s, noem maar op.

Een favoriet bij ons is stout. En dan kom je al vrij snel uit bij Guinness. Niet alleen omdat Guinness erg lekker is, maar ook omdat het op zoveel plekken wordt verkocht. Het is zeker niet de enige lekkere stout.

Guinness is een diep-robijnrode, bijna zwarte, stout. Romig ook. Guinness smaakt anders dan andere bieren, onder andere door het relatief hoge ijzergehalte, ongeveer 0,3 milligram per 0,568261 liter (= 1 pint). Je hebt ruim 10 milligram per dag nodig. Niet verstandig als je dat doet door ruim 30 pints Guinness te drinken.

Glastonbury is vooral bekend om de connectie met de legende van Koning Arthur. En wat recenter, vanaf 1970, met het Galstonbury festival, dat fameuze openlucht muziekfestijn. Minder bekend is de Chalice Well, ook wel bekend als de Red Spring. De bron werd al gebruikt in de Oude Steentijd. Chalice Well heeft een connectie met de Heilige Graal en het water zou zelf ook heilige krachten bezitten. De bron is niet ver van de top van Chalice Hill, een veel kleinere heuvel om te beklimmen dan de beroemde Glastonbury Tor. Allemaal moeten-we-gezien-hebben dingen bij Glastonbury.

Als bier heeft de moutige Guinness een als chocoladeachtig, koffieachtig of zelfs dropachtig gekenmerkte smaak met een typische ondertoon van bitterheid. Het werkt ook andersom. Het bronwater van Chalice Well is warm en rood van kleur door ijzer. 10 centimeter verderop al niet meer veilig om te drinken schijnt het. Toen we het water direct uit de bron dronken, zeiden we meteen tegen elkaar, Guinness, de smaak van Guinness. Water dat naar een bier smaakt.

Je kunt met Guinness een prachtige marinade maken, volgens een recept dat we hebben overgenomen van Ierse vrienden. Dat doen we een andere keer. Want hier gaat geen kip, rundvlees of stukken varkensvlees in de maaltijd, maar knapperig gebakken dunne plakken ontbijtspek. Daar is geen marinade voor nodig. De Guinness is voor extra smaak in de risotto zelf en in de romige saus. Romig door de zetmeel van de risotto. Toch een beetje het marinade idee.

Lees Meer Lees Meer

Basmati rijst, gehakt, snijbonen en cajunkruiden

Basmati rijst, gehakt, snijbonen en cajunkruiden

Deze maaltijd wordt in onze huis, beetje apart natuurlijk, bij iedereen op een andere manier op het bord geserveerd en gegeten, want het smaakt dan het lekkerst vindt men. Iedereen zijn persoonlijke voorkeur.

Dat wisten de oude Romeinen ook want die zeiden al tegen elkaar: de gustibus non disputandum est. Nu overgeleverd als ‘over smaak valt niet te twisten’, maar letterlijk betekent het dat je over smaak niet moet discussiëren; het mag wel, maar doe het vooral niet, je wordt het toch nooit eens.

Verse snijbonen zijn het hele jaar te krijgen: global economy. Uit Nederland komen ze meestal in de periode van juli tot en met oktober, met variaties per jaar. Snijbonen is zo’n groente die zelfs jonge kinderen eten, zeker als je ze laat helpen met het snijden van de hele bonen tot kleine stukken met de snijbonenmolen. Zijn ze wat ouder die kinderen, dan kunnen er scherpere kruiden bij. In deze maaltijd gaat bij ons altijd cajunkruiden.

Cajunkruiden is een erg lekker mengsel van droge en gedroogde kruiden en specerijen. Het is ontstaan toen de koloniale driften en internationale oorlogen op het Noord-Amerikaanse continent tot (een relatieve) rust kwamen. Daarvoor hadden de Fransen delen van Canada veroverd in het begin van de 17e eeuw. Toen Frankrijk de Zevenjarige Oorlog verloor werden vanaf 1763 de Engelsen de baas in delen van Canada. De van oorsprong Fransen gingen niet geheel vrijwillig naar het gebied rond de monding van de Mississippi. Omdat in die regio van het huidige Louisiana vanaf het begin van de 18e eeuw al van oorsprong Afrikaanse mensen woonden, ook niet vrijwillig, werd door het samenvoegen van al die verschillende keukens een nieuwe keuken geboren, de Cajun-keuken.

Lees Meer Lees Meer

15 minuten maaltijd: Choy sum met garnalen

15 minuten maaltijd: Choy sum met garnalen

Choy sum is een smakelijke groente die veelvuldig in de Chinese keuken wordt gebruikt. Familie van de paksoi en net zo snel te bereiden. Allebei lekker ook in combinatie met garnalen. Bij mij in de keuken in ieder geval een veel gemaakte combi. Ideaal voor een gezonde maaltijd als je rijst overhebt van de vorige dag.

Choy sum is verkrijgbaar met korte of lange stelen. Waarbij de lange stelen wat meer aan paksoi doen dingen en de korte vaak wat steviger zijn. Qua smaak verschillen ze eigenlijk niet. En net zoals bij paksoi roerbak je de stelen eerst om daarna razendsnel de bladen te laten slinken. Spinazie is er niets bij.

Hoewel garnalen van zichzelf al lekker zijn, doen ze het goed met knoflook. Ook vind ik het lekker om ze een licht pitje mee te geven. Dat levert namelijk een mooi contrast op met de zoet-ziltige smaak van de garnalen; vooral als je grote garnalen gebruikt, die voor een lekkere bite zorgen. Vaak bak ik de garnalen met wat gember, knoflook en een sambal. Die laatste varieer ik regelmatig, beetje afhankelijk van mijn bui. Kies de sambal die je lekker vindt. En als je je sambal altijd bij de supermarkt koopt, loop dan eens een toko binnen. Je zult versteld staan van de keuze.

Lees Meer Lees Meer

Risotto met Heublumenkäse en hazelnoten

Risotto met Heublumenkäse en hazelnoten

Op Reutel zijn in de loop der tijd al veel verschillende kaasjes langs gekomen. Ook niet zo gek, want we zijn beiden dol op kaas en altijd op zoek naar ons nog onbekende soorten. Mijn favoriete kaasboeren (markt en winkel) helpen maar wat graag in mijn deel van de speurtocht. Om het allemaal qua calorieën behapbaar te houden, kopen we dan de eerste keer een klein stukje. Ook weer niet te klein, want alle huisgenoten mogen proeven.

Deze keer wees onze marktkaasboer ons op een kaas die gemaakt wordt van hooimelk. Hooimelk is melk van hooimelkkoeien. De eerste gedachte is dan dat die koeien alleen maar hooi eten, bijvoorbeeld in de winter. Maar dat is maar een gedeelte van het verhaal.

Het gaat om koeien uit de Alpen. De term hooimelk schijnt in 2004 in Oostenrijk te zijn bedacht. Hooimelkkoeien eten gras, kruiden en hooi, afhankelijk van de jaargetijden. In de winter worden ze bijgevoederd met graan en meel.

Wat hooimelkkoeien nadrukkelijk niet eten is gefermenteerd voer. Geen silo- of kuilvoer dus. Dat soort veevoer noemen ze in de Alpen ook wel zuurkool voor dieren. Hooimelk vindt men speciaal. De melk is in de Alpen gewoon te koop. In melkpakken in supermarkten, wel iets duurder dan ‘gewone’ melk. Geen wonder dat men ook in Nederland nadenkt over hooimelk.

In Oostenrijk moeten veel kazen, zoals bijvoorbeeld Emmentaler, uitsluitend worden gemaakt van hooimelk, verplicht. Als je speciale melk hebt, dan kan je ook een nog specialere kaas maken: Heublumenkäse, hooibloemenkaas.

Heublumenkäse gaat nog een stapje verder dan bijvoorbeeld Emmentaler. Om je te overtuigen van de echtheid wordt de bergkaas na 2 maanden rijpen bedekt met hooibloemen en soms ook nog met wat stukjes hooi. Heublumenkäse moet minimaal 5 maanden rijpen, en is dan een mild pittige halfharde kaas met een mooie smaak van bloesems en kruidenaroma’s. Lekker en apart bergkaasje. Je kunt het kleurverschil goed zien. De rand is door de bloemen en kruiden een donkerder tint dan helemaal middenin de kaas.

De smaak van Bergkäse blijft op zich altijd makkelijk overeind in een gerecht. Maar daar gaan we dit keer nog een beetje bij helpen door er een milde maaltijd van te maken. Geen scherpe kruiderij toegevoegd, dus. Helemaal geen kruiderij toegevoegd, want die smaak zit via de kaas al in de maaltijd.

Lees Meer Lees Meer