Archief van
Categorie: Rijst

Risotto al pomodori met nog herkenbare tomaten

Risotto al pomodori met nog herkenbare tomaten

Er zijn weleens van die, hopelijk korte en sporadische, tijden waarin een expert aan iemand meldt even alleen zachte maaltijden te eten. Meestal na bezoek aan een kaakchirurg of tandarts. Verwijderen van verstandskiezen is een beruchte oorzaak. Er werd verteld dat de arts soep en pasta als voorbeelden noemde. Op zich geen straf dus. Daarom geen geroosterde pijnboompitten in deze maaltijd, hoe goed die er ook bijpassen. Want luisteren naar dringend advies moet. De mond bepaalt namelijk de textuur en smaak van het eten. Het aroma doen we met de neus. Zacht gemaakte ingrediënten dus. Startpunt is zachte en romige risotto.

Meestal komt risotto al pomodori neer op zoveel tomatensaus dat de risotto zwemt in die saus. Regelmatig op de rand van wat beter een goed gevulde tomatensoep met rijst zou kunnen heten. Doen we hier niet, ondanks het soep advies. Het gerechtje wordt ook vaak risotto al pomodoro genoemd. Risotto met tomaat. 1 tomaat? Beter is risotto al pomodori, risotto met tomaten. Meer dan 1 tomaat. Verhitten maakt tomaten zacht.

Met tomaten in Nederland is wel wat aan de hand de laatste tijd. Ze worden namelijk door selectie tijdens de kweek bewust steeds zoeter gemaakt. Mogelijk gestart met de introductie van honingtomaatjes in 2009, zien we nu veel meer en verschillende soorten kleine tomaatjes in de schappen liggen met expliciete kreten als fris zoet, volzoet en extra zoet op de verpakking. Men is doorgeschoten. Zoeter dan bijvoorbeeld de honingtomaat hoeft echt niet. Als we dat willen dan doen we wel direct wat suiker in de maaltijd. Bovendien, bij verwarmen van tomaten verdwijnt het zuurtje, en de zoetheid komt vanzelf bovendrijven.

Wat gaat er nog meer bij dit gerecht? Ook even lettend op de uiteindelijke kleuren op de borden.

Als eerste buffelmozzarella. En dat geeft meteen de mogelijkheid om nog wat extra smaak aan de risotto toe te voegen. Water in de mozzarella-verpakking heeft namelijk vaak een licht zilte en kazige smaak. Lekker. Tenminste als er echte wei inzit. Als op de verpakking staat dat het pekelwater is, dan is het gewoon water met veel zout, niet gebruiken. Als het wat wittig water is, met vaak nog wel wat extra toegevoegd zout, dan wel gewoon gebruiken.

Vervolgens pittige, bijna witte Gruyère. En natuurlijk risotto. Vialone Nano dit keer. Gecreëerd in 1967, door de kruising van de risottosoorten Vialone en Nano. Ongekend succesvol, want het wordt naar verluidt samen met soorten Carnaroli en Maratelli als de top 3 van de Italiaanse risotto’s beschouwd.

Voor het vlees, extra smaak als uitgangspunt genomen. Filet d’Ardenne. Een Ardense ham die gemaakt wordt van de ontzwoerde en ontvette bovenbil van een varken. En daardoor bijna geen vet bevat. Gedroogd met een mengsel van pekelzout, koriander, tijm en nootmuskaat. Daarna gerookt met beukenhout en jeneverbessen, en dan weer gedroogd. En dat proef je op je bord. Een hele mooie rooksmaak, door de manier van bereiden.

Basilicumblaadjes, uiteraard. Frisgroen bovenop. Donkergroen als het is gemengd door de risotto.

En dan als finishing touch én fusionelementje voor al die Italiaanse keuzes, oestersaus.

Lees Meer Lees Meer

Carnaroli risotto, groene asperges en kippendijen

Carnaroli risotto, groene asperges en kippendijen

Zou je mensen die asperges eten, vragen om een aspergeplant te beschrijven of zelfs te schetsen op papier, dan is de kans groot dat ze je het antwoord schuldig moeten blijven. Vast iedereen heeft wel eens akkers gezien, in het echt of op TV – als je de grote stad nooit verlaat – waar lange rijen van zandverhogingen, ruggen geheten, afgedekt zijn door even lange rijen plastic. Donker is het in de grond; die asperges blijven wit. Of akkers waar helemaal niets op lijkt te groeien, behalve wat nog lage stengels: de groene asperges. Die jonge scheuten worden geoogst, de akkers blijven een tijd vrij kaal. Blijft een apart gezicht.

Aspergeplanten blijven blijkbaar zo’n 10 jaar staan. Vanaf het 3e jaar worden asperges geoogst. Traditioneel werd de Nederlandse asperge geoogst vanaf de tweede donderdag van april, een traditie, tot 24 juni, een noodzaak. Wat er zo speciaal is aan 24 juni? 24 juni heeft wel wat eigen referenties, maar de link naar asperges is onduidelijk. Mijn eigen gedachten gingen onmiddellijk naar de langste dag van het jaar. Zo is de dag met het langste hoeveelheid daglicht rond 21 juni. Eerder komt voor, maar ook 23 juni komt wel voor. Dus tot 24 juni betekent dat je dan zeker weet dat de langste dag is geweest? Tegenwoordig worden overigens vanaf half februari asperges aangeboden. Die komen uit de kas. En ruim na 24 juni verse asperges eten uit Nederland? Die zijn dan van aspergeplanten die gerooid gaan worden; die hoeven geen reserve meer op te bouwen voor de volgende winter.

Voor 24 juni oogsten, na 24 juni mag de plant aansterken voor de winter. Voor oogsten en aansterken het jaar keurig in 2 tijdvakken verdeeld voor de aspergeplant. Aspergeplanten die dan op de akkers staan worden naar verluidt tot 1,8 meter hoog, met eerst alleen fijne bladeren, dan met witte bloemen en daarna rode bessen. Als je ze eenmaal herkent, vergeet je ze niet meer en kan je ze wel beschrijven en tekenen op papier.

De oud Romeinen kenden de asperges al; ze hebben ze echt gecultiveerd. Plinus de Oudere vond dikke asperges niet lekker. En veel van de wonderschone verhalen rond asperges in het Romeinse rijk zijn gewoon verzonnen. Ook voor het bestaan van die speciale aspergevloot van keizer Augustus kan ik geen historische bron vinden.

Asperges waren zeker heel populair in het oud Romeinse Rijk. Welgestelden sneden ze met een mes waar de bronzen heft uit een gedetailleerde 3-D afbeelding van het top-gedeelte van een aspergestengel bestaat. Ook in Woerden is zo’n heft gevonden. Asperges reisden met de oud Romeinen mee. En dat zal de reden zijn waarom in Groot-Brittannië de groene asperges zo populair zijn, nog steeds. Dat heft van het mes lag overigens waarschijnlijk niet zo gemakkelijk in de hand; veel te ruw met die uitstelsels.

Als wij een bos groene asperges kopen, dan zitten daar regelmatig 2 elastiekjes omheen, ook bij de groenteboer. Een al qua gewicht afgemeten hoeveelheid. Een elastiekje onderaan de bos en een elastiekje bovenaan de bos. En laten er nu reliëfs bestaan uit het oud Romeinse Rijk dat een bosje asperges op precies dezelfde manier samenbind, maar dan met touwtjes. Langere bosjes kregen overigens 3 touwtjes, kortere maar 1 zo te zien op de vele reliëfs die er nog zijn, bijvoorbeeld in Pompeii.

Naast de groene en witte asperges, zijn er ook paarse en groen-paarse asperges. En volgens de nu geldende Europese regels, is dat het, meer zijn er niet. Paarse asperges smaken wat meer naar noten en zijn wat zoeter. Ik ben er overigens niet van overtuigd dat alle groene asperges die je kan kopen in supers ook daadwerkelijk groene asperges zijn volgens de Europese regels. Het lijken regelmatig groen-paarse asperges te zijn. Geeft op zich niet, lekker zijn ze.

Lees Meer Lees Meer

Snelle knoflookgarnalen met gebakken rijst

Snelle knoflookgarnalen met gebakken rijst

Gebakken rijst. We doen het weer! Ik zit in een rijstperiode. Dat wil zeggen dat hier zo’n 5 dagen in de week rijst wordt gegeten. Rijst is lekker! Gestoomd al een succes, gebakken een feest. Ik moet bij gebakken rijst altijd denken aan de nasi die onze moeder bij de slager kocht en die we waarschijnlijk eens in de maand op zondag aten. Met een gegrilde kippenpoot uit de oven, met het meest knapperige vel.

In mijn oven, nog afkomstig uit de jaren zestig, zit helaas geen spit. Ik leg kippenpoten wel eens in een ovenschaal. Het resultaat is dat de kip slechts knapperig wordt aan één kant. Half perfect als het ware.

De nasi van vroeger kwam vaak van dezelfde slager, maar als die met vakantie was dan werd er uitgeweken naar een andere slager. Een goede slager moet je tegenwoordig zoeken, maar toen was er in elke wijk wel eentje te vinden. In de nasi zaten altijd kleine stukjes varkensvlees, geen idee welk deel, maar met een stevige structuur. Gebakken rijst kun je overigens prima zonder vlees eten, maar een klein beetje is wel lekker. Nasi is ontstaan uit het verwerken van restjes en restjes vlees horen daar vaak bij.

Wat weliswaar geen restje is, maar wel lekker is het toevoegen van 1 of 2 Chinese varkensworstjes Lap Cheung of de Surinaams-Chinese versie, fa chong. Een ietwat zoetig worstje. In plakjes of stukjes snijden en even stomen of meebakken. Eén worstje kan je gebakken rijst flink opleuken.

Voor gebakken rijst heb ik geen vast recept, al maak ik het vaak met paksoi. Witte kool over? In de pan. Prei over? In de pan. Sperziebonen (of slabonen, daarover een andere keer) over? In de pan! Gebakken rijst gaat echter wel om de rijst, dus overdrijf niet met de groenten door de rijst. Serveer liever groente als bijgerecht.

Wil je het nog wat feestelijker maken, serveer dan de rijst met garnalen. Die zijn lekker snel klaar en hebben weinig nodig. Bovendien … altijd lekker met knoflook!

Lees Meer Lees Meer

Surinaamse ribbetjes met gebakken rijst

Surinaamse ribbetjes met gebakken rijst

Roken, een goede manier om vlees langer te kunnen bewaren. Roken gaat meestal samen met zouten. Het roken van vis is hier veel gebruikelijker dan het roken van vlees. Hoewel je bij de slager en bij de supermarkt gewoon gerookte kipfilet kunt krijgen. Kant-en-klaar om te gebruiken. Malser dan de gemiddelde gebakken kipfilet overigens.

In de Surinaamse keuken kennen ze verschillende gerookte EN gezouten eetwaren, zoals Surinaamse krabbetjes en bakkeljauw. Beiden zul je echter eerst moeten ontzouten voor je het verder bereidt, anders is het oneetbaar. Dit doe je door vlees of vis zachtjes in water te laten koken, waarbij je het water 1 of 2 keer ververst. Hierdoor spoelt het meeste van de zouten uit.

Surinaamse krabbetjes bestaan enkel uit vlees en ‘knars’, kraakbeen. Vroeger bevatten de krabbetjes die we hier kennen naast een rib ook nog veel knars, tegenwoordig bestaan Nederlandse krabbetjes enkel uit vlees en rib. En vaak maar een karige hoeveelheid vlees, tenzij je een adresje weet. Zoeken naar goede krabbetjes loont de moeite. Surinaamse krabbetjes zijn in tegenstelling tot Nederlandse krabbetjes dus gerookt en gezouten en kun je vinden in sommige toko’s. Ook omdat de rib ontbreekt bij Surinaamse krabbetjes, zijn deze een stuk kleiner. Gebruikelijk is om ze bij bereiding nog wat kleiner te snijden, tot hapklare stukjes. En omdat ze al gerookt en gezouten zijn, hebben ze niet veel meer nodig. Met een beetje sambal, oestersaus en ui kom je al heel ver.

Surinaamse krabbetjes kun je eten bij je Surinaamse BB met R, maar zijn ook lekker met gebakken rijst. Nu heb je rijst en rijst. Niet elke rijstsoort is even geschikt om te bakken, de rijst moet namelijk goed droog zijn en uit losse korrels bestaan. Basmati is bijvoorbeeld heel geschikt om te bakken, maar ook jasmijnrijst kun je goed bakken. Je moet de rijst dan wel goed laten afkoelen na het stomen, zodat er zoveel mogelijk water verdampt. Een droge korrel bakt veel beter en neemt bovendien goed smaken op die je tijdens het bereiden toevoegt.

Lees Meer Lees Meer

Groene asperges, risotto, spek, noten en knoflook

Groene asperges, risotto, spek, noten en knoflook

De oud Romeinen waren zeer bekend met asperges.

Al rond 160 v.C. beschrijft Cato in zijn De Agri Cultura uitvoerig hoe je asperges moet planten en telen. Ook Plinius schrijft in zijn Naturalis Historia uit het jaar 79 over asperges. Hij roemde de wilde asperge, maar beschreef de opzettelijke teelt van zware exemplaren niet bepaald positief. En in Apicius, uit de 4e eeuw, staan zelfs 2 recepten voor een taart met asperges.

Zes eeuwen asperges eten, ze moeten ze erg lekker hebben gevonden. Er doen misschien daarom ook zulke mooie verhalen over asperges de ronde.

Zo wordt van Julius Caesar gemeld dat hij asperges at met gesmolten boter. Ik zou graag de bron van dit verhaal zien, gezien de afkeer van boter bij de oude Romeinen. Volgens, alweer, Plinius, was boter iets voor barbarenstammen. De oude Romeinen dichtten wel een geneeskrachtige werking aan boter toe. Julius Caesar die boter at. Dat zou uitzonderlijk zijn (geweest).

Er is ook een ander verhaal over Julius Caesar,  juist over de oud Romeinse afkeer van boter. Opgeschreven door de Griekse historicus Plutarchus. Die leefde van omstreeks 46 tot omstreeks 120, terwijl Caesar leefde van 100 tot 44 v.C. Ruim meer dan 100 jaar tussen boek en mogelijke feiten. Plutarchus staat ook niet bekend als een nauwkeurige geschiedschrijver.

Het verhaal gaat dat de toen nog gouverneur Julius, van de regio Cisalpine in Noord-Italië, werd uitgenodigd voor een etentje bij de rijke Valerio Leone. Daar zou ook verse asperges met boter zijn geserveerd; een gebruik geërfd van de Etrusken? Iemand in het gevolg van Julius zou hebben gemeld dat boter barbaars voedsel was. Waarop Julius de sfeer zou hebben gered door te melden de gustobus non disputandum est: over smaak valt niet te twisten. Het achteraf toeschrijven van een beroemde uitspraak een beroemde keizer?

Dat komt vaker voor. Als keizer Augustus (63 v.C – 14 AD) iets snel gedaan wilde hebben dan commandeerde hij velocius quam asparagi conquantur – sneller dan je asperges kunt koken. Daar is wel een oud Romeinse bron van! Maar. De uitspraak wordt aan Augustus toegeschreven door Suetonius in zijn boek De vita Caesarum (over het leven van de Caesars) en wel in deel 2, paragraaf 87. Het hele boek, geschreven in het jaar 121, behandelt het leven van twaalf opeenvolgende keizers. Het boek is dus meer dan een eeuw nadat Augustus leefde geschreven. Het is een sappig boek, vol met roddels. De bronnen van het boek? Feitelijke gebeurtenissen aangevuld met geruchten. Dat maakt het toch wel onzeker dat de toen en nu beroemde uitspraak echt door Augustus is gedaan. Maar het verhaal blijft mooi.

Geschiedenis, je kunt het in je eigen voordeel opschrijven. En dat gebeurt nog steeds. Vroeger onder andere over asperges. Tegenwoordig ook over veel serieuzere zaken.

In Nederland zijn witte asperges van oudsher populair. Rechtstreeks van de boer kopen, verser kan niet. In Nederland bijna altijd witte asperges. Groene asperges hebben we in Engeland leren eten. Groene asperges zijn daar juist veel populairder dan de witte variant.

Lees Meer Lees Meer

Haricot verts, risotto, cheddar, ui en pancetta

Haricot verts, risotto, cheddar, ui en pancetta

De haricot verts geven een lichte zoetheid aan het gerecht, net als de uien, waar zich kleine stukjes nog witte knoflook aan hebben gehecht. De extra garnering met cottage cheese zorgt voor een fris zurige smaak en korrelige textuur. De risotto is gegaard in groentebouillon en daarna is er vers geraspte pikante cheddar doorgeroerd, met enig geweld. Erbovenop liggen pancetta blokjes en geroosterde pijnboompitten. Complete maaltijd met zachte en hardere texturen, en veel verschillende smaken. Een blijvertje, zo werd meteen collectief besloten.

Die risotto, dat is dan ook een speciale: Vialone Nano. Gecreëerd in 1967, door de kruising van de risottosoorten Vialone en Nano. Ongekend succesvol, want het wordt naar verluidt samen met soorten Carnaroli en Maratelli als de top 3 van de Italiaanse risotto’s beschouwd. Carnaroli bestaat sinds 1945 en is ontstaan uit een kruising van de soorten Vialone (alweer) en Leoncino. Ik zou die pure Vialone wel eens willen proeven. Maratelli is een natuurlijke hybride, ontdekt in de natuur in 1914. Niets mis met die 3 al lang bestaande soorten. Kwaliteit blijft bovendrijven: tijdloos.

Risotto wordt romig als de korrels zetmeel afstaan aan hun omgeving. En dat doet Vialone Nano heel veel tijdens het koken. Perfect voor een lekkere rijstmaaltijd.

Lees Meer Lees Meer

Gebakken rijst want de Carmina Burana komt langs

Gebakken rijst want de Carmina Burana komt langs

Ik heb weinig tot niets met koormuziek, maar de Carmina Burana luisteren in het Concertgebouw in Amsterdam is heel erg genieten. Een speciale symfonie in een speciaal gebouw. Alleen even rekening houden met het hoe en wat van het avondeten.

De symfonie Carmina Burana heeft alles wat ik leuk vind in muziek: tempowisselingen, hard gespeelde en zacht uitgevoerde muziek, af en toe stiltes (net als in de symfonische versie van Moessorgski’s Schilderijen van een Tentoonstelling, en in de prachtige versie van Emerson, Lake & Palmer), en de muur van geluid in het opening- en sluitstuk O Fortuna. Ook al ken je de symfonie goed, het blijft spannend om te luisteren. Een kenmerk van echt goede muziek. Zelfs als je de symfonie nooit hebt geluisterd, herken je vast het opening- en sluitstuk O Fortuna. Die muziek wordt met enige regelmaat gebruikt in films en documentaires [1].

Dus toen werd aangekondigd dat dirigent Raymond Janssen op 3 december 2022 in het Amsterdamse Concertgebouw met het Oekraïense International Symphony Orchestra uit Lviv, dat vrijwel uitsluitend uit jonge mensen bestaat, en het beroemde Oekraïense nationale koor Dumka, waarvan gemeld wordt dat ze een unieke koorklank hebben, de Carmina Burana ging uitvoeren, meteen ruim van te voren de tickets gereserveerd, ondanks de voor ons flinke reistijd naar dat Concertgebouw. Met meer dan 130 musici een unieke belevenis ervaren. Encore zou ik zeggen.

Lees Meer Lees Meer

Sperziebonen met rijst, tomaat, feta en noten

Sperziebonen met rijst, tomaat, feta en noten

Aangezien we nauwelijks vers eten voor komende dagen al van te voren halen, en daardoor zo’n beetje elke dag moeten bedenken wat we ’s avonds willen eten, houden we als van zelf ‘wat zullen we vanavond eten’ sessies.

Zo’n sessie kan op elk moment ontstaan, dus wie toevallig aanwezig is op de discussieplek, die denkt hardop mee. En regelmatig heeft iemand al zitten nadenken en meldt simpelweg wat die ’s avonds voor ons gaat koken. Alleen voor belangrijke maaltijden met vaak meerdere gangen wordt de sessie van te voren aangekondigd en zo gepland dat iedereen kan komen.

Eigenlijk probeer ik altijd wel bij die ‘wat zullen we vanavond eten’ sessies te zijn. Over eten nadenken en discussiëren is hartstikke leuk. En ben ik er niet bij dan is de keuze een verrassing. Ook leuk.

Bij de sessie van deze maaltijd werd meteen verse sperziebonen gemeld. Nu ben ik bezig met een recept voor een Griekse fasolakia lathera maaltijd met sperziebonen, dus meteen verteld dat deze maaltijd anders moest worden.

Dus geen combinatie van aardappels, verse tomaten en uien. Ook geen olijfolie, laurierbladeren en knoflook.

De volgende opmerking was, nou, dan doen we het toch zonder al deze ingrediënten!

Omdenken. Geen aardappelen werd rijst. Geen verse tomaten werd zongedroogde tomaten. Wel vlees werd bacon. Wel kaas werd feta. Geen noten werd 2 soorten noten. En toen hadden we ineens een maaltijd.

Lees Meer Lees Meer

Guinness bier als extra smaak in risotto

Guinness bier als extra smaak in risotto

Koken met bier. Dat deden we vroeger niet. Bier drinken, dat deden we wel. Nu is het omgekeerd: we drinken nauwelijks bier tegenwoordig, alleen als het echt warm is buiten en dan ook nog de alcoholvrije versies. Maar er mee koken, dat doen we nu regelmatig.

Koken met bier geeft een extra smaak in en aan een maaltijd. Er zijn heel veel kookboeken die alleen maar recepten met bier beschrijven. Komt ook omdat er nogal veel verschillende soorten bier zijn. Pils, witbier, bokbier, abdijbier, radler, IPA’s, noem maar op.

Een favoriet bij ons is stout. En dan kom je al vrij snel uit bij Guinness. Niet alleen omdat Guinness erg lekker is, maar ook omdat het op zoveel plekken wordt verkocht. Het is zeker niet de enige lekkere stout.

Guinness is een diep-robijnrode, bijna zwarte, stout. Romig ook. Guinness smaakt anders dan andere bieren, onder andere door het relatief hoge ijzergehalte, ongeveer 0,3 milligram per 0,568261 liter (= 1 pint). Je hebt ruim 10 milligram per dag nodig. Niet verstandig als je dat doet door ruim 30 pints Guinness te drinken.

Glastonbury is vooral bekend om de connectie met de legende van Koning Arthur. En wat recenter, vanaf 1970, met het Galstonbury festival, dat fameuze openlucht muziekfestijn. Minder bekend is de Chalice Well, ook wel bekend als de Red Spring. De bron werd al gebruikt in de Oude Steentijd. Chalice Well heeft een connectie met de Heilige Graal en het water zou zelf ook heilige krachten bezitten. De bron is niet ver van de top van Chalice Hill, een veel kleinere heuvel om te beklimmen dan de beroemde Glastonbury Tor. Allemaal moeten-we-gezien-hebben dingen bij Glastonbury.

Als bier heeft de moutige Guinness een als chocoladeachtig, koffieachtig of zelfs dropachtig gekenmerkte smaak met een typische ondertoon van bitterheid. Het werkt ook andersom. Het bronwater van Chalice Well is warm en rood van kleur door ijzer. 10 centimeter verderop al niet meer veilig om te drinken schijnt het. Toen we het water direct uit de bron dronken, zeiden we meteen tegen elkaar, Guinness, de smaak van Guinness. Water dat naar een bier smaakt.

Je kunt met Guinness een prachtige marinade maken, volgens een recept dat we hebben overgenomen van Ierse vrienden. Dat doen we een andere keer. Want hier gaat geen kip, rundvlees of stukken varkensvlees in de maaltijd, maar knapperig gebakken dunne plakken ontbijtspek. Daar is geen marinade voor nodig. De Guinness is voor extra smaak in de risotto zelf en in de romige saus. Romig door de zetmeel van de risotto. Toch een beetje het marinade idee.

Lees Meer Lees Meer

Basmati rijst, gehakt, snijbonen en cajunkruiden

Basmati rijst, gehakt, snijbonen en cajunkruiden

Deze maaltijd wordt in onze huis, beetje apart natuurlijk, bij iedereen op een andere manier op het bord geserveerd en gegeten, want het smaakt dan het lekkerst vindt men. Iedereen zijn persoonlijke voorkeur.

Dat wisten de oude Romeinen ook want die zeiden al tegen elkaar: de gustibus non disputandum est. Nu overgeleverd als ‘over smaak valt niet te twisten’, maar letterlijk betekent het dat je over smaak niet moet discussiëren; het mag wel, maar doe het vooral niet, je wordt het toch nooit eens.

Verse snijbonen zijn het hele jaar te krijgen: global economy. Uit Nederland komen ze meestal in de periode van juli tot en met oktober, met variaties per jaar. Snijbonen is zo’n groente die zelfs jonge kinderen eten, zeker als je ze laat helpen met het snijden van de hele bonen tot kleine stukken met de snijbonenmolen. Zijn ze wat ouder die kinderen, dan kunnen er scherpere kruiden bij. In deze maaltijd gaat bij ons altijd cajunkruiden.

Cajunkruiden is een erg lekker mengsel van droge en gedroogde kruiden en specerijen. Het is ontstaan toen de koloniale driften en internationale oorlogen op het Noord-Amerikaanse continent tot (een relatieve) rust kwamen. Daarvoor hadden de Fransen delen van Canada veroverd in het begin van de 17e eeuw. Toen Frankrijk de Zevenjarige Oorlog verloor werden vanaf 1763 de Engelsen de baas in delen van Canada. De van oorsprong Fransen gingen niet geheel vrijwillig naar het gebied rond de monding van de Mississippi. Omdat in die regio van het huidige Louisiana vanaf het begin van de 18e eeuw al van oorsprong Afrikaanse mensen woonden, ook niet vrijwillig, werd door het samenvoegen van al die verschillende keukens een nieuwe keuken geboren, de Cajun-keuken.

Lees Meer Lees Meer