Archief van
Categorie: Sauzen

Noedels met pindasaus (de Indonesische variant)

Noedels met pindasaus (de Indonesische variant)

Een mens moet pindasaus eten (tenzij je allergisch bent natuurlijk). Pindasaus is niet per se gezond, maar wel erg lekker. Favoriet bij spruitjes, maar ook bij Thai-style noedels of petjil, een van oorsprong Javaanse groentesalade met pindasaus, ook populair in Suriname. De Thai-style noedels zijn bij mij geliefd, ook omdat het snel te maken is. Maar soms varieer ik met de pindasaus, want de ene pindasaus is de andere niet. Heb je bovendien wat meer tijd, dan kun je de pindasaus van pinda’s maken i.p.v. pindakaas. Geeft net iets meer voldoening zeg maar.

Intussen weet je natuurlijk dat een pinda geen noot is, maar een peulvrucht. En zoals zoveel voedsel dat we tegenwoordig eten, is het afkomstig uit Zuid-Amerika. Overigens is ook een walnoot strikt genomen geen noot, maar een steenvrucht. Zoals een kers of een perzik dus. Maar dat ter zijde. Pinda’s bestaan voor een groot deel uit vet, dat we met name kennen als arachideolie of pinda-olie. Redelijk neutraal van smaak en bovendien met een hoog rookpunt, wat het erg geschikt maakt voor roerbakken bij hoge temperaturen, veel beter dan bijvoorbeeld zonnebloemolie. En je bent verlost van die ‘vettige oliesmaak’ die je bij gebruik van zonnebloemolie krijgt. Bij hoge temperaturen verbrandt zonnebloemolie bovendien snel, wat zorgt voor allerlei schadelijke afvalproducten. Oftewel voor een paar dubbeltjes meer, smaakt je eten een stuk beter. Terug naar de pindasaus.

Uiteraard heb je voor een maaltijd met noedels niet zo heel veel saus nodig, maar wil je de saus gebruiken voor kipsaté of eiersaté of ergens anders bij, dan pas je de hoeveelheden eenvoudig aan. Onderstaand recept is goed voor 3-4 personen. Saus die je overhoudt, gebruik je voor een andere maaltijd.

Lees Meer Lees Meer

Spaanse salsa brava: één naam, meerdere sauzen

Spaanse salsa brava: één naam, meerdere sauzen

Salsa brava – dappere saus – is in Spanje extreem populair als saus over knapperig gebakken aardappelblokjes, patatas bravas, als tapas maaltijd.

Salsa brava werd oorspronkelijk waarschijnlijk gemaakt van zoete paprika, pikante paprika, olijfolie en bloem. Denk je commercieel dan kan je het volume goedkoop vergroten door tomaten toe te voegen. En dat gebeurde dus ook. En tegenwoordig wordt er in restaurants ook wel een ui gebruikt in salsa brava. Wel of geen ui, tomaten, bepaalde specerijen of knoflook, allemaal heten ze salsa brava. Salsa brava is daarmee eigenlijk een verzamelnaam van een collectie van hete sauzen waarbij ook de hoeveelheden van de ingrediënten niet is voorgeschreven.

In Spaanse winkels in vele soorten flessen en potten te koop, van vele producenten. Dan is de gerookte pimentón de la vera (DOP) vaak wel vervangen door gemalen cayennepeper of jalapenõs. Paprika’s roken kost twee weken tijd. Dat maakt het duurder. In de massaproductie gaan goedkopere pepertjes.

Verschillende salsa brava sauzen getest om te kijken welke de lekkerste is.

Met de klok mee vanaf linksboven. Een luxe versie, een versie met ingrediënten als die in een commercieel product, een oer versie, en de luxe versie uit een blender. Veel kleurverschil door de verschillende ingredïenten.

Lees Meer Lees Meer

Tacosaus voor de quesadilla’s

Tacosaus voor de quesadilla’s

Wat een quesadilla precies is, blijft ietwat onduidelijk. De één zegt dat een quesadilla twee opeen gevouwen tortilla’s zijn. De ander dat het een enkele gevouwen tortilla is en een dubbele een sincronizadas heet. Wellicht is het streekgebonden. Net zoals dat tortilla’s uit het zuiden van Mexico van maismeel zijn gemaakt en uit het noorden van tarwemeel. Als overeenkomst hebben ze het gebruik van kaas. Je kunt quesadilla’s bakken in de olie, maar dat vind ik veel te vet. De voorkeur heeft opwarmen in de koekenpan (zonder olie) of met een tosti-ijzer of grillijzer (voor hippe foodies: een paninimaker).

Mijn quesadilla’s ontstonden ooit spontaan, zonder nog te weten dat het quesadilla’s waren. Het brood was op, net zoals de crackers en afbakbroodjes voor noodgevallen. Zelfs toastjes had ik niet meer. Enkel een pak tortilla’s in de voorraadkast. En ik had een tosti-ijzer. En kaas en augurken. Need I say more. Het klinkt bijna als een studentenmaaltijd, ware het niet dat hele volksstammen het principe al eerder bedacht hadden. Ik ben er van overtuigd dat op een dergelijke manier de fusionkeuken is ontstaan. Niet door hippe koks, maar in een krap studentenkeukentje drie hoog met de restjes groenten van je huisgenoten, wat rijst van gisteren, een dopje tomatenpuree en een teentje knoflook. En een zwarte saus in een fles waarvan het etiket is afgeweekt. Van je laatste geld heb je een blikje spam gekocht. Voor de eiwitten zogenaamd. Een kok is geboren.

Lees Meer Lees Meer