Archief van
Categorie: Vlees

En men kiest rookworst, wafels en Goudse

En men kiest rookworst, wafels en Goudse

Net als de rookworst-in-tortilla’s maaltijd, het heeft wel wat, deze rookworst-wafel. Maar als je wat lichter geraakt bent over wat je met voedsel wel of niet mag doen, dan moet je deze misschien maar overslaan. Hoewel een beroemde kok daar anders over denkt.

De rookworst-wafel bleek desgevraagd geïnspireerd te zijn op de cheesy bacon waffles with tomato soup van de beroemde Britse chef James Martin. Verrassend op 2 fronten. Ten eerste kijken ze blijkbaar nog wat meer dan Netflix en games. En ten tweede, een echte chef die zich bezighoudt met deze manier van comfort-food bereiden.

Ik geef het toe, de referentie naar James Martin intrigeerde het meest. James Martin, dat is die chef die zijn liefde voor echte boter niet onder stoelen of banken steekt. Het lijkt wel of veel van zijn recepten een extra klontje boter bevatten.

Dus het inspiratie-recept opgezocht. Het is uit de serie James Martin’s American Adventure (2018). Dat verklaarde de comfort-food gedachte die meteen bij me opkwam na het horen van de naam van het gerecht. In het recept van Martin worden de gebakken stukjes bacon, met dat klontje boter, door het wafelbeslag gemengd en niet pas later bovenop de wafel worden gelegd. Door dat klontje boter blijven de wafels zacht(er).

Hier dat idee van bacon door het beslag ook toegepast. Maar dan met de keuze van Gelderse rookworst. De echte. Score voor hen.

Lees Meer Lees Meer

Hong Shao Rou – het favoriete maal van Mao

Hong Shao Rou – het favoriete maal van Mao

Wij van Reutel houden van boeken. En we houden van eten. Boeken over eten doen het bij ons ook goed, dus niet zozeer kookboeken. Tenzij die recepten gebracht worden met een verhaal. Want laten we wel wezen, er verschijnen tegenwoordig eindeloze stapels kookboeken. Vaak niet meer dan een verzameling recepten en bijna even zo vaak een bepaald dieet volgend. De enige uitzondering die ik zelf maak is voor boeken met traditionele recepten. Ik wil namelijk graag een beetje weten van de basis.

Kookboeken zijn dus big business. Als mediapersoonlijkheid tel je volgens mij niet meer als je geen kookboek heb uitgebracht. Ik gok dat die boeken in 99% van de gevallen overigens niet zijn geschreven door de persoon in kwestie, maar door een slim marketingteam. Ons voordeel is dat we al die mediapersoonlijkheden dan weer niet kennen en daarvoor dankbaar verstoken blijven van ‘de lekkerste recepten’. Nee, boeken over eten zijn veel interessanter en leuker. Hoe eigenaardig de onderwerpen ook kunnen zijn.

Een van de curiosa in mijn eigen verzameling is Dictators’ Dinners – A bad taste guide to entertaining tyrants. Nu mag je mij van slechte smaak betichten, maar in dit geval doet de schrijver dat zelf al in de ondertitel. De favoriete recepten van mensen die verantwoordelijk zijn voor de verschrikkelijkste dingen. Een soort van macabere nieuwsgierigheid leidt dan tot een boek als dit. Een fatsoenlijke verantwoording ontbreekt echter. En niet alle favoriete recepten kunnen dus met zekerheid worden vastgesteld. Maar het was een bijzonder verjaardagskado en een mooie aanvulling voor de verzameling.

Zo kwam ik erachter dat Hong Shao Rou een van de favoriete gerechten was van Mao Zedong. Erich Honecker at graag casselerrib met zuurkool en Pol Pot een Khmer vissalade. Naar verluidt.

Hong Shao Rou is ultiem troosteten of comfortfood. Lekker in de winter, maar ook als onderdeel van een feestmaaltijd. En heel makkelijk te maken met weinig ingrediënten. Het succes zit in de smaak en de bijzondere textuur van het vlees.

Lees Meer Lees Meer

Vietnamese kip op een stokje

Vietnamese kip op een stokje

De eerste keer dat ik Vietnamees eten at, was ergens in het Ruhrgebied. Ik weet niet meer precies waar, maar het viel me tegen. Het deed vooral aan onze Indonesisch-Chinese restaurants denken, de smaak vooral aangepast aan de West-Europese smaak. Pas later begreep ik dat er een groot verschil is tussen de Vietnamese restaurants in het voormalige West-Duitsland en die in het voormalige Oost-Duitsland. In het westen woonden vooral de vluchtelingen en in het oosten de arbeiders die in de communistische tijd als gastarbeiders werkten. De Vietnamezen in het oosten vormden hechte gemeenschappen die in hun keuken behielden. Dat kon ik uitgebreid testen tijdens een bezoek aan Berlijn vorig jaar, waar ik ook nog eens verbleef in het voormalige Oost-Berlijn, waar ik tientallen Vietnamese restaurants telde. Enkele daarvan ook daadwerkelijk bezocht. Tja, als foodblogger is research natuurlijk onvermijdelijk …

Zo kreeg ik, zonder zelf in Vietnam te zijn geweest, tenminste een aardig beeld van de Vietnamese keuken.

Zo heb ik intussen een aardig idee hoe Pho ga hoort te smaken. Niet dat het mij al goed lukt om dat te reproduceren, maar dat is een andere verhaallijn. Tijdens een van de lunches at ik een saté van kip. Zo ontzettend mals.

Die saté schoot door mijn hoofd toen ik onlangs stond te staren naar een kipfilet bij de slager. Nu rooster je saté traditioneel op kooltjes. Daar doe ik niet aan, vooral om praktische redenen. Al eerder roosterde ik een saté in de oven. Met een heel aardig resultaat, al zeg ik het zelf. Het was echter 30+ buiten en binnen niet veel lager. De oven ging dus niet aan. Kun je saté benaderen in de koekenpan? Strikt genomen heet het dan geen saté meer, immers saté betekent geroosterd vlees. Kip op een stokje dan. Niet geroosterd, maar door de wijze van bereiden heel mals. Het ziet er bovendien net zo smakelijk uit als de geroosterde variant. Experiment geslaagd en voor herhaling vatbaar. Het geeft de maaltijd een feestelijke tintje.

Lees Meer Lees Meer

Warm-weer-food: Broodje roergebakken biefstuk

Warm-weer-food: Broodje roergebakken biefstuk

Je hebt warm weer en warm weer. En je hebt drukkend warm, vlak voor een flinke onweersbui. Elke inspanning wordt meteen afgestraft, dus we beperken dat op zulke momenten graag tot een minimum. Dat wil met de maaltijden dan wel eens voor een uitdaging zorgen.

Beide bloggende broers eten op zulke momenten graag een zelfgemaakte huzaren salade (de een deze, de ander deze), maar je kunt niet alle dagen koude aardappelen eten tenslotte. De keuze is dan een lekkere soep, liefst eentje waarbij al het luie zweet naar buiten komt (ja, ik weet een schijnbare tegenstelling, maar het werkt echt), of … een lekker broodje. Kijk, dan wordt iedereen hier scherp als er over broodjes gesproken wordt. Favoriet is toch wel het broodje Chinese kip (hong you ji kai). Koude, geplukte kip met een pittige dressing van chiliolie met lenteui. Ook goed van te voren te maken.

Maar er is nog een populair broodje: roergebakken biefstuk. Voor de verandering niet pittig, maar hartig. Met die hitte kan een beetje zout echter geen kwaad.

Lees Meer Lees Meer

Snelle maaltijd: dan dan noedels

Snelle maaltijd: dan dan noedels

Ik deed al eens eerder een recept. Er zijn namelijk vele recepten. Ik merk echter dat ik het recept van Fuchsia Dunlop vaker maak. Onlangs nog als onderdeel van een buffet voor 35 man. Dan dan noedels kun je makkelijk van te voren maken en weer opwarmen. Het wordt er misschien nog wel lekkerder van. Opgebakken rijst en opgebakken noedels smaken namelijk geweldig.

Dan dan noodles is eigenlijk streetfood en dan weet je al dat het een snelle bereiding kent. Handig na een lange werkdag. Het heeft echter wel een aantal typische ingrediënten die niet iedereen standaard in huis zal hebben. Te beginnen met het sleutelingrediënt.

Yai cai is een gefermenteerde mosterdkool. Maar lastig te krijgen. Als alternatief kun je Tianjin dongcai gebruiken, een ingemaakte variant van Chinese kool. Bovendien is die veel makkelijker verkrijgbaar. Je hebt ze vast wel eens bij de toko zien staan, zo’n klein bruingroen potje met een doorzichtig plastic deksel. Zo’ n typische verpakking die je alleen koopt als je weet wat het is. Afkomstig uit de Tianjin regio. De kool wordt daar gedroogd in de zon en vervolgens fijn gesneden. Het wordt daarna ingewreven met zout en knoflook, waarna het lang fermenteert in  potten van aardewerk. Zoals vaak met gefermenteerde producten heeft dongcai een sterke smaak.

Je kunt het overigens voor meer gerechten als smaakmaker gebruiken, bijvoorbeeld in een lekker soepje. Gebruik je het voor de eerste keer, wees dan voorzichtig met de hoeveelheden. Teveel kan je gerecht verknallen. En Tianjin dongcai is vrij zout, extra zout toevoegen is zelden nodig. Dus altijd eerst even proeven, maar dat deed je natuurlijk al.

Lees Meer Lees Meer

Gehaktballen met mais-chips erin

Gehaktballen met mais-chips erin

Dat van die chips moet je tegenwoordig wel voluit schrijven. Mais-chips dus. Want je hebt ook aardappelchips, groentechips, chips met kaassmaak (cheese puffs, sinds 1948) en kaaschips.

Door de chips te verkruimelen zijn ze makkelijk te verwerken in gehakt. Langskomende kinderen zijn er dol op. En stiekem, volwassenen ook. De variatie is meteen enorm. Salt & vinager chips brengt een totaal andere smaak met zich mee dan nacho chips, om maar eens 2 voorbeelden te noemen waar wij regelmatig gehaktballen mee maken. Chips zelf maken is ook leuk. Ook in de oven worden ze lekker en knapperig.

Ook nacho chips zijn makkelijk zelf te maken door kleine mais-tortilla’s in 6 driehoekjes te snijden, ze te frituren of in de oven knapperig te laten worden, en dan met kaas te bedekken. Nacho’s worden toegeschreven aan Ignacio Anaya (bijnaam ‘Nacho’) uit Noord-Mexico, bedacht rond 1943 door gefrituurde stukken mais-tortillas te bedekken met gesmolten cheddar kaas en schijfjes jalapeño pepers.

Gekocht als chips bij de super zit er volgens de ingrediëntenlijst kaassmaak (maltodextrine, weipoeder) in en kaaspoeder. Kaaspoeder wordt gemaakt door (harde) kazen te smelten samen met fosfaten, citraten en water, daarna de kaas te dehydrateren en vervolgens te drogen. Ik heb zo’n idee dat er in die nachos cheese flavour chips niet geweldig veel echte kaas zit.

Veel recepten die chips in het gehakt verwerken kiezen voor weinig chips. 10 gram chips per 100 gram gehakt, of nog minder, is vrij normaal zo te zien. Nou, daar denken wij anders over. Verdubbelen! En wel met nacho chips, dus, dit keer. Die we regelmatig eten in onze nacho-bonen maaltijd.

Lees Meer Lees Meer

Carnaroli risotto, groene asperges en kippendijen

Carnaroli risotto, groene asperges en kippendijen

Zou je mensen die asperges eten, vragen om een aspergeplant te beschrijven of zelfs te schetsen op papier, dan is de kans groot dat ze je het antwoord schuldig moeten blijven. Vast iedereen heeft wel eens akkers gezien, in het echt of op TV – als je de grote stad nooit verlaat – waar lange rijen van zandverhogingen, ruggen geheten, afgedekt zijn door even lange rijen plastic. Donker is het in de grond; die asperges blijven wit. Of akkers waar helemaal niets op lijkt te groeien, behalve wat nog lage stengels: de groene asperges. Die jonge scheuten worden geoogst, de akkers blijven een tijd vrij kaal. Blijft een apart gezicht.

Aspergeplanten blijven blijkbaar zo’n 10 jaar staan. Vanaf het 3e jaar worden asperges geoogst. Traditioneel werd de Nederlandse asperge geoogst vanaf de tweede donderdag van april, een traditie, tot 24 juni, een noodzaak. Wat er zo speciaal is aan 24 juni? 24 juni heeft wel wat eigen referenties, maar de link naar asperges is onduidelijk. Mijn eigen gedachten gingen onmiddellijk naar de langste dag van het jaar. Zo is de dag met het langste hoeveelheid daglicht rond 21 juni. Eerder komt voor, maar ook 23 juni komt wel voor. Dus tot 24 juni betekent dat je dan zeker weet dat de langste dag is geweest? Tegenwoordig worden overigens vanaf half februari asperges aangeboden. Die komen uit de kas. En ruim na 24 juni verse asperges eten uit Nederland? Die zijn dan van aspergeplanten die gerooid gaan worden; die hoeven geen reserve meer op te bouwen voor de volgende winter.

Voor 24 juni oogsten, na 24 juni mag de plant aansterken voor de winter. Voor oogsten en aansterken het jaar keurig in 2 tijdvakken verdeeld voor de aspergeplant. Aspergeplanten die dan op de akkers staan worden naar verluidt tot 1,8 meter hoog, met eerst alleen fijne bladeren, dan met witte bloemen en daarna rode bessen. Als je ze eenmaal herkent, vergeet je ze niet meer en kan je ze wel beschrijven en tekenen op papier.

De oud Romeinen kenden de asperges al; ze hebben ze echt gecultiveerd. Plinus de Oudere vond dikke asperges niet lekker. En veel van de wonderschone verhalen rond asperges in het Romeinse rijk zijn gewoon verzonnen. Ook voor het bestaan van die speciale aspergevloot van keizer Augustus kan ik geen historische bron vinden.

Asperges waren zeker heel populair in het oud Romeinse Rijk. Welgestelden sneden ze met een mes waar de bronzen heft uit een gedetailleerde 3-D afbeelding van het top-gedeelte van een aspergestengel bestaat. Ook in Woerden is zo’n heft gevonden. Asperges reisden met de oud Romeinen mee. En dat zal de reden zijn waarom in Groot-Brittannië de groene asperges zo populair zijn, nog steeds. Dat heft van het mes lag overigens waarschijnlijk niet zo gemakkelijk in de hand; veel te ruw met die uitstelsels.

Als wij een bos groene asperges kopen, dan zitten daar regelmatig 2 elastiekjes omheen, ook bij de groenteboer. Een al qua gewicht afgemeten hoeveelheid. Een elastiekje onderaan de bos en een elastiekje bovenaan de bos. En laten er nu reliëfs bestaan uit het oud Romeinse Rijk dat een bosje asperges op precies dezelfde manier samenbind, maar dan met touwtjes. Langere bosjes kregen overigens 3 touwtjes, kortere maar 1 zo te zien op de vele reliëfs die er nog zijn, bijvoorbeeld in Pompeii.

Naast de groene en witte asperges, zijn er ook paarse en groen-paarse asperges. En volgens de nu geldende Europese regels, is dat het, meer zijn er niet. Paarse asperges smaken wat meer naar noten en zijn wat zoeter. Ik ben er overigens niet van overtuigd dat alle groene asperges die je kan kopen in supers ook daadwerkelijk groene asperges zijn volgens de Europese regels. Het lijken regelmatig groen-paarse asperges te zijn. Geeft op zich niet, lekker zijn ze.

Lees Meer Lees Meer

Koud varkensvlees met een pittig knoflook-sojasausje

Koud varkensvlees met een pittig knoflook-sojasausje

Veel mensen zullen Chinees eten vooral associëren met warm eten, maar wie wel eens in een dimsum-restaurant heeft gegeten, weet dat dit zeker niet altijd het geval is. En die koude gerechten zijn er in alle soorten: van paprika met zwarte boontjes, gestoomde aubergine tot kwal en gemarineerde kip. Een koude maaltijd is bovendien aan te bevelen als de temperaturen subtropisch zijn. Niemand heeft tenslotte zin om dan lang in de keuken te staan achter een brandend fornuis.

Koude gerechten kun je perfect ruim van te voren bereiden, voordat het echt warm wordt, EN op bijna elke locatie eten. Ik geef toe, een zelfgemaakte huzarensalade (of deze) is ook lekker, maar wil je eens wat anders dan loont het de moeite om je te verdiepen in de Chinese keuken.

Vandaag een van de vele verrassingen uit de keuken van Sichuan. Een recept van Fuchsia Dunlop. Zij gebruikt een stuk varkenspoot, een beetje vettig en met de huid er nog aan. Voor veel Chinese gerechten is de structuur van het eten (en de juiste bereidingswijze)  belangrijk voor een authentieke ervaring, maar een beetje smokkelen mag best. Ik maak het af en toe met een flink stuk varkensfilet, maar in klein gezelschap kun je het ook prima bereiden met bijvoorbeeld  varkenshaas, of zelfs met kipfilet. Het moet in ieder geval vlees zijn dat je in mooie dunne plakken kunt snijden.

Wat dit gerecht een succes maakt is niet alleen het vlees, maar ook de overheerlijke saus. De basissaus maak je eerst. Wat je niet gebruikt kun je voor langere tijd afgesloten in de koelkast bewaren. Lekker ook als basis voor een dip van gestoomde of gebakken dimsum.

Lees Meer Lees Meer

Knoflookkip met komkommer

Knoflookkip met komkommer

Ik was verrast toen ik er achter kwam dat de komkommer oorspronkelijk uit India afkomstig is. Weliswaar gaat het dan om zo’n 3.000 jaar geleden en heeft de komkommer intussen de wereld veroverd, maar toch. Ik kon mij in eerste instantie ook niet herinneren dat ik in India komkommer heb gegeten of zelfs maar gezien. Wat op zich niet vreemd is, aangezien ik om hygiënische redenen vers gesneden fruit en rauwe groente zorgvuldig heb gemeden. Voor zover dat gaat uiteraard. Ik sluit echter niet uit dat ik mogelijk wel komkommer heb gegeten in een van de verschillende pickles die ik geproefd zal hebben. Maar warm bereid heb ik in ieder geval geen komkommer gezien.

In Europa werd de komkommer waarschijnlijk geïntroduceerd door de Grieken of de Romeinen. Dat is niet zo vreemd, aangezien Griekse en Romeinse handelaren al vroeg in India te vinden waren en andersom. Lees Asterix in Indus-land er maar op na!

Volgens Plinius de Oudere had keizer Tiberius, die leefde rond de start van onze jaartelling, de komkommer zowel ’s zomers als ’s winters dagelijks op zijn tafel staan. De komkommer die Plinius beschreef, is echter klein van stuk, mogelijk een augurk of wat ze in India een Perzische komkommer noemen [1]. Wij zouden de laatste overigens gewoon een kleine komkommer noemen. Wie echter wel eens kleine komkommers uit de Turkse winkel heeft geproefd, zal beamen dat die toch echt anders smaken dan de gemiddelde waterbom uit de supermarkt.

In de eeuwen die volgden veroverde de komkommer Europa en dankzij de Spanjaarden uiteindelijk ook de Amerika’s. In Nederland kennen we eigenlijk maar één soort komkommer. Tenminste dat denken we. De kleine komkommers die in Turkse en Marokkaanse winkels liggen zijn doorgaans een andere variëteit. En dan zijn er nog augurken (of cornichons).

In India kennen ze nog veel meer variatie onder de komkommers. Die deels worden ingedeeld naar gebruikswijze. Verse komkommers worden schijf- of snijkomkommers genoemd. Ze bestaan in verschillende groottes, kleuren en dikte van de schil. Komkommers worden in India vooral koud gegeten of als pickles.

Het Engelse taalgebied kent ook nog burpless komkommers. Deze zijn zoeter en hebben een dunnere schil dan andere komkommervariëteiten. Ook zijn ze vrijwel zaadloos. De naam komt omdat de zaden en schil van andere komkommervariëteiten sommige mensen winderig zouden laten boeren. Of erger…

Komkommer is lekker op een broodje brie, maar rauw eet ik het weinig. Behalve dan in een heerlijke Chinese komkommersalade. Een succes bij elke zomerse maaltijd. Dankzij de Chinezen eet ik vooral graag warme komkommer. Sommige mensen gruwen bij de gedachte, maar als ze het niet weten, smullen ze van gebakken rijst met komkommer. Of van gebakken en gevulde komkommer met gehakt. Jaren geleden pikte ik al eens een lekker kiprecept op van Ken Hom. Te combineren met rijst of met noedels. En restjes de volgende dag koud op een lekker broodje.

Lees Meer Lees Meer

Bangers and mash – Brits arbeidersvoedsel

Bangers and mash – Brits arbeidersvoedsel

Over het algemeen ben ik niet heel bijzonder onder de indruk van de Britse keuken. Van de 35 recepten op dit blog is er dan ook slechts eentje van mijn hand: mulligatawny, de Britse soep uit India. Wel heb ik menig baksel van de medeblogger mogen proeven. Ik laat de Britse keuken dan ook graag aan hem over, bovendien heeft hij een band met Groot-Brittannië, terwijl ik er maar amper een keer ben geweest. Toch zou ik graag nog eens bijvoorbeeld haggis eten, want boeren- en arbeidersmaaltijden hebben een zekere aantrekkingskracht. Getuige ook mijn voorliefde voor de keuken van Sichuan, maar bijvoorbeeld ook fabada asturiana, een Spaanse bonenschotel. Smakelijk en voedzaam.

Zo viel mijn oog op bangers and mash, veel Britser en eenvoudiger gaat een maaltijd niet worden zou je denken. Echter kennen de Duitsers Bratwurst in Zwiebelsauce, al komt daar regelmatig bier of wijn aan te pas. Bangers and mash is niets anders dan aardappelpuree met dopererwten en een braadworst met een uienjus. Vooral die uienjus intrigeerde mij mateloos. Ik ben dol op uien. Uien zijn geweldige smaakmakers, maar kunnen ook zelfstandig een maaltijd vervolmaken zoals in de vorm van gekaramelliseerde uien.

Braadworst, verse worst of saucijsjes. Verschillende namen voor hetzelfde product. Al is de ene verse worst niet als de andere. Gebruikte kruiden en specerijen, maar ook de grofheid van het vlees verschillen per slager en per regio zelfs. En dus ook zeker per land. In Nederland doorgaans met varkensvlees, met uitzonder van de runderworst uiteraard. Voor wie het niet weet, met verse worst wordt de opgerolde variant bedoeld en met saucijsjes en braadworst de korte, rechte varianten. De naam braadworst zegt vooral iets over hoe de worst bereid wordt. Er is nog wel variant: de fijne worst, waarin de inhoud van de worst heel fijn gemalen is. De herkomst van het woord “bangers” wordt toegeschreven aan het feit dat in de Eerste Wereldoorlog, Britse worsten zoveel water bevatten dat ze uit elkaar knalden als ze werden verhit. Geen idee of het waar is, maar wel een goed verhaal. In Groot-Brittannië worden overigens voor de bangers en mash allerlei worsten gebruikt, zowel lams-, varkens en runderworst. Wat je dus lekker vindt! Britten eten graag worst heb ik begrepen. Toad in the hole is ook al zo’n klassiek Brits recept met worst en een uienjus.

Lees Meer Lees Meer