Dé koekjes met noten, naar Duits recept

Dé koekjes met noten, naar Duits recept

Duitse notenkoekjes. Oftewel Nussecken, notenhoeken. Hoewel het ook wel als gebak wordt geclassificeerd bij onze buren.

Het recept opgestuurd gekregen van Duitse vrienden. Ze zeiden dat het een klassiek Duits koekje is. We gaan ze op hun woord geloven. Opgestuurd omdat zij de koekjes meenemen op wat langere wandelingen in de kou, wat wij ook regelmatig doen.

Nussecken dus. Je kunt ze veelal in de Duitse konditoreien vinden. Ze vallen ook op. Ze zijn meestal driehoekig van vorm, met 1 rechte hoek, van 90° dus. Dat verraad hoe ze worden gemaakt.

Deeg met noten in een bakblik draperen. Bakken in de oven. Dan heb je een grote Nussecke. Maar niet het record, bij lange na niet.

Zo’n beetje iedereen schrijft dat het wereldrecord staat op een 450 kilo wegende Nussecke. Bijna een rechthoek want de lengte was 9 meter, maar de korte zijden respectievelijk 5,57 meter en 5,67 meter. Die enorm grote lap koek liep blijkbaar iets taps toe. Naar verluidt was de hoogte 3,5 centimeter. De foto’s van die gebeurtenis. laten ook een hele grote, maar lage koek zien. Wat zeker is, is dat de Nussecke werd gemaakt bij de Deutschen Eck in Koblenz, in 2010. Die grootte past niet in een etalage. Ze hebben er heel veel kleine Nussecken van gesneden en vervolgens verkocht, voor een goed doel.

Hier doen we het wat bescheidener. Met hulp van een brownieblik met binnenmaten van ongeveer 17 x 26 centimeter.

Onze Nussecke, hier toch wat kleiner dan het wereldrecord, wordt na het bakken ook eerst in stroken gesneden. Waarna die stroken in rechthoeken of vierkanten worden gesneden. Elke rechthoek of vierkant diagonaal doormidden snijden levert elke keer 2 Nussecken op, met elk 2 scherpe en 1 rechte hoek. Je maakt dus altijd een even aantal koekjes.

In de winkels worden ze vaak versierd met vloeibare chocolade. Streepjes chocolade over het hele koekje en/of de 2 scherpe punten in chocolade gedipt. Of ook wel alleen de drie randen voorzien van een laagje chocolade. Voor dat gebruik van chocolade bij Nussecken, daar is in Duitsland geen harde afspraak over gemaakt.

Ook vrij standaard is dat je onder de notenlaag een laagje jam aantreft; standaard is abrikozenjam. Of de jam wordt er los bij geserveerd. Gaan we hier niet doen.

Geen chocolade, geen jam en minder suiker. Ik volg het gekregen recept daarmee niet helemaal op. Entschuldigung, meine Freunde.

Onze vrienden hadden een recept gestuurd dat resulteert in een koekje met een dunne koekjesbodem en een dikke laag noten. Met als motivatie dat de bodem slechts een drager moest zijn van de noten; het gaat niet zozeer om het koekjesdeeg. En dat koekjesdeeg is een variant van die voor zandkoekjes. Daar hebben al een eigen recept, voor die zandkoekjes.

Hoe fijner je de noten vijzelt, hoe dunner de notenlaag. En minstens zo belangrijk, hoe minder textuur de koekjes hebben. Grof gevijzelde noten dus.

Het recept nog eens gelezen en tevens besloten de vanille niet in de notenlaag te stoppen, maar in het zandkoekjes gedeelte. Leek me beter voor de smaaksensatie.

Voor het notenmengsel hier 4 verschillende soorten noten uitgekozen. Je kan ook 1, 2 of 3 soorten noten kiezen, of 5. Wat je wilt. Zolang het totale gewicht aan noten maar ongeveer 200 gram is.

Nog niet opeten

Voor het deeg

  • 140 gram tarwebloem
  • 70 gram ongezouten roomboter
  • 60 gram kristalsuiker
  • 1 ei
  • 1 eetlepel vanille-extract
  • 8 gram bakpoeder
  • klontje boter voor het brownieblik

Voor het notenmengsel

  • 50 gram walnoten, zonder dop
  • 50 gram pecannoten, zonder dop
  • 50 gram hazelnoten, nog in hun bruine vliesje
  • 50 gram amandelnoten
  • 100 gram bruine basterdsuiker
  • 100 gram ongezouten roomboter
  • scheutje water (hier niet gebruikt)

Aan het werk

Laat de roomboter voor het deeg op kamertemperatuur komen.

Smeer het brownieblik in met wat boter en druk er bakpapier in. Waar het in de hoeken zit, het bakpapier inknippen. Dat helpt.

Meng de boter en de suiker goed door elkaar in een grote kom. Het wordt geen cake. Lang mixen is niet nodig. Dus dat mengen kan met je handen doen of met een smalle spatel.

Kluts het ei los en meng het ei en de vanille-extract door de suiker en boter.

Zeef de bloem boven de kom. Zeef ook het bakpoeder. Meng dan bakpoeder en bloem door elkaar.

Voeg het droge mengsel bij het natte mengsel en kneed er met je handen een uniform deeg van, dat wel heel zacht zal blijven.

Leg het deeg, afgedekt in huishoudfolie, 20 minuten in de koelkast.

Verwarm intussen de elektrische oven voor op 170°C.

Vijzel de noten in grove stukken.

Laat de boter voor het notenmengsel smelten op laag vuur in een koekenpannetje. Het mag niet koken.

Meng de suiker en de nog warme boter door elkaar in een grote kom. Het is nu zo’n nat mengsel, dat je denkt, dit gaat nooit wat worden.

Voeg de gevijzelde noten toe en meng alles goed door elkaar. En zie, noten omgeven door boter en suiker. Meteen denk je, dat gaat wel degelijk werken.

Haal het deeg uit de koelkast en leg het in het midden van het brownieblik. Verdeel het deeg met natte vingers, vanuit het midden naar de randen.  Doordat je vingers nat zijn, kan je het langzaam, dat wel, al duwend helemaal over de bodem van het brownieblik verdelen. Goed in de hoeken drukken en dan de bovenkant egaal maken.

Verdeel dan het notenmengsel over het zanddeeg. Ook goed in de hoeken drukken en dan weer egaal maken.

Bakken in de oven voor 30 minuten. Wat langer dan bij pure zandkoekjes, omdat de warmte eerst nog door de notenlaag heen moet.

Na 20 minuten gaan de keuken en de kamer heel lekker geuren.

Na die 30 minuten is de Nussecke, zoals alle koekjes op dat uit-de-oven-haal-moment, nog superzacht, maar wel gaar.

Uit de oven, als het iets is afgekoeld maar nog wel lauwwarm is, via het bakpapier de grote Nussecke uit het brownieblik tillen. Zodat het verder kan afkoelen. Voorzichtig, zodat het niet breekt.

Is het nog verder afgekoeld, dan de koek in stroken snijden, dan in rechthoeken en/of vierkanten en vervolgens die rechthoeken en/of vierkanten diagonaal doorsnijden. Hier iets te vroeg gestart met snijden. Iets met zelfbeheersing en zin in notenkoekjes, denk ik.

Niet erg. Leg de koekjes op een bord of rooster en dan meteen alle nog warme kruimels meteen opeten.

Daarna de koekjes helemaal laten afkoelen.

Resultaat

Het werd superlekker gevonden. Danke, meine Freunden.

En 3 uur later rook het nog steeds lekker in de woonkamer en keuken.

Donker door de donkere basterdsuiker en de bruine vliesjes die nog om 3 van de 4 soorten noten zat.

Unaniem werd gesteld dat we er weer een blijvertje bij hebben. Morgen meenemen als we gaan wandelen, als ze echt helemaal zijn afgekoeld.

En toen bleek dat de dag erna, dat je vooral kon proeven dat verschillende noten verschillende smaken hebben.

Het is ook inderdaad meer een notentaart, gebak, dan een koekje. Maar het heet nu eenmaal Nussecken, letterlijk notenhoeken. En dat hebben ze, hoeken. Precies 3.

Klassieke variatie

Eerst een laag abrikozenjam op het deeg smeren en pas daarna het notenmengsel eroverheen verdelen.

Donkere chocolade au bain marie smelten. De 2 scherpe hoeken van een Nussecke erin dippen na het bakken en pas opeten als de Nussecke helemaal is afgekoeld. Dan is de chocolade knapperig.

Ook lekker, maar alleen voor diegenen die van jam én chocolade houden.

P.S.

Voor de noordelijke familieleden: Fryske dúmkes zijn ook dé koekjes met noten, natuurlijk.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *