
Eieren in pindasaus
Pindasaus is mijn guilty pleasure. Ik durf wel te zeggen dat ik het redelijk onder controle heb, want ik maak het hooguit een keer in de maand. Maar dat maakt het elke keer wel weer zo lekker. Had ik maar vaker een dergelijke discipline…
Ik blijf ongetwijfeld in herhaling vallen, maar ik snap niet dat mensen een kant-en-klare saus bij de supermarkt kopen of zelfs een zakje poeder. Enkel een aantal merken bij de toko – zoals Ratu (Indisch) en Lekker-Bekkie (Surinaams) – halen het bij zelfgemaakte pindasaus (en zijn zelfs lekkerder). ‘Alleen aan te leggen met water’ staat er vaak op een emmer glimmende (!) pre-fab saus. Beste mensen, pindasaus glimt niet, echt niet. Soms hoef je de saus zelfs alleen maar op te warmen. Tja, dan kan je net zo goed pindakaas gebruiken natuurlijk. Je moest eens weten hoeveel pindasaus je kan maken met een pot pindakaas.
Puristen maken pindasaus vanaf nul, met zelf gebrande pinda’s. Daar zal ik nog eens een recept voor plaatsen, maar doorgaans maak ik het met pindakaas. Daar zit wel nogal wat verschil tussen. De meeste pindakaas bevat naast een beetje zout ook een of meerdere oliën, waaronder het vaak bekritiseerde palmolie. Dat is vooral om de smeuïgheid te garanderen. Hoe smeuïger, hoe makkelijker smeerbaar tenslotte. Sommige pindakaas bevat zelfs suiker, wat puur een smaakmaker is. Eigenlijk overbodig voor de standaard pindakaas bedoeld voor op brood. De meest zuivere pindakaas zijn over het algemeen de biologische merken. Die bevatten doorgaans alleen pinda’s en een snufje zout. Uiteindelijk geldt natuurlijk dat je vooral de pindakaas moet nemen die je lekker vindt. Maar voor een zelfgemaakte pindasaus ga voor een pindakaas met zo min mogelijk toevoegingen en smaakmakers. Die kun je namelijk het beste gewoon zelf toevoegen naar voorkeur.
Tegenwoordig maak ik pindasaus in een andere volgorde. Dat wil zeggen dat ik niet begin met kokend water, maar met de pindakaas. Je laat de pindakaas eerst smelten en dan voeg je stapsgewijs water toe tot je de gewenste dikte hebt. Net iets makkelijker vind ik, want je hebt eigenlijk nooit een te dunne saus.
- 6-8 eieren
- 1 + 1 el arachideolie
- 2 sjalotjes
- 2 tn knoflook
- 1 tl serehpoeder
- 1 el sambal naar keuze (optioneel)
- 2 flinke el pindakaas
- Heet water.
- 2 el zoete ketjap (Bango of ABC)
Kook de eieren 6-7 minuten en laat ze even afkoelen. Pel ze en bak ze rondom bruin in wat olie. Zet apart.
Snipper de sjalotjes en de knoflook. Verhit een eetlepel olie in een steelpan en bak de sjalot en knoflook glazig. Bak een eetlepel sambal een minuutje mee samen met een theelepel serehpoeder.
Voeg de pindakaas nu toe en laat deze een beetje smelten. Roer een beetje en zet het vuur eventueel iets lager.
Voeg nu beetje bij beetje het hete water toe, net zoveel tot je een mooie saus hebt. Laat even pruttelen om de saus goed te laten binden. Breng op smaak met de ketjap.
Voeg tot slot de eieren toe en warm ze nog even mee.
Lekker met brood of als bijgerecht bij rijst met groenten.
En of het nu zomer is of winter, pindasaus smaakt altijd goed!
P.S. de knakworstjes op de foto zijn voor de kleintjes. Die lusten nog geen pindasaus.
Eén gedachte over “ Eieren in pindasaus”
Pindakaas en pindasaus, mij kan je er voor wakker maken. Altijd in huis en ook hier altijd zelfgemaakte saus. Ik eet graag noedels met veel groente en een grote schep pindasaus. Een wat dunnere saus met gekookt ei ga ik binnenkort maken. Denk dat ik wat kokosroom toevoeg voor een andere draai, lekkere rijst erbij, groentjes… smullen!