Net als de rookworst-in-tortilla’s maaltijd, het heeft wel wat, deze rookworst-wafel. Maar als je wat lichter geraakt bent over wat je met voedsel wel of niet mag doen, dan moet je deze misschien maar overslaan. Hoewel een beroemde kok daar anders over denkt.

De rookworst-wafel bleek desgevraagd geïnspireerd te zijn op de cheesy bacon waffles with tomato soup van de beroemde Britse chef James Martin. Verrassend op 2 fronten. Ten eerste kijken ze blijkbaar nog wat meer dan Netflix en games. En ten tweede, een echte chef die zich bezighoudt met deze manier van comfort-food bereiden.

Ik geef het toe, de referentie naar James Martin intrigeerde het meest. James Martin, dat is die chef die zijn liefde voor echte boter niet onder stoelen of banken steekt. Het lijkt wel of veel van zijn recepten een extra klontje boter bevatten.

Dus het inspiratie-recept opgezocht. Het is uit de serie James Martin’s American Adventure (2018). Dat verklaarde de comfort-food gedachte die meteen bij me opkwam na het horen van de naam van het gerecht. In het recept van Martin worden de gebakken stukjes bacon, met dat klontje boter, door het wafelbeslag gemengd en niet pas later bovenop de wafel worden gelegd. Door dat klontje boter blijven de wafels zacht(er).

Hier dat idee van bacon door het beslag ook toegepast. Maar dan met de keuze van Gelderse rookworst. De echte. Score voor hen.

Nog niet opeten (voor 6 wafels)

• 175 gram Gelderse rookworst
• 250 gram patentbloem
• 200 milliliter melk
• 80 gram geraspte oude Goudse kaas
• 40 gram ongezouten roomboter
• 3 eieren
• 1 afgestreken theelepel bakpoeder
• vers gemalen zwarte peper
• snufje zout
• bier

De kaas moet smaak hebben om overeind te blijven in dit wafelrecept. Belegen kaas redt het niet.

Aan het werk

Echte Gelderse rookworst moet nog gegaard worden. Geïnspireerd door de behandeling van de bacon door Martin, hier de rookworst eerst bruin en plakkerig gebakken en niet gegaard in heet water. Martin voegt dan aan de al gebakken bacon nog wat extra boter toe, het bewijs is geleverd.

Snij de Gelderse rookworst in plakjes en snij de plakjes in 4 kwarten. Bak de stukjes in een beetje boter tot ze bruin zijn, in ongeveer 10 minuten. Weer wat laten afkoelen. Vrijgekomen vet verwijderen.

Intussen het wafelbeslag maken.

Verwarm de boter op laag vuur. Het moet niet bruin worden.

Zeef in een kom de patentbloem en bakpoeder met wat zout en vers gemalen peper. Daarna goed mengen.

Splits de eieren. Klop de eiwitten stijf.

Meng in een andere kom de eidooiers met de melk. Meng er eerst de gesmolten boter en dan de kaas doorheen.

Meng het bloemmengsel goed door het melk mengsel zodat er geen klontjes in zitten.

Spatel het eiwit erdoorheen. Roer er daarna de rookworststukjes doorheen.

Wafels bakken kost typisch 6 à 8 minuten. Een goede indicatie is dat er geen stoom meer uit het apparaat komt.

Smeer het wafelijzer in met een klein beetje neutrale olie, zoals arachideolie. Verwarm daarna het wafelijzer.

Als het wafelijzer meldt dat het heet is, vul dan het wafelijzer met het beslag, met hulp van een soepopscheplepel, bij mij 1 volle opscheplepel beslag per 20 vakjes. Snel gladstrijken met een houten spatel. Het wafelijzer meteen sluiten.

Bak de wafels goudbruin en stevig.

Warm serveren.

Resultaat

Natuurlijk is het een comford-food gerechtje, voor bij de TV, met een koud alcoholvrij biertje. Nou en. Het smaakt gewoon prima. Door de verhouding tussen rookworst en wafel precies goed.

Toen ik ze uit het wafelijzer haalde dacht ik wel, waar zijn de stukjes rookworst gebleven? Ze zijn door de kracht van het samendrukken van de deksels van het wafelijzer helemaal in de wafel gedrukt. Nauwelijks meer zichtbaar.