Gehakt in gevlochten bladerdeeg is geen saucijzenbroodje

Gehakt in gevlochten bladerdeeg is geen saucijzenbroodje

Dit receptje is ontstaan uit onvrede. Onvrede over gekochte saucijzenbroodjes. Die vallen te vaak zwaar tegen. De minimale vulling is regelmatig onherkenbaar en meer een zachte gepureerde massa waar de vleessmaak (of zelfs het vlees) node gemist wordt. Liggen ze onder de warmtebron dan is het deeg vaak niet lekker en/of niet krokant. En is het wel eigenlijk wel roomboterbladerdeeg wat ik proef?

Maar ja, gehakt en bladerdeeg is wel een heel goede combinatie. Ik combineer deze dan regelmatig zo dat de ingrediënten herkenbaar blijven. Het is daarmee geen saucijzenbroodje. Dat bereid je anders en als je het goed doet ook nog eens met warm soezendeeg zodat de vulling mee rijst met het deeg. Lekkere saucijzenbroodjes doen we een andere keer. Deze keer gehakt in gevlochten bladerdeeg.

Onderstaande hoeveelheden zijn echt waar echt wel genoeg voor vier personen ondanks wat de eters thuis altijd beweren.

Nog niet opeten

  • 4 plakjes roomboterbladerdeeg
  • 160 gram gehakt
  • 1 teentje knoflook
  • 2 sjalotjes
  • 2 eieren
  • 1 theelepel worcestersaus
  • cayennepeper naar smaak
  • 25 gram bloem of paneermeel (optioneel)
  • snufje zout (optioneel)

Varkensgehakt of half-om-half gehakt is een goede keuze voor in de bladerdeeg. Alleen rundergehakt is eigenlijk te droog.

Aan het werk (15 + 20 minuten)

Rul het gehakt op een laag vuur gaar in een koekenpan zonder olie of boter, zonder dat het donker wordt. Voeg de gesnipperde sjalotjes, de fijngehakte knoflook en de cayennepeper naar smaak toe en bak het geheel onder af en toe roeren gaar. Laat het gehaktmengsel afkoelen in een kom.

Verwarm de hete lucht oven voor op de benodigde temperatuur om het bladerdeeg te bakken. Dit is afhankelijk van het merk bladerdeeg dat je gebruikt.

Ontdooi de plakjes bladerdeeg. Om te kunnen vlechten maak je met een mes inkepingen in de plakjes: aan twee tegenover elkaar liggende kanten elk evenveel inkepingen op gelijke afstand van elkaar. Ervaring leert dat je met vier of vijf inkepingen per kant goed uitkomt in het vlechtproces. In het midden komt straks het gehaktmengsel te liggen.

Besmeer de randen van de plakjes bladerdeeg met de helft van één losgeklopte ei. De andere helft bewaren we voor de buitenkant.

Meng één ei en de worcestersaus door het wat afgekoelde gehaktmengsel. Voeg eventueel zoveel bloem of paneermeel toe dat het mengsel één geheel wordt en tevens niet (te) vochtig is. Deze stap sla ik vaak over: tijdens het bakken komt er al binding van het ei en het bladerdeeg houdt het gehaktmengsel ook al bijeen.

Verdeel het gehaktmengsel vervolgens in vier gelijke delen, en maak van elk deel een rolletje dat iets minder lang is dan de lengte van een bladerdeegplakje.

Leg in het midden van elk plakje bladerdeeg een rolletje van het gehaktmengsel. Vlecht de bladerdeegreepjes om en om op elkaar en schuin naar binnen.

Bestrijk de bladerdeegpakketjes met de overgebleven helft van het losgeklopte ei en bak de pakketjes, afhankelijk van het merk bladerdeeg dat je gebruikt, in ongeveer 15 – 20 minuten in de voorverwarmde oven goudbruin.

Resultaat

Serveer onmiddellijk uit de oven als hartig tussendoortje of als warm lunchgerecht.

Variaties

Neem de kruiden en ingrediënten die je lekker vindt voor je eigen vulling.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *