
Kippendijen uit den aerdewercken pot
Aaah, de saus. Alleen al voor de smaak van de saus maken we dit gerecht. In de aardewerken pot omdat het nog niet gelukt is de saus zonder die pot zo lekker te maken.
Een aardewerken kookpot is heel vaak synoniem met de merknaam Römertopf zoals het woord googlen synoniem is geworden met zoeken op het internet. Hoewel er ook nog de mooi gevormde Noord-Afrikaans tajine kleipot is. Römertopf is echter net als Google een nieuwerwetse uitvinding, en bedacht in 1966. Römertopf betekent letterlijk Romeinse pot. Of het helemaal authentiek is? Romeinen verpakten eten in klei voor in de oven en gebruikten aardewerken potten voor veel andere dingen dan koken, dat is zeker. Maar het maakt ook niet uit. Eten uit de römertopf is gewoon lekker. Koken in de römertopf is braadstomen op een langzame manier, zonder de plastic braadzakken die nu populair lijken te worden.
Slow food is mij overigens met de paplepel ingegoten. Als we vroeger kip aten bij mijn grootouders dan gingen we eerst ’s ochtends een kip uitzoeken bij de kippenboerderij net buiten het dorp. Waar alle kippen buiten liepen op een groot terrein met gras, struiken en bomen. De uitgekozen kip werd gevangen en ’s middags gingen we dan terug om hem of haar geplukt en schoongemaakt mee naar huis te nemen. Vaak haantjes. Die waren goedkoper omdat ze ook toen al geen eieren legden. Biologieles startte al heel vroeg. Oudere hanen met daardoor wat taaier vlees kon ook. De hen of haan werd vervolgens heel langzaam gegaard in de braadpan tot het vlees bijna van de botten viel.
Wil je die langzaam gegaarde kip ervaring herbeleven dan moet je tegenwoordig naar de goede kwaliteit slager die kan bevestigen dat de gekochte kip echt een buitendier is geweest. Vlees moet veel gelopen hebben om lekker te smaken.
Onze römertopf werd door mijn wederhelft meegebracht bij het samenwonen en wordt zeer regelmatig gebruikt om een (stoom)oven in de oven te creëren. Heerlijke gerechten krijg je zo. Dit keer eerlijke kippendijen in plaats van een hele kip en de aardewerken pot vervangt de braadpan. Niet helemaal braadstomen door het toegevoegde vocht. Maar de saus vergoed alles.
Ruim voor gebruik moet een römertopf zich helemaal vol zuigen met koud water, waarna dat water in de vorm van stoom tijdens het bakproces de inhoud gaar stoomt. En omdat de pot poreus is blijft een deel van de smaak van het gemaakte gerecht in de römertopf hangen. Het beste kan je voor hartige gerechten een andere römertopf gebruiken dan voor zoete gerechten.
Wij zetten de römertopf al ‘s ochtends onder water, zodat we het maar niet vergeten kunnen zijn als we ‘s avonds met eten klaarmaken beginnen. Als het je één keer is overkomen …
Onderstaande hoeveelheden zijn voor vier personen.
Nog niet opeten
- 400 gram kippendijen, zonder bot
- 250 ml witte wijn: gewürztraminer
- 200 gram crème fraîche
- 200 gram kastanjechampignons
- 75 gram katenspek
- ½ citroen
- ½ theelepel nootmuskaat
- 2 takjes verse tijm
- peper
- snufje zout
Aan het werk (10 minuten + 90 minuten oventijd)
Haal, indien aanwezig, het meeste vet van de kippendijen en leg ze in de koude römertopf. Bestrooien met peper en zout.
Besprenkel het kippenvlees met sap van een halve citroen, en bedek het kippenvlees met het katenspek.
Mix de crème fraîche, de wijn, de verse tijm en de nootmuskaat door elkaar, en giet het mengsel in de römertopf.
Plaats de römertopf met deksel erop in de koude oven, en zet de temperatuur van de elektrische oven op 250°C. Bakken voor ongeveer 80 minuten.
Na 75 minuten de champignons schoonmaken en in stukken/plakken snijden. De römertopf uit de oven halen en voorzichtig alle sap opvangen/lepelen in een kookpannetje. De römertopf zonder deksel 10 minuten terugzetten in de oven om het katenspek lekker knapperig te laten worden.
De paddenstoelen toevoegen bij het sap in het kookpannetje en 10 minuten op een zacht vuur verwarmen. Vers gemalen peper toevoegen.
De saus kan dikker worden gemaakt door eerst een eetlepel maizena met een klein beetje van de saus te vermengen tot een papje, en vervolgens dat papje al roerend toe te voegen aan de saus.
Resultaat
Heel erg lekker met een mengsel van witte rijst en wilde rijst (wat geen rijst is en ook niet wild, maar wel heel erg lekker) en verse sperziebonen.
Maak een kring van rijst op de borden en plaats het vlees in het midden. Verdeel de paddenstoelen over het vlees en de saus over de rijst. Bon appétit.
Had ik al geschreven dat de saus overheerlijk is?
Schoonmaken
Geen vaatwasmachine, maar met de handen. Alleen heet water en een zacht sponsje: in 2 minuten is de römertopf helemaal schoon. Laten drogen en klaarzetten voor de volgende keer.
Inspiratie
Het receptenboekje dat je bij de aankoop van de römertopf kreeg: Eva Exner, Braden en Stoven in de Römertopf, ISBN 10: 3-87059-086-6. Eerste Duitse uitgave: 1970.