
“1-2-3 en een ei” recept
Koekjes à la het klassieke
“1-2-3 en een ei” recept
Sommige mensen vinden niets zo rustgevend als wroeten in tuinaarde zodat de plantjes goed blijven groeien. Ik heb dat met deeg maken. Brooddeeg, quiche-deeg en ook koekjesdeeg. Dat van die losse ingrediënten een vaste deegbal kan worden gemaakt heeft elke keer iets magisch. En na even in de koelkast te hebben gelegen, mag je zelfs nog een keer kneden. Geweldig.
Koekjes eten is niet echt mijn ding. Koekjes maken, dat is wel leuk. Met voldoende mensen in huis die ze wel lekker vinden, is het weer een excuus om deeg te maken.
Naast het Canadese 1-2-3-4 cake recept is er ook een 1-2-3 koekjes recept. Of beter, koekjes volgens het klassieke “1-2-3 en een ei” recept. De 1-2-3 slaat op de verhoudingen van de ingrediënten, bijvoorbeeld 100 gram suiker, 200 gram boter en 300 gram bloem. Het resulterende deeg is onder verschillende namen bekend. De Fransen noemen het pâte sablée (zandgebak). Op de Nederlandse ik-leer-voor-kok scholen heet het Harde Wener. De resulterende koekjes worden vaak zandkoekjes genoemd. Met de kleur van droog strandzand: strandzandkoekjes.
Jonge mensen vinden vaak dinosauriërs heel interessant. Kan ik die gekregen vormpjes ook weer eens gebruiken.
Nog niet opeten
- 100 gram suiker
- 200 gram boter
- 300 gram bloem
- 1 klein ei
Voor de boter neem ik uiteraard ongezouten roomboter. Met het ei wordt het een makkelijk te vormen deeg. Zonder ei is het een stugger deeg. Via de suiker voeg ik wat extra smaak toe in de vorm van vanillesuiker. Makkelijk: 8 gram in een zakje. Om de traditie te eren maakt
- 92 gram kristalsuiker en
- 8 gram vanillesuiker
samen weer de klassieke 100 gram suiker.
In het algemeen geeft kristalsuiker een krokanter koekje, basterdsuiker een ietwat zachter koekje en poedersuiker een droger koekje. Ben je purist dan neem je Zeeuwse bloem. Ben je dat niet dan neem je gewoon patentbloem.
Aan het werk
Deeg maken
Laat de roomboter op kamertemperatuur komen zodat het zacht is. Meng in een kom de suikers en de bloem door elkaar. Voeg de boter en het ei toe en meng het tot een samenhangend deeg. Bebloem een werkblad en kneed het deeg tot een egale deegbal. Blijft het toch nog te vochtig – afhankelijk van de kwaliteit van de bloem kan dat gebeuren – doe er dan eventueel een klein beetje extra bloem bij.
Druk de deegbal plat en leg deze verpakt in huishoudfolie minimaal een half uur in de koelkast. Daarna eerst weer 10 minuten buiten de koelkast wat zachter laten worden voordat je het verder bewerkt.
Koekjes maken
Met de bovenstaande hoeveelheden maak ik twee batches.
Over de oventemperatuur voor zandkoekjes is overigens geen overeenstemming, om het maar eens eufemistisch te benoemen. En daarmee ook niet over de baktijd.
Ik verwarm de elektrische oven voor op 160°C.
Bebloem een werkblad en een deegroller en rol het deeg uit tot een dikte van 5 millimeter. Steek met koekjesstekers vormpjes uit het deeg en leg deze op een met bakpapier bedekte bakplaat. Je kunt ook deegballen maken ter grootte van een pingpongbal. Op de bakplaat leggen en dan plat drukken.
Bakken in de oven voor ongeveer 25 tot 30 minuten. Ze blijven heel licht van kleur. Iets meer kleur hebben ze na 30 minuten.
Meteen uit de oven zijn de koekjes nog zacht, maar al binnen een paar minuten worden ze hard en kan je ze van de bakplaat afhalen zodat ze kunnen afkoelen op een rooster.
De bakplaat met bakpapier herbruiken voor de tweede set van koekjes.
Resultaat
Met voldoende mensen in huis heel snel op.
Kleine koekjes zijn ook een fantastische manier om de hotspots in je oven te bepalen. Koekjes die op die plekken liggen verkleuren het eerst.
Variatie
Oreo-achtige koekjes maak je door cacao poeder toe te voegen aan de bloem en tussen twee koekjes een vulling te smeren van bijvoorbeeld poedersuiker, zachte boter, melk en vanille extract.