
Ossenstaartsoep
Kerstseizoen. Er kunnen weer wintersoepen gemaakt worden! Ik kan mij van vroeger zeker vier soepen herinneren die we thuis met regelmaat aten: tomatensoep, kippensoep, groentesoep en erwtensoep. Waarbij het verschil tussen groentesoep en kippensoep volgens mij niet zo groot was. Beiden werden zelf gemaakt, met groenten. En met kip. De tomatensoep kwam uit een pakje, wat het succes overigens niet minder maakte. Vers was ook, en uiteraard alleen in de wintermaanden, de erwtensoep. Altijd een feest, niet in de laatste plaats door de rookworst. Grappig dat ik ooit in Suriname ook ertwensoep at. SU-style en het was 32 graden buiten. De soep smaakte heerlijk!
Onlangs herinnerde ik mij nog een tweetal andere soepen: koninginnesoep en ossenstaartsoep. We aten het niet vaak, maar ik weet wel dat ik beiden erg lekker vond. Volgens de medeblogger aten we ossenstaartsoep het meest, misschien omdat hij het zo lekker vond.
De koninginnesoep kwam waarschijnlijk uit een pakje, maar daar ga ik mij nog in verdiepen. Over de herkomst van de ossenstaartsoep was onlangs wat onduidelijkheid. Tot BroeR zich herinnerde dat hij het vet van de soep mocht scheppen. Er waren dus botten! We aten het alleen niet vaak. Misschien alleen als er in de familie een koe geslacht werd, dat zou kunnen.
Ongeveer gelijktijdig kreeg ik een flashback naar het kruidenrekje dat in de keuken hing. Zo’n kruidenrekje dat volgens mij in de jaren zeventig mode werd en in elke keuken hing, waarschijnlijk meestal ongebruikt. Zoals bij ons? Al weet ik dat BroeR in ieder geval de oregano en paprikapoeder gebruikte voor zijn gebakken ei met kaas. En de rest van het gezin niet veel later ook. Geen idee overigens wat er verder in de potjes zat. Het waren er ook maar zes. Ik herinner mij iets van naalden, dus dat zal wel rozemarijn zijn geweest. Maar de andere potjes? Waarschijnlijk peterselie en tijm. Maar dan mis ik er nog eentje. Ik weet ook nog wel dat af en toe zo’n dikke deksel van een potje draaide en dan voorzichtig aan het potje rook. Die nieuwsgierigheid naar smaken zat er blijkbaar onbewust toen al in.
Terug naar de ossenstaartsoep, over smaken gesproken. De stap van heldere bouillon naar gebonden soep is maar klein. Maar heb je liever een heldere bouillon, dan laat je de laatste stap achterwege. De bouillon maken is heel eenvoudig, maar trek er wel een dagje voor uit! Sommige mensen beschouwen een pan op het vuur laten staan als veel werk. Juist die mensen moeten dit recept lezen en het bouillonblokje in de kast laten liggen. Heus, je krijgt er geen spijt van.
Begin niet te laat, want het duurt al snel een uur of negen voordat je een mooi gebonden ossenstaartsoep hebt. Maar laat dat je dus vooral niet tegenhouden.
- 600-700 gr ossenstaart
- 2 uien, ongeschild (gewassen)
- 1 winterpeen
- 2 stengels bleekselderij
- 1 tl gekneusde zwarte peperkorrels
- 2 kruidnagels
- 1 laurierblaadjes
- 1 stukje foelie
- 1/2 tl tijm
- 2 takjes selderij
- 90 gram roomboter
- 90 gram bloem
Snij de groenten grof en de uien door de helft.
Als tussenstap kun je de groenten met de ossenstaart een half uurtje roosteren om nog meer smaak mee te geven aan de bouillon.
Verhit een grote pan met 4 liter water en voeg het vlees, de groenten en de kruiden toe. Breng aan de kook en en verwijder het schuim. Doe daarna de deksel op de pan en zet het vuur heel laag. Gebruik eventueel een sudderplaatje. Die kosten bijna niks en met name voor stoofgerechten zijn ze perfect. Ze voorkomen dat je gerecht te hard kookt.
Als de bouillon 6-8 uur heeft staan pruttelen, zeef je de bouillon. Voor een heldere bouillon moet je wat meer moeite doen en het beste gebruik je een zeefdoek, maar voor een gebonden soep luistert het wat minder nauw. Gooi het vlees vooral niet weg! Verwijder eventueel vet en hou het vlees apart.
Kook nu de bouillon in tot de helft.
Smelt de boter in een tweede grote pan en laat de boter verkleuren. Voeg dan in één keer de bloem toe en blijf roeren terwijl de bloem gaart en begint te verkleuren.
Voeg nu beetje bij beetje de bouillon toe. Gebruik bijvoorbeeld een opscheplepel voor soep. Voeg pas een volgende lepel toe als de eerste volledig is opgenomen.
Voeg tot slot het vlees in stukjes toe aan de soep en laat nog een kwartiertje zachtjes pruttelen.
Proef en breng eventueel op smaak met een beetje zout. Serveer en geniet! En de volgende dag nog een keertje…
2 gedachten over “Ossenstaartsoep”
Hoi Damten, ik ga er voor het gemak maar van uit dat jij en BroeR ongeveer even oud zijn als ik, 55. Ik herken namelijk veel van de verhalen over vroeger. Ook bij ons thuis aten we soep, maar niet zo vaak. Kippensoep van een overgebleven karkas, met vermicelli. En er werd eens paar jaar erwtensoep gemaakt, in mijn herinnering in een enorm grote snelkookpan. Ossenstaartsoep aten we ook, maar uit blik. En we aten het dan niet als soep, maar als saus bij spaghetti. De soep werd onverdund opgewarmd, mijn vader bakte er dan nog wat gehakballetjes bij om er door te doen. Dit was comfortfood a la jaren zeventig. Ik ga aanstaand weekend erwtensoep maken. Dat eten wij nu al een paar jaar op nieuwjaarsdag en intussen kan ik al wel van een traditie spreken. Fijne tweede kerstdag nog!
Vermicelli inderdaad! Die zou ik bijna vergeten. En ossenstaartsoep als saus bij de spaghetti, klinkt niet eens zo gek!
Ik heb nog nooit zelf erwtensoep gemaakt. Misschien moet ik dat ook eens doen en dan de SU-versie. Lekker voor in de zomer 🙂
Fijne dag!