Tomatensoep SU-style

Tomatensoep SU-style

Ik weet eigenlijk niet of er een typische Surinaamse tomatensoep is. Die zou dan waarschijnlijk onder invloed van de Chinezen in de Surinaamse eetcultuur moeten zijn opgenomen. De Javanen, Creolen, Hindostanen en Joden kennen volgens mij geen traditie van tomatensoep. Ik kan mij vergissen. Soep kennen ze in Suriname natuurlijk wel, zoals de ghoegri , okrasoep en saoto. De okrasoep moet ik binnenkort maar eens maken.

De stap van een ietwat zoetzure Chinese tomatensoep naar een Surinaamse variant is snel te maken. Meest voor de hand liggend is de toevoeging van een Madame Jeanettepeper of een sambal die daarop gebaseerd is. En zo geschiedde.

Tomatensoep is hier al veel vaker voorbij gekomen. Niet in de laatste plaats door mijn aversie voor de rauwe tomaat en mijn voorliefde voor de bereide variant. Een wereld van verschil, van textuur tot smaak. Het is ook een dankbare soep die meestal door zowel volwassenen als kinderen gewaardeerd wordt. En laten we wel wezen, dat laatste is toch regelmatig een uitdaging. Als kind was tomatensoep mijn favoriet, samen met koninginnesoep.

In de basis bevatten al mijn tomatensoepen ui, knoflook en tomaat, de laatste meestal in kleine stukjes of hele gepelde tomaten, soms passata of een combinatie. Soms ook heel praktisch wat er in huis is. Tomaten bijna altijd uit blik, want oneindig houdbaar en daardoor niet afhankelijk van de seizoenen.

Om de soep Surinaams te maken heb je wat opties. Ten eerste kun je een Madame Jeanette toevoegen aan de soep en deze zachtjes laten meepruttelen. De kunst is dan om de peper heel te houden. De peper geeft dan namelijk wel smaak af, maar niet de hitte. Dat gebeurt wel als de peper per ongeluk kapot gekookt wordt of juist met opzet. Let wel, de soep wordt dan plots goed pittig. Nu heb ik niet altijd Madame Jeanettes op voorraad, maar een sambal op basis van deze Surinaamse peper doorgaans wel. Deze voeg je toe als de uien glazig zijn gebakken. Een sambal kent overigens vaak ook wat meer smaakmakers dan alleen peper. Mijn Surinaamse sambal bevat bijvoorbeeld knoflook.

De soep is lekker op een zomerse dag, maar ook geschikt om in de winter lekker bij op te warmen. Letterlijk…

Lees Meer Lees Meer

Terugduw haverkoek met rozijnen en cranberry’s

Terugduw haverkoek met rozijnen en cranberry’s

Het is oktober. Cranberry oogstmaand in Nederland! Nou ja, we zitten midden in de 3 oogstmaanden. Close enough.

In ons huishouden zijn haverkoeken populair. Van een supermarkt, met rozijnen en cranberry’s. Van de markt, met stukjes appel. Zo populair dat we ze gingen namaken. Copy-cat spelen. Er is nog maar 1 recept met cranberry’s verschenen op Reutel, uit 2015. Recepten met rozijnen zijn ook schaars op Reutel. Tot nu toe zijn het 2 recepten, allebei uit 2016, van beide blogger 1. Dat is een magere oogst voor een eetblog dat is gestart in 2011. Vandaag de volgende uitzondering op de regel. Rozijnen én cranberry’s gebruikt.

Haver is sowieso enorm populair bij delen van de mensheid. Wel een beetje terecht overigens. Het bevat vitaminen en mineralen, vezels, en veel onverzadigde vetzuren. Het bevat, als 1 van de weinige graansoorten, geen gluten. Dat laatste schijnen steeds meer mensen – ook zonder allergieën – te willen eten, als ik goed heb begrepen.

Haver is zo populair, dat de supers vol liggen met producten waarin haver is verwerkt. Producten die de gezonde effecten van haver ietwat tenietdoen door er bijvoorbeeld veel suiker aan toe te voegen. Suiker toevoegen, met mate, dat wel, gaan wij hier ook doen. Haverkoeken!

AH noemt ze: “Roomboter haverkoek met rozijn en cranberry” in de omschrijving van hun AH oatmeal cookie [1]. Mocht je nu denken dat er evenveel rozijnen als cranberry’s inzitten, dan vergis je je. In 1, 10 centimeter brede koek van 110 gram, zit 1,1% gedroogde cranberry en 10% rozijn. Er zit dus bijna 10 keer zoveel rozijn in als cranberry. Beetje misleidend.

En die 1,1% aan gedroogde cranberry? Zou 1% een wettelijk minimum zijn om een ingrediënt in een omschrijving te mogen benoemen? Cranberry’s lijken minstens 2 keer zo duur als rozijnen te zijn, alhoewel er veel variatie in die prijs van rozijnen is, afhankelijk van de gebruikte druif en de herkomst. Meer rozijnen dan cranberry’s, dat maakt die cookies veel goedkoper om te produceren.

Ondanks dat het roomboter haverkoek heet, zit er ook nog zonnebloemolie in. En er zitten karamel kleurstoffen in de koeken, E150c en E150d.

Dat geschreven hebbende, die oatmeal cookies zijn wel heel erg lekker. Granen en gedroogde vruchten. Smakelijk!

Dan toch nog maar even kort bij de concurrentie gekeken. Wel digitaal. Want mij zul je niet vinden bij de koekjesschappen in een supermarkt. Ik maak ze wel, regelmatig zelfs op verzoek, en proef er dan 1 om te kijken of ze gelukt zijn.

Bij Jumbo niet zo snel een equivalent van de AH oat cookies kunnen vinden, maar wel een recept dat haver en cranberry’s als ingrediënten heeft, en tevens kaneel. Ook een recept met als extra’s walnoten en chocolade. Nog wat verder weg.

De HEMA heeft ook haverkoekjes, met 6% rozijnen en 4% cranberry [3]. Al een betere verdeling. En voegt ook nog kokos toe. Daar gebruiken ze voor de koeken wel alleen speltmeel in plaats van alleen tarwebloem.

En toen was de zoektocht ineens over, want die haverkoeken van AH lijken wel heel erg op die van De Graafbakeries [2]. De Graafbakeries gebruikt vanille-extract (duurder) en AH vanillearoma (goedkoper). De rest is hetzelfde, alle ingrediënten tot aan het koekjes gewicht.

Alleen meldt De Graafbakeries niet hoeveel cranberry’s en rozijnen erin zitten. Dat roept vragen op. Zouden ze er meer van indoen? Gelden voor bakkerijen andere publicatieregels dan voor supermarkten? En, worden AH huismerk haverkoeken gemaakt door De Graafbakeries?

Tijd om zelf haverkoeken met rozijnen en cranberry’s te maken. Dat speltmeel idee van de HEMA gedeeltelijk overgenomen. En meer cranberry’s gebruikt dan AH. Het gebruik van vanille-extract overgenomen van De Graafbakeries.

Lees Meer Lees Meer

Youvetsi, een Grieks stoofgerecht

Youvetsi, een Grieks stoofgerecht

Ik had zin in stoofvlees. Buiten was het 24 graden. Hoewel we stoofvlees vooral associëren met de winter, hoeft dat natuurlijk helemaal niet. Tal van tropische keukens kennen stoofgerechten en in Griekenland is het doorgaans ook niet koud. Stoofgerechten zijn praktisch (alles in een pan), maar vaak ook gezond en voedzaam. En niet onbelangrijk, vaak erg lekker. Alle smaken krijgen de tijd om op elkaar in te werken. Je moet voor een stoofpotje alleen even de tijd nemen, al hoef je er over het algemeen weinig aan te doen.

Er zijn vele recepten voor Youvetsi of  Gouvetsi. Ze hebben gemeen dat er vlees in gaat, lam of rund, soms kip, en uien, kritharaki (orzo) en tomaten. Daarna verschillen de recepten met toevoegingen als wortel en specerijen als kaneel en laurier. En soms piment, al vermoed ik dat dit voornamelijk Amerikaanse Grieken zijn. In sommige recepten wordt suiker toegevoegd. Wellicht is de suiker om de smaak van de wijn wat te neutraliseren, geen idee. Ik heb geen wijn gebruikt (er wordt hier in huis geen wijn gedronken) en de suiker leek mij niet nodig. In onderstaand recept geef ik de wijn als optie. Waarschijnlijk geeft de wijn het gerecht een iets vollere smaak. Zonder kan echter ook prima leert de ervaring.

Qua bereiding zijn er ook wat verschillen. Traditioneel wordt het gerecht voorbereid in een pan, waarna alle ingrediënten in een schaal van klei worden overbracht en in de oven verder bereid.  De moderne varianten doen alles in een pan. Lijkt me ook een prima alternatief.

Dan is er nog de kritharaki, de orzo. Oorspronkelijk wordt de pasta in een kleine beetje olie op een hoog vuur gebakken (sauteren). Dit helpt voorkomen dat de pasta te veel vocht opneemt en te groot wordt en te klef, zeg maar. Persoonlijk vind ik dat bij dit gerecht wel meevallen, dus ik laat die stap achterwege. Bij andere gebruik van orzo kan het misschien wel verstandig zijn om deze eerst te sauteren. Kwestie van uitproberen.

Lees Meer Lees Meer

Caprese met Harzer Käze, zonder karwijzaden

Caprese met Harzer Käze, zonder karwijzaden

Toen we jaren terug niet door de Härz reden, maar er een aantal dagen verbleven, kwam de ontdekking van Harzer Käse. Een geelgetinte en vetarme zure melkkaas met een hoog proteïne gehalte. Niet alleen heel lekker, zowel met als zonder karwijzaden; je kunt het ook nog eens zelf rijpen in je eigen huis. Hoe bijzonder is dat. Want rijp zijn ze op hun allerlekkerst. En nog een stinkkaasje ook.

Tijdens die allereerste keer in de Harz, bij het ontbijt in een pensionnetje, die Harzer Käse ontdekt. De Harz ligt in voormalig Oost-Duitsland, waar ze dat kaasje, bewust of niet, lang verborgen hebben weten te houden. Het kaasje lag op een apart schaaltje met daarnaast stukjes tomaat en takjes verse peterselie. Volgens de vriendelijke kokkin was het zo neergezet zodat je de 3 ingrediënten op een ontbijtbordje kon combineren.

Maar aangezien het de eerste keer was dat we Harzer Käse konden proeven, en haar dat ook zo hadden uitgelegd, snapte ze wel waarom we alleen 1 schijfje kaas pakten, zonder tomaat en peterselie. En ook dat toen dat ene schijfje op was, we nog een schijfje Harzer Käse ophaalden. Breed lachend om die Nederlanders vulde ze het schoteltje weer aan met nieuwe Harzer Käse schijfjes.

Toen al besloten er thuis een caprese variant mee te maken. Niet met die Duitse peterselieblaadjes, maar de klassieke basilicumblaadjes. Niet met de klassieke mozzarella maar met Harzer Käse. Daarna zijn we een tijdje niet in het oosten van Duitsland geweest. Dat idee daardoor ook weer vergeten, want niet opgeschreven. Bovendien moet je voor dit gerechtje de versie zonder karwijzaden hebben, anders proef je het kaasje veel minder.

De typische verschijningsvorm van Harzer Käse is een schijfje van ruim 2 centimeter hoog en ongeveer 5 centimeter breed, met een gewicht van 50 gram. Ze kunnen aan de buitenkant glad of rimpelig zijn.

Gelukkig hebben ze nu, in ieder geval in Noord-Duitsland, Harzer Käse meestal gewoon in de grote supers op voorraad. Een rolletje van 4 schijfjes – een Harzer roller – kunnen scoren, bijna zonder karwijzaden. Ergens in mijn hoofd ging een lang gesloten deurtje weer open en meteen kwam de herinnering aan het Caprese idee weer terug. En zo is het gekomen.

Pastatoeristen die Duitse kaas kopen. Dat Caprese idee kan eindelijk worden gerealiseerd.

Lees Meer Lees Meer

Garnalen met noedels, de lekkerste troostmaaltijd

Garnalen met noedels, de lekkerste troostmaaltijd

Er zijn dagen dat ik niet geïnspireerd ben. Soms zijn andere dingen belangrijker dan met eten bezig zijn. Al wil het soms ook wel een goeie afleiding zijn. Maar op dat soort momenten is een lekkere maaltijd een rustpunt. Comfortfood of troosteten wordt het vaak genoemd. Eten waarvan je tot rust komt. Waar je je even in kan verliezen.

Voor mij zijn dat noedels met garnalen en paksoi. Snel en eenvoudig te bereiken. En met ingrediënten die ik altijd wel in huis heb. Ook de paksoi, dat zeker eens in de week hier op het menu staat. Net zoals er altijd garnalen in de vriezer liggen. Terwijl de voorraadkast zeker 6 soorten noedels telt, van dun tot dik, van tarwe tot rijstnoedels. Altijd noedels in huis waar ik op dat moment maar zin in kan krijgen.

En restjes? Opgebakken tarwe noedels worden alleen overtroffen door opgebakken rijst. Allebei lekker als ze een beetje een knapperig korstje krijgen. Maar met deze variant is de kans klein dat er iets overblijft.

Lees Meer Lees Meer

Kokosmakron: koekje van eiwit en kokos

Kokosmakron: koekje van eiwit en kokos

Ik weet zeker dat we in ons ouderlijk huis en bij onze grootouders een kokosmakroon kregen aangeboden. Maar officieel wordt het toch echt met slechts één o geschreven: kokosmakron. Dat maakt de uitspraak anders. Wat wel weer grappig is, tenminste als je etymologie interessant vindt, dat ze in het Engels macaroon heten, wel met 2 o’s dus.

Van oudsher zijn amandelen de basis van makronen. Later is daar eiwit bijgekomen. Nu zijn er al langer eieren en noten op de wereld dan de menselijke soort op aarde is. Dus diezelfde mensheid zal ze vast vanaf het begin los van elkaar hebben gegeten. Wie laat nu bijvoorbeeld beukennoten aan zich voorbij gaan?

De combinatie van ei en noten in een samengesteld koekje is van een andere orde. Dat is niet meer eten om te overleven, maar eten omdat het lekker is. Men moet de tijd hebben gehad om koekjes te maken. Op 1 plek gaan wonen, zoals in de Neolithische tijd gebeurde is waarschijnlijk niet genoeg. Op 1 plek landbouw bedrijven is gewoon de hele dag hard werken.

Wat ze bij Stonehenge ook mogen beweren of suggereren, bewerkt eten maken, mince pies in dat geval, we weten simpelweg niet wanneer dat precies is begonnen. En door alleen het eiwit te gebruiken in een koekje en niet het eigeel, maakt het waarschijnlijk dat de dooiers konden worden bewaard. Eten gooi je niet weg.

Het eerste samengestelde koekje zal in een dorp of stad zijn uitgevonden, toen mensen verschillende beroepen hadden en tijd over. Of aan een hof, waar ze beschikking hadden over ijskelders. Maar waar precies en wanneer?

Kokosmakronen. We weten niet echt zeker waarom ze zo heten en wanneer ze precies zijn ontstaan. Maar gelukkig zijn ze er. Ze zijn namelijk superlekker en ook nog eens heel simpel te maken.

Lees Meer Lees Meer

De oneindigheid van zelfgemaakte finuchjetti

De oneindigheid van zelfgemaakte finuchjetti

Finuchjetti zijn heerlijke, knapperige en rustieke snacks gemaakt van bloem, gist, water en anijszaden. Het is een specialiteit van Corsica, en dan speciaal in en rond Ajaccio, de grootste stad op het Franse eiland. Daar zien ze er mooier uit dan de versies die ik maak. Meer oefening baart betere kunst, zeker weten.

In een finuchjetti is het wiskundige symbool voor oneindig te herkennen: ∞. Dat symbool is in 1665 bedacht door de Engelsman John Wallis. Het begrip oneindig is zonder meer lastig, ook (of juist ook) voor wiskundigen. Paradoxen liggen op de loer.

‘Delen door nul is flauwekul’ zeggen we in de klas, maar we bedoelen, delen door 0 is niet gedefinieerd in middelbare school wiskunde. Er zijn intussen wel manieren bedacht waarop delen door 0 wel kan, door de introductie van het begrip unsigned infinity [1], een oneindig zonder positief of negatief teken, een nieuw iets in de wiskunde. Maar dat is voor een foodblog misschien net te ver weg.

Want oneindig is nog veel lastiger dan nul. Wat is bijvoorbeeld ∞ + ∞? De jonge jeugd op bezoek wist er wel raad mee: die lezen het als 2 platliggende 8-en door het papier een kwart slag te draaien en opgeteld leveren die een platliggende 16 als antwoord! Simpel.

Wiskundigen hebben daar wat meer moeite mee. En met reden. Een mooi voorbeeld, uit 1924, komt van de beroemde Duitse wiskundige David Hilbert en heet officieel ‘Hilbert’s paradox van het Grand Hotel’. Dat vond iedereen wat lang en daarom is het nu bekend als ‘Hilberts hotel’. Het is ook geen echte paradox.

Stel je een hotel voor met oneindig veel kamers, waarbij elke kamer een uniek nummer heeft. Bijvoorbeeld 1, 2, 3, 4 en zo verder, het houdt niet op. Stel nu dat in alle kamers een gast zit: het hotel zit vol. Als er nu een nieuwe gast komt, dan vraag je eerst aan alle gasten om 1 kamer op te schuiven. De gast in kamer 1 gaat naar kamer 2, de gast in kamer 2 gaat naar kamer 3, et cetera. Kamer 1 is nu helemaal vrij, daar kan de nieuwe gast in.

Dus ook al is het hotel vol, er kan altijd nog iemand bij. En dat kun je heel vaak herhalen! Zo vaak als je wilt, oneindig vaak zelfs. Maar het kan ook anders, zonder herhalen, in 1 keer zelfs.

Vraag alle gasten hun kamernummer met 2 te vermenigvuldigen en naar de kamer te verhuizen met dat nieuwe nummer. Er zitten nu nog steeds oneindig veel mensen in het hotel, allemaal in kamers met een even nummer. Alle kamers met oneven nummers zijn nu vrij en dat zijn er ook oneindig veel. Daar kan een oneindige hoeveelheid nieuwe gasten in 1 keer in.

Met dat verplaatsen om iets uit te leggen over het begrip oneindig, daar zullen de gasten niet blij van worden. Hadden ze maar niet moeten inchecken in een Hilberts hotel. En ze worden vast nog minder blij als wiskundigen gaan spelen met kamernummers die machten van alle oneven priemgetallen zijn. Zodat we oneindig veel verzamelingen die elk oneindig veel elementen bevatten in 1 keer kunnen huisvesten in het hotel dat toch echt vol was.

De Duitse wiskundige Cantor liet al eerder, aan het eind van de 19e eeuw, ook nog eens zien dat niet alle verzamelingen met oneindig veel elementen even groot zijn. Het duurde even voordat wiskundigen die schok te boven waren gekomen. Vol is niet vol en het ene oneindig is het andere oneindig niet. Je intuïtie staat onder druk. To Infinity and Beyond meldt Buzz Lightyear niet voor niets in de Toy Story films.

Dat oneindig symbool is ook terug te vinden in etenswaar. Met enige goede wil kan je het al herkennen in pretzels en krakelingen, maar er is een Corsicaanse lekkernij die echt de ∞ vorm heeft. Het is onder verschillende namen bekend: finuchjetti en finucchetti lijken de meest voorkomende namen te zijn. Vooral in en rond de stad Ajaccio is het een lokale specialiteit, al lijkt het nu in heel Corsica populair.

Finuchjetti zit een beetje tussen brood en koekjes in. Het bevat geen suiker, maar wel anijs. En anijskoekjes zijn populair bij ons: Fryske dúmkes! Finuchjetti zijn typisch iets als 16 centimeter lang en 6 centimeter breed. Maar ze worden met de hand gemaakt, dus er zijn veel variaties. Naar verluidt bestaan ze al in de ∞ vorm sinds de 19e eeuw.

Het productieproces is ook interessant. Eerst mag het deeg rijzen. Dan wordt het in ∞ vormen gevouwen. Dan mag het nog een keer rijzen om vervolgens eerst kort te worden gekookt en dan pas afgebakken in de oven. We gaan lekker een tijdje bezig zijn in de keuken. Leuk.

Lees Meer Lees Meer

Telor kecap – Indonesische eieren in ketjap

Telor kecap – Indonesische eieren in ketjap

Vorige week schreef ik al over het effect van tandartsbezoek op maaltijden. Dat geldt in het bijzonder als er een onfortuinlijke kies getrokken moet worden. Het kan verkeren. Gemiddeld genomen eet ik best gekruid en als ik veel mee-eters moet geloven ook pittig, al vind ik dat laatste zelf nogal meevallen. Hoe dan ook, afgelopen week deed ik wat voorzichtiger dan anders met het eten, dat wil zeggen niet te hard qua structuur en niet te kruidig. De pastasalade met tonijn was met het warme weer een prettig alternatief. Intussen mis ik wel harde broodjes, misschien dat ik daar komende week een voorzichtige poging ga wagen.

Eigenlijk had ik zin in piendang telor, maar dat was misschien nog wat gewaagd. Beter nog een paar dagen wachten voordat de pepers weer de maaltijd gaan versterken, bedacht ik mij. Dan gewoon de ketjap-variant. Ik maak het vaker, in verschillende varianten. Zoals er in Indonesië ook ontelbare varianten zijn. Ketjap-eieren doen het ook vaak goed bij kinderen in een maaltijd, lekker zoet.

Lees Meer Lees Meer

Pastamaaltijd uit de studententijd met 2 groenten!

Pastamaaltijd uit de studententijd met 2 groenten!

Mijn studentenkamer lag op de 2e verdieping van een oud en statig herenhuis aan de rand van de historische binnenstad. Best wel een grote kamer, hoog ook. In de winter alleen warm direct bij de gaskachel; de rest van de warmte zat tegen het plafond, niet op leefhoogte. Mijn 1e kamer was overigens een heel klein kamertje in een nabij gelegen dorp. Na een half jaar in dat herenhuis in de stad zelf beland. Na nog een half jaar naar 1 van de 6 grote kamers verhuisd en daar vervolgens mijn hele studententijd gebleven. Vanuit de kamer kon je op een klein parkje uitkijken. Tegen de tocht en de kou was er voor de enkel-glas ramen echter nog plastic gespannen. Dik plastic zoals je bij het kamperen onder je tent hebt liggen. Ik woonde er niet voor het uitzicht.

Een ander minpuntje was dat het gaskooktoestel maar 2 pitten had. Een keuken was er sowieso niet in het herenhuis; alles was omgebouwd tot studentenkamers.

In 1 kamer sliep je, studeerde je, kookte je, at je, las je en ontspande je je voor de kleine zwart-wit TV, die op een rechtopstaand krat met Grolsch bier – beugelfles uiteraard – stond. Met een schaar aan de sprietantennes om nog enigszins goed beeld te hebben dat niet al te veel ruiste. De digitalisering was nog heel ver weg. Internet in huis bestond nog niet. Op de universiteit begon het net, maar alleen met email. Mobieltjes bestonden alleen in science fiction series. Je moest jezelf zien te vermaken.

Nu kookte ik toendertijd zeker nog niet zo gevarieerd als nu, maar 2 pitten was toen ook wel wat weinig. Je werd er wel creatief van, maar ideaal was het zeker niet. Geen nood, in hetzelfde oude en statige herenhuis woonde een studievriend die maar 1 kookpit had. De afspraak was snel gemaakt: als het kon kookten en aten we samen in plaats van alleen. Hadden we ineens 3 pitten! En dat hebben we jarenlang volgehouden. Was 1 van ons alleen, dan waren er altijd nog de studentenverenigingen, waar je in de mensa’s ook als niet-lid een volledige maaltijd kon eten.

In dat herenhuis is deze pastamaaltijd ontstaan, oorspronkelijk gebaseerd op wat we daarvoor in onze ouderlijke huizen aten. Er waren toen wel veel minder pastasoorten te krijgen dan tegenwoordig. We maakten het met de alom vertegenwoordigde macaroni. En eerst alleen met bloemkool. Daar is pas later broccoli bij gekomen, want die is wat later in Nederland geïntroduceerd dan bloemkool.

Op een groot niet te missen bord in de supermarkt stond plots de tekst ‘lekkere nieuwe koolsoort’. (Sommige dingen vergeet je nooit.) Koolsoorten aten we in die tijd best veel, op spruitjes na. Makkelijke groenten, snel klaar, ook in stamppotten. Prima groenten voor studenten, net als bonen uit blik (chili con carne!). Daarom zullen we een keer broccoli hebben gekocht. Er was wel twijfel; broccoli, groen als boerenkool, met een krop die wel wat weg had van een bloemkool.

Dus 50%-50% gekocht: de helft van de normale hoeveelheid bloemkool gekocht, aangevuld tot 100% met broccoli. Beviel de broccoli niet, dan konden we toch allebei desgevraagd eerlijk huiswaarts melden dat we groente hadden gegeten. Daarom die eerste keer de bloemkool en broccoli zeker niet gemengd op de borden gelegd. Het beviel echter wel, die broccoli, en de combinatie van die 2 groenten is gebleven. Nu wel gemengd en ook wat minder lang gekookt dan vroeger.

Lees Meer Lees Meer

Pastasalade met tonijn of bacon

Pastasalade met tonijn of bacon

Het is warm en het is hectisch. Ingrijpend tandartsbezoek maakt het er niet makkelijker op. De medeblogger attendeerde mij al op een tandartsproofrecept, maar dat leek mij vanwege de tomaten toch net iets buiten mijn comfortzone. Hoewel ik geen groot pastaliefhebber ben (behalve in Aziatische varianten), leek mij met het warme weer een salade wel een smakelijke keuze. En ik denk dan al snel aan tonijn uit blik. Of bacon. Nu nog op zoek naar een smakelijk recept.

Wie pasta zegt, denkt natuurlijk meteen aan Italië. Volgens de Engelse wiki zouden mogelijk Joden in het Romeinse Rijk de bedenkers van pastasalade zijn, aangezien er op de Sabbath niet gekookt mag worden. Anderen beweren dat de Phoeniciers de bedenkers zijn van pastasalade. Het onderzoeken van die theorieën laat ik graag aan mij Italofiele medeblogger die beter thuis is in de oude Romeinse geschriften.

Maar pastasalades zijn vaak helemaal niet afkomstig uit de Italiaanse keuken, maar uit de Amerikaanse keuken. Weliswaar met overduidelijke invloeden door Italiaanse immigranten, maar Amerikaanse pastasalades onderscheiden zich over het algemeen van de Italiaanse versies door het overdadig gebruik van kaas en vaak vette sauzen. Dit terwijl de Italiaanse versies meestal wat eenvoudiger zijn en meer in balans. De ene salade verfrist, de ander is comfortfood in optima forma. Calorietellers kunnen het dus over het algemeen beter bij de Italiaanse versies houden.

Amerikaanse pastasalade is in tegenstelling tot de Italiaanse variant ook geen 2000 jaar oud. Over het algemeen wordt aangenomen dat het in het begin van de twintigste eeuw door Italiaanse immigranten werd geïntroduceerd en gedurende de Grote Depressie in de twintiger jaren een goedkoop en makkelijk verkrijgbaar alternatief werd voor aardappelsalade. Stemmen zeggen dat in de macaronisalade uit die jaren de Italiaanse en Duitse keuken elkaar ontmoeten. De toevoeging van mayonaise aan gerechten wordt echter toch wel vaak als een Amerikaans bedenksel gezien. Hoewel niet vies van mayonaise trekt mij dat toch niet in een pastasalade. Ik besloot freestyle te gaan.

Lees Meer Lees Meer