
Panis focacius wordt focaccia quattro stagioni
Pizza quattro stagioni is in 4 delen opgedeeld, waarbij elke deel een seizoen van het jaar representeert. Klassieke toppings zijn artisjokken voor de lente, tomaten en/of basilicum voor de zomer, paddenstoelen voor de herfst en ham en/of olijven voor de winter. Maar regelmatig zie je – zeker buiten Italië – ook gewoon 4 verschillende toppings op een pizza die dan ook quattro stagioni heet, zonder dat er rekening is gehouden met de seizoenen.
Pizza wordt idealiter gebakken op een steen in de oven. Bij de oude Romeinen was die kook/bak plek een centrale plek in huis, met als naam focus. Een woord waar wij nu een bredere betekenis aan geven. Die focus, die was aanleiding tot een speciaal platbrood, de panis focacius, brood gebakken op de focus. Het waarschijnlijkst is dat de oude Romeinen dat hebben afgekeken van de Etrusken en/of oude Grieken. Op hun beurt hebben de oude Romeinen het weer doorgegeven aan de Italianen, als focaccia.
Afgezien dat het een lekker brood is, heeft een focaccia vaak weinig ingrediënten op het brood. Concentratie op een enkele smaak. En daarom is quattro stagioni een goed idee: verschillende smaken op je bord zodat niet elke hap hetzelfde smaakt. In Nederland kennen we vooral 1 soort focaccia. Een rechthoekig luchtig brood met gaten erin, en rozemarijn, tijm en/of olijven erop. Nog een scheut kwaliteitsolijfolie erover en dan warm serveren. In Italië zijn er meer varianten, waaronder 1 met kaas, focaccia di Recco.
Hier het idee van pizza quattro stagioni toegepast: focaccia quattro stagioni.
Pizza en focaccia kunnen van dezelfde bloemsoort worden gemaakt. Het advies is vaak Italiaanse bloem type‘00’, maar gewone bloem kan natuurlijk ook.
Ingrediënten voor op een bakplaat met binnenmaten van ongeveer 24 x 36 centimeter. Dat is kleiner dan de bakplaat die met je oven wordt meegeleverd. Blijft daardoor alleen horizontaal liggen, op het rooster, als je dat rooster omgekeerd de oven inschuift.
Met deze hoeveelheden ingrediënten blijft de focaccia redelijk dun, anders zit je vooral een vorm van witbrood te eten.
Nog niet opeten
- 500 gram bloem type‘00’, + bloem om het werkblad te bestuiven
- 300 – 350 milliliter water
- 7 gram instant gist
- snufje zout
- 4 eetlepels olijfolie, plus extra voor de bakplaat en de topping
- verse rozemarijn
- verse tijm
- 6 – 8 kleine tomaatjes
- 1 kleine ui
- 1 knoflookteentje
- gedroogde oregano
- 1 theelepel suiker
Aan het werk
Los de suiker op in lauwwarm water. Voeg de gist toe en laat het 10 minuten staan zodat de gist gaat werken. Er zal dan een schuimkraag op komen te staan.
Zeef de 500 gram bloem in een kom en meng er het zout doorheen. Voeg 4 eetlepels olijfolie toe en doe er het gistmengsel bij. Voeg net zoveel water toe tot er een plakkerig deeg ontstaat. Meng het geheel tot een samenhangende deegbal die van de wand van de kom loskomt. Bestuif een werkblad met wat bloem. Daarna het deeg kneden tot het soepel en elastisch is.
Vorm van het deeg een bal en leg deze in een kom. Dek af met huishoudfolie en laat het een uur staan of tot het volume is verdubbeld. Deeg is goed gerezen als je er met een vinger in prikt en er blijft een gat in staan.
Beolie de bakplaat. Bebloem een werkblad. Kneed het deeg rustig tot het elastisch is. Duw het deeg dan van het midden uit langzaam in een rechthoek, wat kleiner dan de bakplaat. Leg het deeg op de bakplaat. Nog even het deeg tegen de randen duwen.
Verdeel olijfolie over het deeg en duw daarna flink met de toppen van je vingers in het deeg zodat een zeer onregelmatig oppervlakte ontstaat.
Snij de ui in ringen en pers de knoflookteen uit.
Verdeel over 1 kwart de tomaatjes. Verdeel over een 2e kwart verse rozemarijn en tijm. Verdeel over een 3e kwart de ui en knoflook. Zorg dat de uien en knoflook goed onder de olijfolie zitten. Strooi dan over alle deeg oregano.
Afdekken en nog 30 minuten het deeg laten rijzen.
Verwarm op tijd de elektrische oven voor op 220°C.
Bak de focaccia 20 minuten in de oven. Meteen uit de oven 1 à 2 eetlepels olijfolie eroverheen sprenkelen.
De kwarten in repen snijden.
Wij serveren het warm.