Pinolata, een Italiaanse pijnboompittencake

Pinolata, een Italiaanse pijnboompittencake

Er zijn heel veel soorten dennen, maar ongeveer 20 daarvan leveren zaden die groot genoeg zijn om commercieel te oogsten. En die zaden noemen we pijnboompitten, naar de naam waar wij vroeger deze soort van naaldbomen mee duiden. Pijnbomen, geslacht Pinus, groeien vooral op het noordelijk halfrond, in Amerika, aan de Middellandse zee en in Azië. Woon je in Nederland, dan eet je geïmporteerde pijnboompitten. Maar waar die gekochte pijnboompitten vandaan komen, dat staat maar zelden op de verpakking.

Uit het Amerikaanse continent komen de grotere pijnboompitten, uit Zuid-Europa kleinere slankere pijnboompitten, en uit China de kleinste wat rondere en naar de top toe driehoekige pijnboompitten. Met de verschillende vormen komen ook verschillende smaken, sommigen zaden zijn vol smaak, andere niet. En daarom worden ook mengsels van verschillende pijnboompitten verkocht. Handig voor de verkopers, maar niet voor ons. Ik koop sowieso zakjes of doosjes met alleen maar gelijkvormige zaden. Bijvoorbeeld die van ongeveer een centimeter groot, waar de tip hooguit wat licht geelbruin gekleurd is. Die met een donkerbruine tip laat ik liggen. Of het is een soort die pijnboompittensyndroom kan veroorzaken, waardoor tijdelijk veel eten bitter en metaalachtig gaat smaken, of het is een soort met minder smaak. Als die 1 centimeter lange pijnboompit dan ook nog knapperig is en een beetje boterachtig smaakt, dan is de kans groot dat je de zaden hebt van de Pinus siberica, een van mijn favorieten.

In Italïe groeien ook veel pijnbomen. Al in de Romeinse tijd kregen soldaten pijnboompitten mee, bijvoorbeeld tijdens de tocht om Groot-Brittanië te veroveren. Tegenwoordig zijn die pijnboompitten een essentieel onderdeel van pesto. Daarnaast kent Italïe een veelheid aan verschillende cakes waar pijnboompitten ingaan. Een daarvan is de pinolata.

In het noordelijk deel gemaakt met zuivelproducten, in het zuidelijk deel met olijfolie. Dit keer op bezoek bij het culinaire noorden.

Nog niet opeten

  • 90 gram pijnboompitten met smaak
  • 160 gram patentbloem
  • 140 gram ongezouten roomboter
  • 60 gram kristalsuiker
  • 30 gram donkere basterdsuiker
  • 1 citroen
  • 2 flinke eetlepels dikke yoghurt of kwark
  • 2 hele eieren
  • eiwit van 1 ei.

Aan het werk

Laat de boter op kamertemperatuur komen.

Beboter en bebloem een bakblik met een diameter van 22 centimeter.

Intussen 60 gram van de pijnboompitten roosteren in een droge koekenpan tot ze een mooi goudbruin kleurtje hebben. Die pijnboompitten gaan straks in de cake. De resterende 30 gram pijnboompitten gaat ongeroosterd op de bovenkant, want die roosteren vanzelf tijdens het verblijf in de oven.

Rasp de gele schil van de citroen. Het citroensap wordt niet gebruikt in dit recept.

Verwarm de elektrische oven voor op 175°C.

Meng de boter en de suikers door elkaar en mix deze met een mixer op hoge snelheid voor 5 minuten tot het volume verdubbeld is (creaming the butter).

Voeg de bloem toe en meng het eerst met een spatel en daarna met je handen door het boter/suiker mengsel.

Mix er dan 1 voor 1 de 2 hele eieren door heen. Voeg de citroenrasp, de geroosterde pijnboompitten en de yoghurt toe en mix alles goed door elkaar.

Mix op hoge snelheid het eiwit stijf en spatel dit door het cakebeslag. Spatel daarna het cakebeslag in het bakblik en maak de bovenkant egaal. Verdeel de resterende pjnboompitten over de bovenkant.

Zet het bakblik voor 40 minuten in de oven tot een satéstokje er droog uitkomt.

Een 20 minuten laten afkoelen voordat je de cake uit het bakblik haalt.

Daarna op een rooster helemaal laten afkoelen.

Resultaat

 

Een geslaagde notencake. Serveren met een vruchtenmoes geeft een extra smaak.

Variaties

Als je de boter vervangt door 120 milliliter olijfolie, en de yoghurt of kwark weglaat, dan krijg je een cake met een Zuid-Italiaans tintje.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *