
Rauwe bananencurry
Het zal wellicht mijn onnozele blik zijn als ik in een winkeltje met buitenlandse etenswaren rondloop, maar afgelopen week werd ik twee keer aangesproken door de bediening. De eerste keer was bij een Indiaas winkeltje. Ik had zojuist twee pakken gedroogde pepers in mijn mandje gestopt, toen iemand langs liep en een blik in mijn mandje wierp. ‘Oh meneer, die pepers moet u niet hebben hoor, die zijn heel heet’. Waarop ik gevat antwoordde: ‘Dat hoop ik wel’. Ze lachte en liep verder. De tweede keer was toen ik groene bananen in een toko kocht en ze wilde wegen. ‘Oh meneer, u heeft de verkeerde hoor. U moet de bakbananen hebben.’ Waarop ik de dame verbaasd aankeek en zei: ‘Uh, nee hoor. Ik wil graag deze groene hebben.’ ‘Waar heeft u ze voor nodig dan?’ Omdat ze behulpzaam wilde zijn, gaf ik beleefd antwoord: ‘Ik ga een bananen-curry maken’. ‘Ah, dan heeft u inderdaad de goeie. Ik dacht dat u bananen met deeg wilde bakken.’ … Maar ik word niet altijd aangezien als onwetende blanke man. Zo hebben ze in één van mijn favoriete toko’s jaren gedacht dat ik met een Chinese was getrouwd ‘omdat ik altijd van die Chinese dingen kocht’. Het kan gebeuren.
Maar bananen-curry dus. En niet van de bekende banaan, soms dessertbanaan, fruitbanaan of Cavendish genoemd (hoewel het niet per se een Cavendish hoeft te zijn). De eerste benamingen geven al aan dat deze banaan zoet is, als deze tenminste rijp is. Wereldwijd zijn er meer dan duizend (onder)soorten bananen, maar de meeste bananen worden alleen lokaal gebruikt. Overigens is het grappig dat de tweede grootste bananen-producerende landen, India en Brazilië, nauwelijks bananen exporteren. De meeste bananen komen uit Ecuador, Costa Rica, Panama en Columbia. En dat terwijl de banaan oorspronkelijk uit Zuidoost-Azië komt, waar ze al duizenden jaren geteeld wordt. Pas in de zestiende eeuw brachten de Portugezen de banaan vanuit Afrika naar het Caribisch gebied. De naam banaan komt van het Arabisch banan, vinger. Dat heeft natuurlijk te maken hoe ze aan een tros groeien. De vruchten groeien eerst omlaag, maar draaien daarna naar het licht, waardoor ze vervolgens naar buiten groeien en daarna omhoog.
De familie van de banaangewassen kent twee soorten, Musa en Ensete, waarvan de laatste geen eetbare vruchten kent. De Musasoort kent vijf ondersoorten en alle commerciële bananen behoren tot de ondersoort Eumusa. De bekende fruitbanaan kent zeven stadia, waar bij de zetmeel-suikerverhouding in het eerste (onrijpe) stadium 20:1 is, terwijl de verhouding bij een rijpe banaan (stadium 7) 1:20 is. De bakbanaan, ook wel plantaan, is een andere soort en deze bevat ook veel zetmeel. Toch is er veel variatie wat betreft kleur, omvang, vorm en smaak. Bakbananen worden onrijp geoogst en worden meestal pas gegeten als ze rijp zijn. Een groene bakbanaan is dus gewoon onrijp en wordt ‘rauw’ genoemd, of ook wel kookbanaan. Door het hoge zetmeelgehalte is de banaan heel hard en lijkt meer een groente dan fruit. Omdat de bakbanaan door het hoge zetmeelgehalte ‘melig’ is, bereid je deze soort banaan eigenlijk hetzelfde als een aardappel, ook zo’n zetmeelbom. Van een groene plantaan is de schil nauwelijks te pellen, maar na het koken van de banaan gaat de schil er makkelijk af.
De bakbanaan is de rijpe versie van de plantaan en vooral bekend uit de Indische keuken en daarmee dus ook van de Chinees om de hoek. Al verdenk ik die er van om geen bakbananen te gebruiken, maar gewone bananen. De bakbananen worden meestal niet rauw gegeten, ze worden vooral gebakken.
Het is overigens een misverstand dat curry’s altijd ‘nat’ zijn, er zijn ook gewoon droge curry’s. Dit is er eentje, maar je kunt hem wel wat ‘natter’ maken door aan het eind wat water toe te voegen en de stukjes licht te pureren.
- 2 of 3 groene bakbananen
- 2 el olie of ghee
- 1/2 tl komijnzaad
- 1/2 tl zwart mosterdzaad
- 1/2 el urad dal
- 1 el chana dal
- 8 verse curryblaadjes
- 1 cm geraspte gember
- snufje asafoetida
- 1 grote ui, in dunne ringen
- 1 groene peper, fijn gesneden
- mespuntje kurkuma
- evt. zout
- takje korianderblaadjes
- limoensap
Spoel de bananen eerst goed af onder de kraan en leg ze daarna in een bak met water en wat zout, zodat eventuele restjes bestrijdingsmiddelen verwijderd worden. Snij vervolgens de uiteinden van de bananen en zet ze met water op in een pan. Breng het water aan de kook en laat de bananen een minuut of 10 koken. Prik er af en toe in met een vork om te kijken of ze al gaar zijn. Haal ze dan uit de pan en snij de schil over de lengte in om deze makkelijk te verwijderen. Snij de bananen in stukjes.
Verhit de olie of ghee in een pan en voeg de mosterd en komijn toe samen met de dals. Als de dals goudkleurig worden, voeg je de gember en curryblaadjes toe. Even goed aanbakken en voeg dan de ui en groene peper toe. Als de ui goudkleurig is, voeg je de kurkuma toe, eventueel wat zout en een snufje asafoetida.
Voeg daarna de bananen toe en laat het een paar minuten met een deksel bakken. Voeg eventueel een beetje water toe om te voorkomen dat de banaan aanbakt.
Strooi de korianderblaadjes over het mengsel en roer het nog eens goed door. Sprenkel eventueel wat limoensap over de bananen en serveer het.
Lekker met rijst en sambar.
2 gedachten over “Rauwe bananencurry”
Hoi, leuk artikel! Ik heb ooit bij een Jamaicaanse familie gekookte bananen bij een geitenstoofpot gegeten, en vond dat toen erg lekker. Dit recept lijkt me lekker en zal ik zeker eens proberen.
Groet Nicolet
Dank je! Over twee weken pisang kofta, ook uit India. Die zal je dan zeker lekker vinden 🙂