
moet op: aan de vlecht
Restjes deeg en de pesto
moet op: aan de vlecht
Pesto is maar heel beperkt houdbaar. En als je dan ook nog eens van hartige taarten het teveel aan niet gebruikt pie-deeg niet weg wil gooien moet je iets verzinnen.
Twee eigengemaakte ingrediënten samengevoegd tot een pesto-vlecht met een vorm die is geïnspireerd op de Estlandse kringel, een zoete vlecht van gegist deeg met kaneel.
Een smakelijk hapje en geen eten weggegooid.
Aan het werk (15 + 30 minuten)
Laat het deegrestant op kamertemperatuur komen.
Verwarm de elektrische oven voor op 180 °C.
Bebloem het werkvlak en kneed het deeg kort om het soepel te maken. Rol het deeg net zo lang uit tot je een dunne rechthoekige deeglap hebt die ongeveer twee keer zo lang als breed is. Snij eventueel de randen bij.
Besmeer de deeglap met pesto, waarbij je de randen vrijlaat.
Het restant aan pesto als een dunne laag op de deeglap.
Rol de deeglap op langs de lange zijde en vorm zo een lange rol. Zorg dat de lange naad goed aansluit. Snij de rol in de lengte doormidden.
De deegrol in twee stukken klaar om te vlechten.
Vlecht de twee lange stukken in elkaar. Zorg dat de open stukken aan de bovenkant blijven. Als de vlecht af is, breng dan de twee uiteinden bij elkaar in een cirkel en druk ze aan elkaar.
De pesto-vlecht voordat hij de oven in gaat.
Bak de pesto-vlecht 25 tot 30 minuten of totdat het deeg gaar is.
Resultaat
In stukjes gesneden lekker als warm borrelhapje.
Variatie
Meteen uit de oven bestrooien met een klein beetje net geraspte parmezaanse kaas.