
Surinaamse ribbetjes met gebakken rijst
Roken, een goede manier om vlees langer te kunnen bewaren. Roken gaat meestal samen met zouten. Het roken van vis is hier veel gebruikelijker dan het roken van vlees. Hoewel je bij de slager en bij de supermarkt gewoon gerookte kipfilet kunt krijgen. Kant-en-klaar om te gebruiken. Malser dan de gemiddelde gebakken kipfilet overigens.
In de Surinaamse keuken kennen ze verschillende gerookte EN gezouten eetwaren, zoals Surinaamse krabbetjes en bakkeljauw. Beiden zul je echter eerst moeten ontzouten voor je het verder bereidt, anders is het oneetbaar. Dit doe je door vlees of vis zachtjes in water te laten koken, waarbij je het water 1 of 2 keer ververst. Hierdoor spoelt het meeste van de zouten uit.
Surinaamse krabbetjes bestaan enkel uit vlees en ‘knars’, kraakbeen. Vroeger bevatten de krabbetjes die we hier kennen naast een rib ook nog veel knars, tegenwoordig bestaan Nederlandse krabbetjes enkel uit vlees en rib. En vaak maar een karige hoeveelheid vlees, tenzij je een adresje weet. Zoeken naar goede krabbetjes loont de moeite. Surinaamse krabbetjes zijn in tegenstelling tot Nederlandse krabbetjes dus gerookt en gezouten en kun je vinden in sommige toko’s. Ook omdat de rib ontbreekt bij Surinaamse krabbetjes, zijn deze een stuk kleiner. Gebruikelijk is om ze bij bereiding nog wat kleiner te snijden, tot hapklare stukjes. En omdat ze al gerookt en gezouten zijn, hebben ze niet veel meer nodig. Met een beetje sambal, oestersaus en ui kom je al heel ver.
Surinaamse krabbetjes kun je eten bij je Surinaamse BB met R, maar zijn ook lekker met gebakken rijst. Nu heb je rijst en rijst. Niet elke rijstsoort is even geschikt om te bakken, de rijst moet namelijk goed droog zijn en uit losse korrels bestaan. Basmati is bijvoorbeeld heel geschikt om te bakken, maar ook jasmijnrijst kun je goed bakken. Je moet de rijst dan wel goed laten afkoelen na het stomen, zodat er zoveel mogelijk water verdampt. Een droge korrel bakt veel beter en neemt bovendien goed smaken op die je tijdens het bereiden toevoegt.
Rijst moet je wel snel terug laten koelen, anders kan er zich snel een bacterie ontwikkelen waar je ziek van kan worden. Sporen van de Bacillus cereus kunnen goed overleven in droge omstandigheden, zoals bij kruiden en specerijen het geval is. Je kunt er dus meestal zelf weinig aan doen, maar wel voorkomen dat je er last van krijgt door gerechten snel terug te koelen en bij bereiden het minimaal op 75 °C te bereiden, aangezien een eventueel aanwezige bacterie dan dood gaat. De Bacillus cereus kan overigens ook goed gedijen in pasta, eiwitrijk voedsel, groente, sausjes en pudding … Om rijst snel af te koelen kun je deze het beste over een groot oppervlakte uitspreiden en eventueel een waaier gebruiken. De rijst koelt dan snel af, waarna je het verder kan bereiden of afgesloten zo koud mogelijk bewaren in de koelkast.
De gebakken rijst
Als ik gebakken rijst maak, maak ik altijd extra. Voor de volgende dag en om in te vriezen. Pas de hoeveelheden aan als je minder rijst wilt maken.
- 400 gr (gebroken) jasmijnrijst
- 3 el arachideolie
- 5 cm gember
- 5 tn knoflook
- 3 tl kurkuma
- 2 stronken paksoi
- 1 el sojasaus light
- 2 tl sesamolie
Stoom de rijst gaar en laat ze afkoelen.
Rasp de gember en hak de knoflook fijn. Snij de paksoi grof en hou de witte en groene delen apart.
Verhit de olie in een grote pan en fruit de knoflook met de gember zachtjes. Voeg de witte delen van de paksoi toe en bak ze tot ze glazig beginnen te worden.
Voeg nu de kurkuma toe en bak een minuutje mee. Voeg daarna de groene delen van de paksoi toe en laat de bladeren slinken.
Voeg beetje bij beetje de afgekoelde rijst toe. Meng telkens de rijst goed door, zodat deze helemaal geel is voordat je de volgende hoeveelheid rijst toevoegt. Bak het geheel even goed door, zodat het lekker heet is.
Tot slot voeg je nog een beetje sojasaus toe om de rijst verder op smaak te brengen. Zet daarna het vuur uit en sprenkel nog wat sesamolie over de rijst.
Surinaamse ribbetjes
- 250 gr Surinaamse ribbetjes
- 2 kleine uien
- 1 el sambal oelek (of een andere sambal naar keuze)
- 3 el oestersaus
- 2 el arachideolie
Terwijl de gestoomde rijst afkoelt, kun je de Surinaamse ribbetjes ontzouten. Doe daarvoor genoeg water in de pan zodat de ribbetjes onderstaan en breng het aan de kook. Laat 15 minuten rustig koken en ververs daarna het water. Laat het nog eens 15-20 minuten koken en giet daarna het water af. Het vlees is intussen gegaard en eventueel kun je het nog in hapklare stukken snijden. Zet apart. Nu kun je ze verder bereiden.
Snij de uien grof.
Verhit de olie in een pan en bak de uien glazig. Voeg de sambal toe en bak even door.
Meng de oestersaus door de uien en daarna de ribbetjes. Verwarm even goed door en zorg dat al het vlees bedekt is met saus.
Serveer de ribbetjes bovenop de gebakken rijst. Lekker hoor!
Eén gedachte over “ Surinaamse ribbetjes met gebakken rijst”
Inderdaad, lekker hoor Damten! Ik heb zelf nog nooit zoutvlees bereid, maar wel gegeten. Ik krijg meteen trek in een Surinaams(ig) gerecht en heb nog paksoi en taugé in de koeling. Ga een kom noodles maken vanavond, met krokant gebakken tempeh, die heb ik nog in de vriezer en bak ik even op. Verder nog wortel, ui, en witte kool. Toevallig eet ik vanavond alleen en had ik nog niet bedacht wat ik ging eten, nu dus wel, dank!