Brownie-ijs-pecan-chocolade dessert: de testversie
Tijdens feestdagen verzorgen wij meestal het toetje. En dat hoort eigenlijk elke keer een ander toetje te zijn. Dat is het verwachtingspatroon geworden, in de loop der jaren.
Altijd leuk, want we maken zo’n nieuw dessert dan 2 keer. 1 keer om te testen of alle smaakcombinaties kloppen. En daarna, mogelijk met enige kleine aanpassingen, de echte versie voor tijdens het familiediner.
Wij proberen wel altijd iets te bedenken dat we 1 of 2 dagen van te voren al kunnen maken, op mogelijk de definitieve opmaak en presentatie na. Dan hebben we tenminste tijd voor gesprekken met familie, in plaats van veel tijd in de keuken te moeten besteden.
Het stond al een tijdje op ons lijstje, maar door de lange lockdown periode bleef het er ook maar opstaan, tot nu. Een dessert met een brownie-bodem, met daarop een dot vanille-roomijs. Daar weer wat cacaopoeder op en een enkele pecannoot. Versierd met wat geschaafde witte chocolade.
Zonder de witte chocolade in principe ook te eten door iemand die niet van chocolade houdt, want de brownies bevatten cacao, en geen chocolade.
Ondanks dat we alle ingrediënten goed kennen, eiste de meerderheid van ons huishouden toch een testversie. En wat doe je als je in een democratie leeft, je maakt een testversie.
We hebben een standaard brownie-recept, meegekregen vanaf het Engelse platteland. Iedere keer met succes gemaakt en ook door anderen smakelijk opgegeten, met mondelinge complimenten. Daarmee is er eigenlijk geen reden om dat recept te veranderen.
Om toch te voldoen aan de impliciete iedere-keer-een-ander-dessert eis, nu de lichtbruine basterdsuiker in ons standaard recept vervangen door een heel donkere variant. The same, but different.