Archief van
Tag: Buffelmozzarella

Risotto al pomodori met nog herkenbare tomaten

Risotto al pomodori met nog herkenbare tomaten

Er zijn weleens van die, hopelijk korte en sporadische, tijden waarin een expert aan iemand meldt even alleen zachte maaltijden te eten. Meestal na bezoek aan een kaakchirurg of tandarts. Verwijderen van verstandskiezen is een beruchte oorzaak. Er werd verteld dat de arts soep en pasta als voorbeelden noemde. Op zich geen straf dus. Daarom geen geroosterde pijnboompitten in deze maaltijd, hoe goed die er ook bijpassen. Want luisteren naar dringend advies moet. De mond bepaalt namelijk de textuur en smaak van het eten. Het aroma doen we met de neus. Zacht gemaakte ingrediënten dus. Startpunt is zachte en romige risotto.

Meestal komt risotto al pomodori neer op zoveel tomatensaus dat de risotto zwemt in die saus. Regelmatig op de rand van wat beter een goed gevulde tomatensoep met rijst zou kunnen heten. Doen we hier niet, ondanks het soep advies. Het gerechtje wordt ook vaak risotto al pomodoro genoemd. Risotto met tomaat. 1 tomaat? Beter is risotto al pomodori, risotto met tomaten. Meer dan 1 tomaat. Verhitten maakt tomaten zacht.

Met tomaten in Nederland is wel wat aan de hand de laatste tijd. Ze worden namelijk door selectie tijdens de kweek bewust steeds zoeter gemaakt. Mogelijk gestart met de introductie van honingtomaatjes in 2009, zien we nu veel meer en verschillende soorten kleine tomaatjes in de schappen liggen met expliciete kreten als fris zoet, volzoet en extra zoet op de verpakking. Men is doorgeschoten. Zoeter dan bijvoorbeeld de honingtomaat hoeft echt niet. Als we dat willen dan doen we wel direct wat suiker in de maaltijd. Bovendien, bij verwarmen van tomaten verdwijnt het zuurtje, en de zoetheid komt vanzelf bovendrijven.

Wat gaat er nog meer bij dit gerecht? Ook even lettend op de uiteindelijke kleuren op de borden.

Als eerste buffelmozzarella. En dat geeft meteen de mogelijkheid om nog wat extra smaak aan de risotto toe te voegen. Water in de mozzarella-verpakking heeft namelijk vaak een licht zilte en kazige smaak. Lekker. Tenminste als er echte wei inzit. Als op de verpakking staat dat het pekelwater is, dan is het gewoon water met veel zout, niet gebruiken. Als het wat wittig water is, met vaak nog wel wat extra toegevoegd zout, dan wel gewoon gebruiken.

Vervolgens pittige, bijna witte Gruyère. En natuurlijk risotto. Vialone Nano dit keer. Gecreëerd in 1967, door de kruising van de risottosoorten Vialone en Nano. Ongekend succesvol, want het wordt naar verluidt samen met soorten Carnaroli en Maratelli als de top 3 van de Italiaanse risotto’s beschouwd.

Voor het vlees, extra smaak als uitgangspunt genomen. Filet d’Ardenne. Een Ardense ham die gemaakt wordt van de ontzwoerde en ontvette bovenbil van een varken. En daardoor bijna geen vet bevat. Gedroogd met een mengsel van pekelzout, koriander, tijm en nootmuskaat. Daarna gerookt met beukenhout en jeneverbessen, en dan weer gedroogd. En dat proef je op je bord. Een hele mooie rooksmaak, door de manier van bereiden.

Basilicumblaadjes, uiteraard. Frisgroen bovenop. Donkergroen als het is gemengd door de risotto.

En dan als finishing touch én fusionelementje voor al die Italiaanse keuzes, oestersaus.

Lees Meer Lees Meer

Lasagnettes pâtes d’Alsace: pasta uit de Elzas

Lasagnettes pâtes d’Alsace: pasta uit de Elzas

Dit keer viel de keuze voor de ingrediënten van de avondmaaltijd op eierpasta uit de Elzas, aangevuld met kleine tomaten uit blik, tuinerwten, kleine mozzarella bolletjes, Grana Padano, mager rundergehakt en uitgebakken hamblokjes. En ricotta, daar wordt het geheel wat romiger van. En inclusief het ondoorzichtige water waarmee de mozzarella werd aangeleverd.

Pasta uit de Elzas, apart, toch? Of toch niet? De meeste pastasoorten in de Elzas, maar misschien wel alle pastasoorten in de Elzas, worden gemaakt met 7 eieren per kilo pasta. Valfleuri produceert bijvoorbeeld pâtes d’Alsace lasagnettes, een eierpasta die door die 7 eieren, 320 gram ei per kilo pasta bevat, oftewel, 32%. Is dat nu veel of weinig eieren? Hoe zit dat?

De meeste eierpasta die je in Nederland kan kopen is gelinkt aan Italië. Eierpasta wordt typisch gemaakt door per 100 gram bloem, 1 middelgroot ei toe te voegen, en soms een scheut olijfolie, zeg 10 milliliter. Een andere manier is om een ei, zonder schaal, te wegen en er dan qua gewicht 2 keer zo veel bloem bij te doen. Beide manieren komen op hetzelfde neer.

De gewichtsgrens tussen een medium en groot ei is 63 gram. Wij betrekken onze eieren via de kaasboer van een lokale kippenboer. Laten die eieren nu tussen de 62 en 63 gram wegen. Voor het rekengemak nemen we 62 gram.

Van die 62 gram is tussen de 9% en 12% het gewicht van de schaal. Dat maakt dat er per ei afgerond 56 gram bij de 100 gram bloem gaat. 100 gram bloem met 1 ei levert dan een eierpercentage op van afgerond 36%. De andere manier, verdubbelen van de bloem per ei, levert een eierpercentage op van afgerond 33%. Pâtes d’Alsace lasagnettes zit daar qua percentage ei nog iets onder zelfs. Niets bijzonders dus. Reclame gemaakt om iets te duiden wat bij andere eierpasta soorten ook zo is. Op Bauernspätzle in Duitsland na, die bevat regelmatig 2 eieren per 100 gram bloem.

Op de verpakking van 250 gram lasagnettes pâtes staat dat er 7 vrije-uitloop eieren in een kilo pasta zitten. De eieren wegen dus gemiddeld 320:7=45,7 gram. Een onontkomelijke conclusie is dat de eieren, inclusief schaal, gemiddeld net iets meer dan 50 gram zwaar zijn. Dat zijn daarmee kleine eieren, maar door er 7 te gebruiken telt het toch op tot een hoog aantal grammen.

Gebruik dus kleine eieren als je adverteert! Want 7 klinkt reclame-technisch als heel veel eieren!  Zeker als je de ‘7’ groot afdrukt op de verpakking van 250 gram pasta en ‘per kilo’ veel kleiner. Industrieel ontwerp stuurt mede onze door reclame aangestuurde aankoopbeslissingen! Ze doen het in de Elzas vast om op te boksen tegen die Italiaanse pasta’s die op grote schaal in de winkels liggen.

Lasagnettes. Kleine stukjes pasta; net kleine lasagne velletjes met golvende randjes.

Lees Meer Lees Meer

Wat doet dat puntje aan mijn mozzarella?

Wat doet dat puntje aan mijn mozzarella?

En wel aan de waterbuffelmozzarella in bulba vorm, een bol mozzarella di bufala met die mooie porselein-witte kleur?

Mozzarella is een vast ingrediënt ook in onze insalata caprese, een voorgerecht bestaande uit mozzarella, tomaat en basilicum. Warm op brood als caprese crostini met knoflook ook erg lekker.

Maar het liefst eet ik mijn mozzarella di bufala op kamertemperatuur zonder enige toevoeging van andere ingrediënten. Puur.

En dan blijkt dat de mensheid verdeeld is, want een toch wel grote groep mensen in mijn omgeving vindt mozzarella smakeloos. Sma-ke-loos! Onbegrijpelijk vanuit mijn smaakpunt gezien. Voor mij heeft verse mozzarella een uitzonderlijke smaak met zoete en licht zoute tinten. Lekker mondgevoel door de frisse, vezelig textuur. Mozzarella is vochtig, maar niet nat, met een aroma van melkenzymen. Uniek.

De liefhebbers willen natuurlijk de authentieke en verse Italiaanse buffelmozzarella met het sinds 1993 geldende Denominazione di Origine Protetta (DOP) predicaat ”Mozzarella di Bufala Campana“. Volledig handgemaakte mozzarella bulba’s (van typisch 125-250 gram) bestaan nog steeds, maar het is zeer arbeidsintensief werk en dat zie je terug in de prijs.

Maar hoe komt de Italiaanse buffelmozzarella nu aan dat scherpe puntje? En nu we toch bezig zijn vragen te stellen, hoe zit dat met die uitstekende rand of zoom?

Lees Meer Lees Meer