Als je in vier maanden tijd twee broekmaten kleiner gaat wonen, hoort dat bekroont te worden met een feestelijk maal. Nu kan ik mij natuurlijk helemaal te buiten gaan, maar dat doe ik volgende week wel bij mijn date met sānsān. Vandaag hou ik het simpel met spareribs. Wil je spareribs sappig en mals hebben, bak/frituur ze dan ajb niet in de olie, maar stoom ze (zoals hier) of smoor ze dan. Supermals blijven ze.
Na het nodige geprobeer en geëxperimenteer weet ik dat de tomaat in een soep of saus niet hetzelfde is als dat rode glimmende ding. Groot of klein, het smaakt mij normaal gesproken niet. Maar ergens in de bereiding gebeurt er iets wonderlijks… Was ik eerder al overtuigd dat tomatensoep met vallend ei goddelijk is, na enkele pogingen vind ik onderstaande tomatensaus een succes. Geen basilicum of oregano in mijn saus, maar chilivlokken. Pastasauspuristen zullen het vloeken in de kerk vinden, maar who cares. Het smaakt geweldig!
Chinese aubergines zijn ECHT veel lekkerder dan die grote dikke exemplaren. Die blief ik eigenlijk niet meer. De slanke aubergines zijn zachter en voller van smaak. Gestoomd en ontveld lekker met een dressing van chili-olie (foto), maar ook gestoofd erg lekker met (runder)saucijsjes of Merquez-worstjes. En ook niet moeilijk.
Recept uit het leuke Revolutionary Chinese Cookbook van Fuchsia Dunlop, waarbij ik geen plaatjes nodig heb om honger te krijgen. Hetzelfde geldt trouwens voor Sichuan Cookery, maar dat moge duidelijk zijn. Ik heb dit recept wat aangepast voor eigen gebruik. Geen kippendijen, maar kipfilet. Door de wijze van bereiden toch heel mals. Niet dat ik geen kippendijen eet, want de Rode Kip kan natuurlijk niet zonder! Ik heb nu eenmaal vaker kipfilet paraat dan kippendijen, dus zo is het ontstaan. En ik bereid de kip niet in de olie, maar in water. Tic die ik heb overgehouden aan het afvallen (en heb opgepikt van Ken Hom). Malser krijg je de kip eigenlijk niet, tenminste ik niet. Het belangrijkste is dat je de kip in hapklare en niet te grote stukken snijdt. Iets van 1,5 bij 1,5 cm. Anders gaart de kip niet goed. Liever wat langer en dunner, dan dikke stukken. Eigenlijk frituur ik vlees nooit. Niet eens om het vet, want dat valt reuze mee, maar ik vind het altijd zo’n gedoe. Niet meer dan met water garen, maar dat zit blijkbaar tussen mijn oren 😉
Het is wellicht op deze manier geen originele Liuyang black bean chicken meer, maar het smaakt mij er niet minder om. De kip is niet goudbruin en knapperig, maar velvety zoals dat in het Engels zo mooi heet.
Broodjesdag. Voor als je toevallig kipfilet hebt liggen. Even bakken, aan stukken scheuren en een sausje maken. Klaarrrrrr.
Uiteraard kun je kip ook in kleine stukjes snijden en even marineren in een lepeltje shaoxing met een lepeltje (donkere) sojasaus. Maar op broodjesdagen is mijn trek groter dan mijn geduld. Dus de kip haalt de marinade zelden.
Koud is het ook vast lekker, maar dat zou ik niet weten. Op broodjesdagen blijft er nooit iets over 🙂