Gestoomde dorade met gember en lenteui
Eigenlijk eet ik te weinig vis voor hoe lekker ik het vind. Af en toe maak ik vis in heet-zure saus, een waar genot. Restjes zijn de volgende dag ook nog heerlijk. Of hete makreel, ook zo lekker, maar wel een klusje. Lekker bij de rijst, maar vooral ook op een witte broodje. Het meest feestelijke en tegelijk het meest makkelijke visgerecht hier in huis is gestoomde dorade met gember en lenteui. Ik kwam het tegen tussen mijn oude foto’s, op zoek naar inspiratie voor het weekend. Het was de eerste keer dat ik een vis als geheel bereidde en serveerde. Daarna maakte ik het met enige regelmaat, maar het recept is intussen wat verstoft. Het staat zelfs in mijn kookschriftje, maar ik kijk tegenwoordig vaker op Reutel dan in het schriftje. Tijd dus om het recept aan de online verzameling toe te voegen en de visboer op te zoeken.
Een grote dorade van 500-600 gram is doorgaans genoeg voor twee personen. Heb je kleine dorades, ga dan uit van 1 per persoon. Vind je een hele vis te eng op je bord, neem dan twee filets per persoon. Maar ik zeg je, een hele vis is veel leuker eten en bovendien zit er meer vlees aan een vis dan alleen de filets. In China schijn je de wangetjes van de vis aan te bieden aan je gast. Je eet de vis het beste met stokjes, wat het eetplezier alleen maar vergroot.