met ui en komijn
Tomatensoep
met ui en komijn
Tomatensoep. Ik eet het vaak. En in steeds meer variaties. Soep leent zich prima om mee uit te proberen, vooral met restjes. Ideaal als lunch. Zo is de reden dat ik vaak tomatensoep eet, het regelmatig over blijven van een restje (gezeefde) tomaten. Van het restje maak ik dan een soepje en als het soepje bevalt, wordt het een serieuze soep. Smaakmakend ingrediënt in deze variant is komijn. Hoe zoiets ontstaat? Heel simpel, de komijn stond nog op het aanrecht.
Komijn wordt over de hele wereld gebruikt, maar was in Nederland in eerste instantie vooral bekend in de gemalen vorm, genaamd ‘djinten’ uit de Indonesische en met name Indische keuken. In Indonesië zal het waarschijnlijk zijn geïntroduceerd vanuit India, waar het zijn intrede deed via de Perzische keuken. Zo valt de oorsprong te herleiden tot het Midden-Oosten. De naam ‘komijn’ komt via Middelengels en Oudfrans van de Latijnse term cuminum , die op zijn beurt afkomstig is van het Oudgrieks κύμινον (kúminon). Dit is een Semitische lening die verband houdt met Hebreeuws כמון (kammōn) en Arabisch كمون (kammun), die uiteindelijk allemaal afkomstig zijn van de uitgestorven taal in spijkerschrift Akkadisch 𒂵𒈬𒉡 (kamūnu). Wat mij trouwens op het idee brengt eens te speuren naar een Babylonisch gerecht. Vertaald, dat dan weer wel.
In de oude Egyptische beschaving werd komijn niet alleen gebruikt als specerij, maar ook als conserveermiddel bij mummificatie. De oude Grieken hielden komijn aan de eettafel, zoals wij dat met peper doen. Komijn werd ook veel gebruikt in de oude Romeinse keuken. In India vormt komijn de basis van tal van gerechten en is vaak onderdeel van kruidenmixen. In Amerika werd komijn door Spaanse en Portugese kolonisten geïntroduceerd en vind je het bijvoorbeeld terug in tal van Mexicaanse gerechten. En mensen maar denken dat fusion iets is van de laatste jaren…
Lekker met Turks brood. …