Archief van
Tag: wiskunde

Het Droste-effect en cacao-vanille koekjes

Het Droste-effect en cacao-vanille koekjes

Er wordt wel geschreven dat opvallend veel beta’s zelf vaak muziek spelen of kunst maken, en dat beta’s van patronen/regelmaat houden. Dat zou kunnen. Maar logischer lijkt me dat alfa en gamma mensen dat kunstige op de een of andere manier niet verwachten van beta’s, en dan als speciaal opvatten. Maar omgekeerd, ook in kunst en muziek zitten veel patronen, tot aan de jazz toe. Iedereen die jazz hoort, weet dat het jazz is. Ook die vrije vorm van muziek is simpel te classificeren.

Wat in ieder geval speelt bij wiskundigen is dat uit een soort van beroepsdeformatie wel dingen met een patroon erin meteen opvallen. Of juist een onderbreken van een patroon: een lange rij lantaarnpalen allemaal op gelijke afstand, op 1 na. Of helemaal geen patroon, dat kan je ook definiëren en beschrijven: brownse beweging bijvoorbeeld. Van die dingen.

1 van de patroondingen die via reclame zijn weg heeft gevonden in de kunst en de wiskunde is het zogeheten Droste-effect.

De beroemde voorkant van een pak Droste cacao en de beroemde illustratie Prentententoonstelling van M.C. Escher.

Het Droste-effect is vernoemd naar de wereldberoemde afbeelding op de blikken van Droste cacao, ontworpen door Jan Musset in 1904.

Het Droste-effect moet je zien. Het zijn afbeeldingen die een verkleinde versie van zichzelf bevatten. Die verkleinde versie bevat ook weer een nog kleinere versie van zichzelf, et cetera. Op papier houdt het een keer op, vanwege de resolutie. Maar waar een patroon is, daar kan de wiskunde helpen. Wiskundig gaat het Droste-effect altijd maar door; gewoon inzoomen op de verkleinde versie, en herhaal.

Op de cacaoblikken van Droste is ook nu nog steeds diezelfde verpleegster afgebeeld. Op het dienblad dat ze draagt staat een plaatje van hetzelfde cacaoblik, maar dan kleiner. En er staat een afbeelding van een verpleegster op een koffiekopje. Het Droste effect 2 keer in 1 afbeelding.

Wiskunde kent de term fractaal, bedacht door Benoît Mandelbrot in 1975. Een fractaal is een figuur opgebouwd uit delen die elk een gelijkenis vertonen met de figuur zelf. Bekend bij een groter publiek zijn de computer-gegenereerde kleurenplaatjes van Mandelbrot fractalen [1]. Kijk je op fractaal niveau, dan heeft ineens niet alles een eindige omtrek. Zo heeft Nederland een landsgrens van 1027 kilometer en is de kustlijn 451 kilometer lang, bijvoorbeeld te meten op een grote landkaart met grenslijnen. Maar die getallen hangen wel af van hoe je meet. Als je op het niveau van zandkorrels gaat meten – welke hoort dan tot land en welke hoort bij de zee – dan is die ineens grillige grens veel langer.

Het Droste-effect is een speciale vorm van een fractaal. Het komt bij elke vergroting van de afbeelding weer naar voren. Het herhaalt zich, en die herhaling, recursie geheten, is een belangrijke eigenschap van fractalen. Met een belangrijk verschil. Die vaak mooi gekleurde fractaalplaatjes worden gegenereerd vanuit verrassend simpele formules. Het Droste-effect was en is in essentie eerst kunst, waarbij een hele afbeelding wordt herhaald, zonder dat wiskunde nodig was.

Maar waar een patroon wordt geobserveerd, daar duiken wiskundigen op en dan volgen de beschrijvende formules. In dit geval van de handen van de Nederlandse wiskundigen Smit en Lenstra, 99 jaar na het maken van de kunst op het cacaoblik. En wel voor het beroemde werk van M.C. Escher, Prentententoonstelling [2], uit 1956. Dat werk is een van de ingewikkeldste dingen die Escher ooit heeft gemaakt, en was raar, zo meldde hij zelf.

Prentententoonstelling bevat een draaikolk-beweging kromme. Het bevat ook een persoon in een prentengalerij die – heel apart – naar zichzelf kijkt, door die draaikolk. In het midden van de draaikolk zit een verdwijnpunt. Escher wist echter niet hoe hij dat punt precies moest tekenen, want in het midden is een wit vlak, waar hij, heel slim, zijn handtekening heeft gezet. Op een vel papier kan je ook niet eindeloos blijven inzoomen. Smit en Lenstra hebben de wiskundige formules achterhaalt die de draaikolk beschrijven [3]. En daardoor konden zij wel blijven inzoomen, waar je dan door een animatie [4] kan zien dat de tekening zich echt elke keer herhaalt.

Geniale kunst van Escher, later pas gecomplementeerd met formules door 2 wiskundigen.

Daar past een recept met cacao bij, van Droste en het Droste effect. Cacao-vanille koekjes.

Lees Meer Lees Meer

Beukennootjes delen met een Siberische eekhoorn

Beukennootjes delen met een Siberische eekhoorn

De eekhoorn at ze direct op of sloeg ze tijdelijk op in de wangzakken om ze later als wintervoorraad te begraven. De mijne gingen mee naar huis voor in een vegetarische zwarte bonenburger.

Er waren namelijk genoeg beukennoten: 2022 lijkt weer een mastjaar te worden. Dit in tegenstelling tot een op dat gebied teleurstellend 2021. Nu wel veel eikels en beukennoten. Dat zag er deze zomer niet naar uit, met die ruim boven de 30°C temperaturen. Toen vonden we al veel lege hulsjes onder de beukenbomen. Maar in de herfst is gelukkig alles anders gebleken; in de zomer zijn veel hulsjes toch gewoon aan de bomen blijven hangen om nu vol met nootjes naar beneden te vallen.

Gaan zoeken net na een nachtelijk windje. En in 5 minuten (!) al 4 handen vol. Zo veel, zo snel, dat betekent dat er genoeg voor de eekhoorns overblijft. Zonder schuldgevoel zelf geraapt voor een speciale burger.

Het was een Siberische grondeekhoorn waar de nootjes mee werden gedeeld. Een zogeheten invasieve uitheemse grondeekhoorn, want voornamelijk levend op de grond, wonend op een paar plekken in Nederland.

Dat wonen in Nederland mag eigenlijk niet volgens de Europese wet [1]. Want die Siberische grondeekhoorn is niet inheems, zoals ook uit de officiële naam blijkt: Tamias sibiricus. Ze komen van nature voor in Siberië en Oost-Azië. De soort heeft meerdere namen, afhankelijk waar je bent in dat grote gebied. Ze verspreiden zich heel langzaam [2], waardoor ze in Nederland gedoogd worden. Ook al omdat de rode (gewone) eekhoorn voornamelijk in de bomen leeft.

Voor wat er kan gebeuren als je uitheemse dieren inheems laat worden, hoeven we voor wat betreft eekhoorns niet verder te kijken dan naar de Britse eilanden. Daar werd de Noord-Amerikaanse grijze eekhoorn tussen 1876 en 1921 geïntroduceerd, wat duidelijk ten koste is gegaan van de inheemse rode eekhoorn. Waar wij woonden was de rode eekhoorn al helemaal verdwenen uit het toch bosrijke gebied. Grijze eekhoorns, die zagen we wel, veel ook.

In het Tilburgse schrijven ze vooral dat ze alleen in het Tilburgse Stadsbos voorkomen. Maar dat is niet correct. Er blijken 2 populaties te zijn in Nederland [3]. Ten zuidoosten van Weert is de Siberische eekhoorn ook te vinden. Het is wel onduidelijk of die laatste populatie blijvend is. Verder zijn er af en toe individuele meldingen uit andere delen van Nederland.

Hoe komt die kleine bruin-grijs gestreepte Siberische eekhoorn nu in Nederland? Dat is in de basis heel simpel. Ze werden vroeger verhandeld en als (huis)dier gehouden. Voor Tilburg is er een andere verklaring.

Lees Meer Lees Meer

Pipe rigati, tomaten, basilicum, 2 kaasjes en gehakt

Pipe rigati, tomaten, basilicum, 2 kaasjes en gehakt

Het zijn barre tijden met al die prijsverhogingen voor iedereens eerste levensbehoeften. Ben nog altijd blij dat we vroeger hebben leren koken. Daar hebben we niet alleen gemak van, maar ook financieel voordeel. Zelf alles samenstellen uitgaande van basisingrediënten is nu eenmaal veel goedkoper dan complete maaltijden kopen. Dat gaat zelfs al op bij pure passata ten opzichte van al gekruide tomatensaus.

Zeker als je op reclames let. Wat op dit moment zelfs een beetje extreem is met die 2e gratis en 1+1 gratis acties. Wel kopen natuurlijk, want je hebt er eerder in het jaar vast al voor betaald met je boodschappen, of anders straks wel, in de kerstperiode. Want welke winkel gaat nu uit zichzelf verlies draaien?

Met eigen ingrediënten, zoals pasta, kan je variëren. Dat roep de vraag op: waarom bestaan er eigenlijk zo veel pastagerechten? Dat is aan te tonen, zelfs al met de beperking van de ingrediënten van deze maaltijd. Eerst door stug doorrekenen, dan door iets slimmers te doen: wiskunde toepassen.

We maken graag tomatensausen met basilicumblaadjes erin. Soms fijngesneden basilicumblaadjes, soms takjes basilicum die we op het eind weer verwijderen, en soms een combinatie van beiden. Basilicum in tomatensaus is heerlijk en levert alleen al 3 mogelijkheden voor in een maaltijd, even meetellen! Groene pesto, oorspronkelijk uit Genova, gemaakt van basilicumblaadjes en pijnboompitten, vinden we ook heerlijk, maar op de een of andere manier, en gek genoeg vinden we dat zelf ook, niet als die gemengd is door de pasta. Een andere pesto, die van alla trapanese uit Sicilië, die dan juist weer wel. Heeft alles te maken met smaak en mondgevoel.

Voor tomatensausen grijpen we altijd graag terug op passata en/of tomatenconcentraat. Soms met, of alleen, verse tomaten. Even meetellen: alweer 7 combinaties voor de tomaten. Er is wel een lichte kentering gaande betreffende tomaten uit blik in ons huishouden en wel sinds het merk Mutti in Nederland in de schappen is verschenen met blikken pomodoro San Marzano en pomodorini datterini. Je moet je eigen keuzes van liever-geen-tomaten-uit-blik altijd blijven toetsen als er nieuwe merken verschijnen op de schappen! Tomaten, alleen in deze alinea nog meer combinatiemogelijkheden met wel of niet de inhoud van die blikjes erbij.

Als je dan die verschillende kaasjes bekijkt die mogelijk zijn, naast feta en Parmezaanse kaas, dan zie je meteen dat alleen al in deze maaltijd ontzettend veel te combineren valt en weg te laten is, zelfs al met die simpele basis van pasta, tomaat, basilicum en kaasjes. Veel combinaties en toch iedere keer anders  van smaak en textuur.

Maar over hoeveel combinaties hebben we het nu eigenlijk, met de genoemde basilicum, tomaten en 2 kaasjes keuzes? Weinig of veel?

Lees Meer Lees Meer

Mezzi rigatoni pie: rechtop en zonder deeg

Mezzi rigatoni pie: rechtop en zonder deeg

Buisjes pasta rechtop neerzetten in een ovenschaal of bakblik, vullen met een elke keer een (iets) andere saus, toppen met elke keer een andere kaas en afbakken in de oven. Levert heerlijke maaltijden op.

Met die grote brede cannelloni buizen ben je zo klaar, maar dat levert relatief gezien vooral vulling op en weinig pasta. Een betere verhouding tussen pasta en vulling krijg je als je rigatoni buisjes gebruikt. Voor een hoge pie neem je de tradizionali, voor een lage pie met de helft van de vulling, de mezzi (de halve). Met penne kan het ook, maar de schuine uiteinden laten de pasta makkelijk omvallen. (Op te lossen door het bakblik rechtop te zetten zodat de penne buisjes plat liggen tijdens het neerleggen.) Dat probleem heeft rigatoni niet, met zijn rechte uiteinden. Rigatoni it is.

Maar eerst zien uit te vogelen hoeveel pasta ik nodig heb. Als alle pasta in het bakblik zit, dan lijkt het van boven gezien net op allemaal kleine cirkeltjes in een grote cirkel. Als de diameter van 1 gekookte rigatoni en de diameter van het bakblik bekend zijn, dan moet dat makkelijk van te voren uit te rekenen zijn, toch. Nou, dat valt behoorlijk tegen. Het is wiskundig gezien een pittig probleem. De plek van elk cirkeltje in de grote cirkel kan van invloed zijn op alle andere cirkeltjes, en daarmee op het maximum aantal cirkeltjes dat je erin kan leggen. Dat maximum aantal cirkeltjes in een cirkel kan je vinden door het te formuleren als oplossing van een optimalisatie probleem, dat wiskundig bekend staat als ‘cirkels inpakken in een cirkel’. Het internet rekende uit dat bij een bakblik met een binnen diameter van 22,86 centimeter en rigatoni’s (gekookt) met een buiten diameter van 2,2 centimeter een taart met 81 rigatoni’s op.

Als we de vulling in de buisjes willen hebben, dan dekken die 81 buisjes wel slechts driekwart van het bakblik af. Wiskundige cirkels kan je niet indrukken; vorm dicteert de formule en vice versa. Bij pasta werkt het anders. In het extreemste geval kan je het bakblik helemaal vullen met buisjes die plat tegen elkaar zitten; er kan geen vulling in. Er is een tussenweg: de buisjes in een ellips vorm drukken, dat vult een bakblik met meer rigatoni. 129 dit keer. Ruim meer dan 81 door ietwat vals spelen en de pasta te laten vervormen.

Volgende vraag: hoeveel mezzi rigatoni’s zitten er eigenlijk in 1 pak van 500 gram. Is 1 pak voldoende of moeten er 2 pakken worden gehaald? 20 mezzi rigatoni’s gewogen, om de invloed van kleine variaties per pasta buisje te elimineren. Dat leverde een gewicht op van 48 gram. 2,4 gram per mezzi rigatoni. Oftewel, er zitten 500:2,4=208 pastabuisjes in 1 zakje. Meer dan genoeg voor de pie.

Lees Meer Lees Meer

Saturnus, Rome, bijen, zeshoeken, pimentkoekjes

Saturnus, Rome, bijen, zeshoeken, pimentkoekjes

Wat hebben koekjes en regelmatige veelhoeken met elkaar te maken?

Bij een regelmatige veelhoek zijn alle hoeken even groot en hebben alle zijden dezelfde lengte. Bij een vierkant zijn die hoeken elk 90°. Bij een zeshoek is elke hoek precies 120°. Zoveel regelmaat dat je zou kunnen denken dat het niet in de natuur voorkomt. Maar zowel op kleine schaal als op grote schaal komen (regelmatige) veelhoeken voor. Zeshoeken in het bijzonder. Bij kristallen en basalt, bij een bijenraat, op de pool van Saturnus is een zeshoek te zien en er bestond op de zuidpool van Jupiter een zeshoek gevormd door 6 stormen. En ook bij koekjes bakken komen ze voor! Wat is er nu zo speciaal aan regelmatige zeshoeken?

Die regelmatige zeshoek, of hexagoon, trok via de bijenraat al de aandacht van de oude Romeinen. Varro Reatinus (116 – 27 BC) was een Romeinse geleerde en schrijver. Hij dacht dat bijen hun cellen in een regelmatig zeshoek bouwen omdat deze de compactste vorm opleverd. Hij kon het niet bewijzen. Wiskundigen noemen een dergelijk statement dan een conjecture, een hypothese. De bijenraat conjecture luidt: een regelmatig zeshoekig rooster of honingraat is de beste manier om een oppervlak te verdelen in gelijke gebieden met de minste totale omtrek. Die minste totale omtrek is belangrijk ook voor bijen, want dan hoeven ze de minste hoeveelheid wand te maken. Ruim 350 jaar later dacht de Griek Pappos van Alexandrië (c. 290 – c. 350) erover na en schreef zijn bevindingen ook op. De conjecture werd pas in 1999 bewezen door Thomas C. Hales [1]. De conjecture werd voor altijd een stelling. Andere wetenschappen werken anders, maar bij wiskunde blijft een eenmaal bewezen stelling voor altijd waar.

Nu kunnen bijen tellen, met slechts vier zenuwcellen zelfs [2], maar wiskundigen zijn het niet. Hoe komen bijen dan uit op die optimale zeshoek? Dat is eigenlijk vrij eenvoudig te demonstreren, want fysica speelt ook een rol.

Lees Meer Lees Meer

Een 1e Italiaans tomatenrecept: gevulde tomaat

Een 1e Italiaans tomatenrecept: gevulde tomaat

Voordat pasta en tomaten kennismaakten in 1790 en in 1839 boezemvrienden werden, leidden die tomaten een wat losbandiger leven. Dat begon in Spanje en zette zich wat later voort in Italië. Het oudste op schrift staande Italiaanse tomatensaus recept, Spaans van origine, is salsa di pomadoro, alla spagnole, met onder andere uien en paradijskorrels als ingrediënten. Te vinden in het kookboek Lo Scalco alla Moderna uit 1692 van Antonio Latini, geschreven in Napels.

De eerste echt Italiaanse recepten met tomaten als ingrediënt, maar nog zonder pasta, werden ook opgeschreven in Napels. Een culinair centrum, ook toen al. In 1773 verscheen namelijk het kookboek Il Cuoco Galante, De Galante Kok, van Vincenzo Corrado. Corrado werd beschouwd als een groot gastronoom en chef-kok, en als de eerste Italiaanse kok die een Mediterrane keuken beschreef. Hij introduceerde enthousiast tomatenrecepten. Ook een andere noviteit, aardappelen, kon hij waarderen, gezien zijn boek Trattato delle patate per uso di cubo uit 1798.

Corrado was vast beïnvloed door Latini. En door de oud-Grieken. Hij was geïnteresseerd in de filosofie van Pythagoras, die leefde in de 6e eeuw BC. Van de stelling van Pythagoras, met de bekende wiskundige formule a2+b2=c2, van een driehoek met 1 rechte hoek. Berucht omdat docenten tijdens toetsen de lange zijde ineens met a of b aanduiden en niet met c. Die stelling was mogelijk nieuw voor de Grieken, maar in andere delen van de oudheid al langer bekend. De Grieken leverden wel het eerste bewijs.

Tot in de 19e eeuw werd met Pythagoreeër een vegetariër aangeduid. Pythagoras at, naar verluidt want er zijn geen geschriften van hem bewaard gebleven, brood, kruiden, fruit, wortels, knollen en zaden, en vast nog wat meer. Geen bonen, mogelijk omdat winden geen harmonie brengen en het teveel op mensenvlees leek. Vlees werd sowieso als schadelijk beschouwd. En dat eetpatroon, dat fascineerde Corrado. Hij schreef in 1781 een vegetarisch kookboek, Del cibo pitagorico ovvero erbaceo per uso de’ nobili, over Pythagorees en kruidachtig voedsel voor gebruik door de edelen. Hoewel hij zelf wel degelijk vleesgerechten maakte, gerechten met bijvoorbeeld schaap, kalf, steur en kreeft.

Beschouwde Pythagoras vis als vlees? At hij vis? Daar zijn de meningen over verdeeld, al in de oudheid. Veel oud-Grieken melden dat Pythagoras geen vis at. Waarschijnlijk in de eerste helft van de 3e eeuw, wel 9 eeuwen later inmiddels, schreef Diogenes Laërtius over de levens en opinies van eminente filosofen, waaronder Pythagoras. Hij schrijft dat Pythagoras wel degelijk vis at, hoewel heel zelden. In ieder geval voegde Corrado, ondanks zijn interesse in vegetarisch eten in de oudheid, vis toe aan zijn eigen tomatenrecepten.

In Il Cuoco Galante, in de sectie dei pomodori, petronciani, e cedrioli, over tomaten, aubergines en komkommers, staan 13 recepten met tomaten in de hoofdrol. (Elders in het boek staan nog meer recepten met tomaat als ingrediënt.) Tomaat in een soep, in een frittata en in een soort kroket, 1 keer als tomatensaus en gevuld. 1 van die gevulde tomatenrecepten is voor Pomidori alla Napolitana. Tomaat gevuld met onder andere ansjovis en knoflook, uit de oven.

Lees Meer Lees Meer

Quintessential English:
jacket potato

Quintessential English:
jacket potato

We zijn weer thuis na de virtuele verhuizing die meer dan een week duurde. Dat deed me denken aan een andere thuiskomst, na de fysieke verhuizing van Engeland terug naar Nederland. Dat was ook een mentale verhuizing, want wat waren en zijn Nederland en Engeland verschillend.

Volgens de medeblogger gaan we op de vertrouwde voet verder. Belofte maakt schuld. Vandaar een klassiek en typisch Engels (of Brits) gerechtje: gepofte hele grote aardappels in de schil, uit de oven, met vulling. Niet met een bintje. Die zijn wel groot genoeg, maar tevens veel te neutraal van smaak. Britten gebruiken aardappelen die je proeft. Want smaak en kwaliteit van eten is, in tegenstelling wat regelmatig wordt gemeld over de Britse keuken, wel degelijk heel belangrijk aan de overkant van de Noordzee.

Vroeger was een maaltijd met groenten, vlees, gekookte aardappels en jus standaard in Nederland, ook bij ons. Daarna heb ik gewone aardappels jarenlang niet meer gegeten. Dat veranderde compleet in onze Engelse tijd. De schuldige: jacket potato.

Het was ook moeilijk om ze te vermijden, want ze waren werkelijk overal te krijgen. En dan niet alleen in restaurants, eetcafés en pubs. Nee, juist die van de kleine stalletjes op wieltjes buiten op straat en binnen in shopping malls, die smaakten het lekkerst. De schil van de aardappel was heel erg krokant. Het binnenste van de aardappel was zacht en nog vochtig. Precies goed, want bak je ze te lang dan wordt de binnenkant droog. En eten met je handen of een onhandig plastic of houten vorkje. Alles heeft z’n charme.

We begonnen ze te eten met een rijke variatie aan vullingen. Waarschijnlijk in het begin ook meer aangetrokken door de vulling dan door de aardappel. Dat je een lekkere trek meteen kon stillen hielp ook. Een klassieke vulling is roomboter, cheddar kaas, sour cream en bieslook. Een andere favoriet was bacon, cheddar kaas en bosuitjes. Engelsen die er op een kartonnen bordje ook regelmatig baked beans bij namen, ook veelvuldig gezien.

Soms was een eigenaar van een karretje simpeler bezig. Roomboter óf cheddar. De combinatie was niet mogelijk en er waren geen andere ingrediënten om uit te kiezen. Mede daardoor werd langzaamaan de aardappel zelf steeds lekkerder gevonden. Alleen roomboter als vulling werd steeds vaker gekocht.

Maar weer eens langs memory lane gelopen. Het resultaat kan natuurlijk niet tippen aan de karretjes versie. Maar toch, net gemaakte gepofte aardappel in de schil, uit de oven, met een vulling, blijft heel speciaal. Omdat het toen niet kon, nu gemaakt met een vulling van roomboter én kaas.

Lees Meer Lees Meer

Vier-vierde cake met koekkruiden (en vanille)

Vier-vierde cake met koekkruiden (en vanille)

Er is een recept overgebleven in het Nederlandse taalgebied dat vernoemd is naar de hoeveelheden van de ingrediënten: vier-vierde cake. Het is in zekere zin de simpelste cake die er is en daardoor vaak extra lekker als je een tijdje lang recepten met veel ingrediënten hebt gemaakt.

Het vierde deel in de titel komt van het getal 250, als in 250 gram bloem, 250 gram suiker en 250 gram boter. En 250 gram is nu eenmaal één vierde deel van een kilo. De titel klopt daarmee alleen als de 4 eieren samen 250 gram wegen, oftewel, gemiddeld weegt elk ei 62,5 gram. Wij betrekken onze eieren via de kaasboer van een lokale kippenboer. Laten die eieren nu tussen de 62 en 63 gram wegen. Vier-vierde, het klopt aardig. Neem je grotere of kleinere eieren, dan eet je vier-drie-vierde cake.

Dat Nederlandstalige gebied kunnen we overigens rustig vervangen door Vlaanderen. En de term vier-vierde komt waarschijnlijk ook nog eens van het Franse quatre-quarts, vier-kwarten. We raken Nederland steeds verder uit het zicht. In Nederland heet het simpelweg cake, of voor de verkooptruc, oma’s of grootmoeders cake, waarbij dan weer niet altijd aan de 250 gram en 4 eieren wordt vastgehouden.

Maar net als bij de Canadese 1-2-3-4 cake de smaak toch wat spannender gemaakt. Vier-vierde cake met koek- en speculaaskruiden omdat het wintertijd is. En soms, als afwisseling, ook nog met vanille.

Lees Meer Lees Meer

Scoonbroot met een hartige vulling

Scoonbroot met een hartige vulling

Virgilius’ De Aeneis is een heldendicht over de daden van Aeneas. Het beschrijft de deels verzonnen oorsprong van de Romeinse beschaving en bestaat uit twaalf boeken met in totaal ongeveer 10.000 verzen.

Nou en.

Nou, in de vertaling uit 1513 door de Schotse dichter Gavin Douglas staat in het aan-tafel-eten-gedeelte in boek 7 de allereerste gedrukte versie van het woord scone, geschreven als flowr sconnys. Die kleine broodjes waar we in ons huis een beetje gek op zijn.

En het leuke is dat de Britten nu scone zeggen omdat de Schotten in het begin van de 16e eeuw waarschijnlijk het Middelnederlandse woord schoon(broot) – fijn brood – verbasterden. Het Middelnederlandsch Woordenboek geeft als varianten van schoonbroot zelfs de woorden scoonbroot en scoenbroot. Dat is dus duidelijk.

Scones, het is misschien wel Nederlands! Dat laat onverlet dat de Britten ermee vandoor gingen.

Mrs. Wilson had al vroeg in de 20e eeuw het idee om scones te vullen, met krenten of met rozijnen en specerijen, en diepe inkepingen in het deeg te maken. Dat noemde ze Scotch scones. En inderdaad zijn ze zo nog steeds te krijgen in Schotland, hoewel in een iets andere vorm dan zij beschrijft. Door de inkepingen lijkt het op een viertal aan elkaar zittende broodjes.

Dat idee van vullen kun je nog veel verder doorvoeren. Net als dat idee van diepe inkepingen. In plaats van een high-tea hapje het gevulde zoete scone idee uitgewerkt tot een iets meer reguliere hartige maaltijd. Scoonbroot: 8 aan elkaar zittende gevulde scones.

Lees Meer Lees Meer

Over de smaak van oven-geroosterde tomaten

Over de smaak van oven-geroosterde tomaten

Geroosterde tomaten geven een veel intensere smaak dan rauwe tomaten. Recepten voor langzaam geroosterde tomaten, het wemelt ervan. Langzaam roosteren betekent een lange oventijd op lage temperaturen. Er zijn recepten voor geroosterde tomaten waar de oventijd maar liefst 10 of meer uren bedraagt. Dat is licht overdreven. Koop dan een zakje zongedroogde tomaten, de droog verpakte, niet die in olie.

Vaak rooster ik de tomaten door ze mee te laten liften op een maaltijd uit de oven. De oven is dan toch aan en naast een bakblik of ovenschaal is meestal nog wel ruimte voor één of meer tomaten. Door dat meeliften rooster ik de tomaten wel regelmatig op verschillende oventemperaturen en met verschillende oventijden. En daarmee voldoe ik meteen aan alle adviezen op het internet en in kookboeken. Want die adviezen lopen ver uiteen, zonder enige uitleg. Dat is voor een deel ook heel logisch. Geroosterde tomaten, daar is het water (zoveel mogelijk) uit verdwenen. Water verdampt zeker bij een temperatuur hoger dan 100°C. Alle oventemperaturen boven de 120°C zijn eigenlijk goed.

Maar er is wel degelijk onderscheid te maken in de smaak van geroosterde tomaten. Je kunt kiezen welke soort geroosterde tomaten je wilt.

Geroosterde tomaten. Niet te versmaden op een ambachtelijk boterham met boerenkaas, met pasta, in een salade of in een hartige taart.

Lees Meer Lees Meer