Archief van
Tag: zilvervliesrijst

Fusion: cha siu in een verder Nederlandse maaltijd

Fusion: cha siu in een verder Nederlandse maaltijd

Sausjes en smeersels kunnen een enorm verschil maken bij een maaltijd. Zonder saus gewoontjes, met saus werelds. Vaak letterlijk omdat de bij ons meest geconsumeerde sausjes geen Nederlandse oorsprong hebben.

Vlees in saus dus. Het kan ook anders, saus in vlees. Dat gebeurt door vlees te marineren, de medeblogger is er fan van. Hij marineerde onlangs zelf vlees om char siu te maken. Dat zette me aan het denken. Waarom doen wij dat niet?

Een zuurtje in een marinade maakt vlees niet alleen lekkerder maar ook zachter en malser. Het heeft alleen maar voordelen. En toch marineren wij vlees eigenlijk alleen bij rode kip, a.k.a. kip René. Want bij rode kip is de marinade tijd kort en bovendien is met aandacht gegaarde kip al mals van zichzelf. Waarom marineren wij zelf niet meer vlees?

Wil je dat een marinade in bijvoorbeeld varkensvlees trekt dan dat kost je minstens 1 dag en soms meerdere dagen, als je het goed wilt doen tenminste. Wij hebben echter maar 1 koelkast. Willen we daar bijvoorbeeld 3 of 4 strengen spareribs tegelijkertijd in laten marineren – spareribs is toch een beetje bulk eten – dan kost dit teveel ruimte. Gemarineerde spareribs halen wij daarom bij onze favoriete slager.

Dat eten door anderen is klaar gemaakt hebben we geen moeite mee. Anders kan je niet in een restaurant eten. Hoewel we een keer tot onze verrassing in een hotel-restaurant in de Eifel rauwe kip kregen voorgeschoteld, met daarbij een hete steen. Zelf stukjes haanfilet garen, zonder dat deze actie op het menu vermeld stond. Verrassend, maar best leuk. Toen we om een extra vork vroegen, om rauw vlees met een andere vork te behandelen dan gaar vlees, keken ze gek op. Dat deden ze zelf niet. Ze gebruikten 1 en dezelfde vork. Maar goed, de 2e vork werd wel geleverd.

Een andere favoriet in ons huis op het gebied van gemarineerd vlees is cha(r) siu. Al jaren geleden besloten dat we die voortaan bij de Chinees weg te halen. De medeblogger maakt het met liefde en enthousiasme zelf klaar. Wij niet. De ingrediënten voor de marinade waren vroeger ook niet zo makkelijk te krijgen. Nu wel, maar zelf maken is inmiddels te veel moeite. Zelfs de snelle versie van de medeblogger kost toch nog ruim 6 uur.

In het verleden een aantal Chinese restaurants in de omgeving geprobeerd en kritisch beoordeeld. Van het restaurant met de lekkerste cha siu, waar het vlees volgens hen meer dan een dag in de marinade ligt, halen we nu in 1 keer een hele grote portie. Ze kijken er inmiddels niet gek meer van op. Een relatief klein deel wordt gebruikt voor de eerstvolgende avondmaaltijd en de rest, opgedeeld in maaltijd porties, wordt in de diepvries gelegd.

En zo kun je altijd cha siu klaar hebben liggen, ook voor in een verder geheel Nederlandse maaltijd.

Lees Meer Lees Meer

Balkenbrij, zilvervliesrijst en verse sperziebonen

Balkenbrij, zilvervliesrijst en verse sperziebonen

Ik schreef al eens eerder een soort van ode aan balkenbrij. Een streekgerecht dat veel mensen niet kennen en als ze de ingrediënten horen vervolgens niet willen eten. Ik blijf erbij: het is fenomenaal lekker.

Balkenbrij importeren wij nog steeds uit Salland, hoewel het inmiddels ook wordt gemaakt door onze lokale slager, ver buiten het oorspronkelijke leefgebied van balkenbrij. Komt vast omdat iedereen maar blijft verhuizen naar andere gebieden in Nederland en zijn of haar lokale keuken meeneemt. En daarmee lijkt het er op dat de tijden in het jaar dat je balkenbrij kunt kopen zich ook uitbreiden. Hoe lekker ook, persoonlijk vind ik echter dat de buitentemperatuur onder de 15°C moet zijn gezakt: herfst en winter zijn de seizoenen waarin wij balkenbrij eten.

Door dat importeren koop ik wel meer balkenbrij dan je in 1 maaltijd op kunt eten. De rest gaat in de vriezer. Dat levert weer ontdooid nog steeds lekkere balkenbrij op, met maar 1 nadeel. Weer ontdooide balkenbrij is minder stevig dan verse balkenbrij en heeft daardoor wat meer moeite om in heel blijvende plakken te worden gebakken.

Normaal leg je de krokant gebakken balkenbrij in plakken naast de rest van de ingrediënten op de borden. Balkenbrij plakken bak je daarom in platte koekenpannen: balkenbrij moet de bodem van de pan voelen anders wordt het niet krokant. Deze keer had ik nog maar 1 schone grote koekenpan en die heeft een licht opgehoogd ruitjespatroon in de keramische bodem. Je weet dan eigenlijk wel dat het niet goed kan gaan, maar de balkenbrij trek was te groot om te wachten. En ja hoor, tijdens het omdraaien braken de plakjes deze keer inderdaad en meer dan normaal in stukjes. Het mochten geen plakken balkenbrij meer worden genoemd.

Tijd voor een experiment. Nadat de balkenbrij krokant was gebakken, voor het eerst alle balkenbrij in kleinere stukjes geruld en vervolgens nog even doorgebakken. Gemengd door de zilvervliesrijst en met verse sperziebonen opgediend.

Zonder verdere toevoegingen. Geen extra kruiden, specerijen of zout erdoorheen en ook zonder ketchup, de klassieke begeleider van krokante balkenbrij.

Nog steeds fenomenaal lekker. Verrassend? Qua smaak niet natuurlijk, balkenbrij! Qua textuur eigenlijk wel. Dat het los geruld ook overeind blijft. Balkenbrij!

Lees Meer Lees Meer