
Zongzi
Totdat ik de Chinese Anne tegenkwam bestond mijn flirt met de Aziatische keuken vooral uit het maken van recepten uit oude Indische kookboeken en het proberen van – toen nog – obscure ingrediënten uit de toko. Het was toen Internet nog nauwelijks bestond en vooral een aaneenschakeling leek van zelfgemaakte home-pages met heel veel irritante gifjes. Het was toen het modem – een apparaat dat priet-pling-prieeeeeeet-plingpling deed en aangesloten was op je telefoon – nog pixel voor pixel plaatjes op je beeldscherm zette en je telefoonrekening maar opliep.
Anne was een uitzendkracht bij het bedrijf waar ik na mijn studie mijn eerste serieuze schreden zette op de arbeidsmarkt. En minstens zo belangrijk, waar ik door Anne mijn eerste serieuze kennismaking had met de Chinese keuken. Anne merkte snel dat ik geïnteresseerd was in traditionele gerechten en nam met enige regelmaat hapjes voor mij mee. Vooral als ze naar een Chinese bruiloft was geweest, was het feest. Zo leerde ik voor het eerst kwal eten, terwijl de rest van de collega’s met afkeur toekeek hoe ik de sliertjes kwal verorberde.
Van Anne kreeg ik ook een recept voor Zongzi, kleefrijst gewikkeld in bamboebladeren in een pyramidevorm. Met name het wikkelen van de bladeren in de juiste vorm vergde wel wat oefening. Nadat ik het gemaakt had en trots liet zien, lachte Anne breeduit omdat ik het niet mooi genoeg gevouwen had. De volgende dag liet ze echter weten dat het prima smaakte voor een Hollander, ze was verbaasd dat het was gelukt zei ze. Ik was blij. Later ging het maken mij beter af. Helaas raakte ik in de loop der jaren het recept kwijt en verdween Anne uit het zicht, maar ik weet nog wel dat er de gezouten dooier van een eendenei in ging, met gewelde Chinese paddenstoelen, waterkastanjes en lente-ui. En dat ik de pakketjes niet stoomde, maar kookte in de pan. Meer weet ik mij niet echt te herinneren. Behalve dan dat ik het lekker vond. Gelukkig bestaat het internet nog en zijn de homepages met irritante gifjes vervangen door een keur aan geweldige sites met ontelbare onderwerpen. Waaronder recepten met zongzi. Overigens noemde de aardige dame van mijn favoriete toko het joong of zong. Mijn uitspraak nodigde in ieder geval uit tot flink lachen.
Maar dan blijkt dat de piramidevorm met name in Hongkong gemaakt wordt, andere vormen zijn driehoekige of langwerpig. En laat ‘mijn’ Anne nu net uit Hongkong afkomstig zijn. Oorspronkelijk gebruikt men grasstrengen, maar touw werkt natuurlijk prima. Ik was vergeten hoe het vouwen precies werkte, maar dankzij filmpjes op YouTube ging er weer een wereld voor mij open. Het is typisch iets wat je op papier kan uitleggen en dan wanhopig een pakketje proberen een pakketje te vouwen wat uiteraard volledig mislukt, maar als je het eenmaal voor je ziet gebeuren, is het toch een stuk makkelijker. Een filmpje dus.
En dan nog… van alle pakketjes hadden er slechts twee de juiste vorm, de overige pakketjes nog niet helemaal, zeg maar. Maar het is vooral een kwestie van oefenen en volhouden. Of kiezen voor de makkelijkere langwerpige pakketjes.
Behalve het vouwen is het recept niet moeilijk, maar het is vooral bewerkelijk. De voorbereidingen beginnen een dag eerder. En heb je de pakketjes gevouwen, dan moeten ze nog 3 uur koken. Plannen is dus belangrijk.
Bewaren kun je ze een paar dagen in de koelkast, maar langer in de diepvries. Opwarmen is makkelijk, gewoon 15-20 minuten stomen.
Onderstaande hoeveelheden zijn voor ongeveer 14 pakketjes. Ook afhankelijk hoe je ze vouwt. Neem vooral extra bamboebladeren, want geheid gaan er een aantal scheuren tijdens het vouwen. Reken per pakketje op 4 bladeren.

En eigenlijk horen er gedroogde garnaaltjes in. Die heb ik dit keer weggelaten, aangezien niet iedereen ze lust. Wil je ze er wel in doen, week ze dan ook op dag 1.
Voorbereidingen Dag 1
- 60-65 bamboebladeren. Neem vooral de grote bladeren.
Neem een grote pan of emmer en vul deze met water. Leg de bladeren er één voor één in en leg een bord bovenop zodat alle bladeren onder water blijven staan. Laat de bladeren overnacht weken.
- 500 gr speklappen
- 1 tl sesamolie
- 2 tl suiker
- 1 tl zout
- 1 el vijfkruidenpoeder
- 3 el soja light
- 200 gr gedroogde mungboontjes
- 4-5 gedroogde Chinese paddestoelen
- 16 gedroogde kastanjes
- 500 gr kleefrijst
Snij de speklappen en hapklare stukjes en meng het met de ingrediënten voor de marinade. Dek het af en zet het voor de nacht in de koelkast.
Week de mungboontjes, de paddestoelen en de kastanjes los van elkaar in kommen met water. Bedek ze en laat je gedurende de nacht weken.
Spoel de kleefrijst een paar keer en zet deze dan onder water in een kom. Kleefrijst bevat veel zetmeel en neemt minder vocht op dan gewone rijst. Door de zetmeel kleeft de rijst na het bereiden aan elkaar.
Voorbereidingen Dag 2
- 6 gezouten eendeneieren
- 1 el vijfkruidenpoeder
- 2 lenteui, fijngesnipperd
- 1 bol keukengaren
Van de gezouten eendeneieren gebruik je alleen de dooiers. Het eiwit schijn je ook te kunnen gebruiken, bijvoorbeeld voor een tomatensoepje, maar vooralsnog doe ik er niets mee. De dooiers zijn behoorlijk stevig en kleverig. En groot. Halveer ze en hele grote dooiers kun je zelfs in kwarten delen. Gebruik een scherp mes of een keukenschaar.
Laat de rijst en de mungboontjes in een vergiet goed uitlekken. Knijp het vocht uit de paddenstoelen, verwijder het steeltje en snij de paddenstoelen in dikke repen.
Meng de vijfkruidenpoeder en de fijngesnipperde lenteui door de uitgelekte rijst.
Haal de bamboebladeren uit het water en spoel ze goed af. Breng vervolgens een pan met (schoon) water aan de kook en voeg de bladeren toe. Laat het een minuut of 10 koken. Ik doe een vergiet boven op de pan, zodat de bladeren onder water blijven. Doe de bladeren daarna tot de bereiding in een kom of bak met water.
Je kunt de keukengaren van te voren in stukken knippen van een cm of 80-90, maar mijn ervaring is dat het praktischer als je de pakketjes straks met het touw rechtstreeks van de bol omwikkelt, dan weet je zeker dat de lengte genoeg is. Zorg dan wel dat je een schaar bij de hand hebt.
Haal de spek uit de koelkast en zet alle ingrediënten (rijst, mungboontjes, kastanjes, dooiers) klaar.
Zet een grote pan water op het vuur en breng het aan de kook. En kijk dan onderstaand filmpje.
En kijk het gerust nog eens.
Maak van twee bamboebladeren een kommetje en doe er achtereenvolgens de rijst en de mungboontjes in. Leg er wat vlees op (1-2 stukjes, paddenstoel (1-2 stukjes) en een stuk dooier. Bedek met rijst en vouw het pakketje dicht met één of twee bamboebladeren zoals in het filmpje. Doe het touw er omheen en trek het strak aan. Aarzel vervolgens niet om het filmpje nog eens te kijken. Het vouwen vraagt een zekere behendigheid en is best lastig.
Let goed op dat de bladeren heel blijven. Is het teveel gescheurd, pak dan een ander blad. De bedoeling is dat het pakketje zo goed mogelijk dicht is en geen rijst gaat lekken. Als de rijst water op gaat nemen, zet de rijst uit en daarom is het belangrijk dat het pakketje goed dichtgemaakt wordt met het touw.
Als je een pakketje klaar hebt, doe je het in het kokende water. Laat de pakketjes ongeveer 3 uur zachtjes koken.
Als je de rijst later wilt eten, laat het dan afkoelen en bewaar ze in de koelkast of de vriezer.
Ik serveer ze als voorafje of in een reeks dim sum. Je kunt ze natuurlijk ook per 2 als maaltijd serveren. Met daarbij bijvoorbeeld drooggebakken boontjes.
Het is handig om de pakketjes in stukken te snijden voor je ze serveert. Je kunt de stukjes vervolgens dopen in sojasaus. Of gewoon zo eten. Ik las ergens dat sommigen ze dopen in wat suiker. Heb ik nog niet geprobeerd, maar dat zal best een lekkere combinatie zijn.
De vulling kan natuurlijk ook andere ingredienten bevatten zoals chinese worstjes, pinda’s of gekookt eendenei in plaats van alleen de dooier.